De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat een behoorlijk percentage van het bedrag dat op grond van de wet
aan belasting betaald zou moeten worden, niet in de schatkist belandt door onjuiste
of onvolledige belastingaangiften, illegale activiteiten en onvoldoende capaciteit
voor de invordering van belastingen;
van mening dat het eerlijker en rechtvaardiger is om de huidige belastingverplichtingen
beter te handhaven en zo deze tax gap te verkleinen, dan om de belastingen te verhogen
of nieuwe belastingen in te voeren;
overwegende dat een betere handhaving van huidige belastingverplichtingen bovendien
een positief effect heeft op de belastingmoraal van welwillende belastingplichtigen;
overwegende dat het nalevingstekort voor particulieren 1,5% van de totale belastingopbrengst
bedraagt, voor kleine en middelgrote ondernemingen 6,5% en voor grote ondernemingen
eveneens een dergelijk percentage, en dat verkleining van de tax gap de schatkist
dus enkele miljarden kan opleveren;
van mening dat er met het oog op een nieuw regeerakkoord een plan moet liggen om ervoor
te zorgen dat de belasting die de fiscus wettelijk gezien binnen zou moeten krijgen,
ook daadwerkelijk door de fiscus ontvangen wordt;
verzoekt de regering, voor 1 oktober met een plan te komen om de tax gap te halveren,
dan wel zo mogelijk nog verder te verkleinen, door met gerichte acties zowel op het
gebied van handhaving als invordering de belastingopbrengst te vergroten;
verzoekt de regering tevens, hierbij in kaart te brengen met welke gerichte investeringen
de belastingopbrengst met een veelvoud vergroot kan worden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Omtzigt
Schouten
Braakhuis
Van Vliet
Bashir
Kortenoeven
Groot