Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 oktober 2023
Met uw brief van 7 juli 2023 heeft de vaste Kamercommissie Financiën het Kabinet verzocht
om de ADR te vragen om een intern onderzoek uit te voeren bij de UHT en CWS. In deze
brief informeer ik u over de aanvang van het onderzoek.
In gesprekken tussen de voorbereidingsgroep van de vaste Kamercommissie Financiën
en de onderzoekers van de ADR is het onderzoeksvoorstel opgesteld. Het concept-onderzoeksvoorstel
en de onderzoeksopzet van 7 juli 2023 zijn geïntegreerd in de opdrachtbevestiging
van de ADR, waarbij de kwaliteitstoets heeft geleid tot enkele beperkte aanpassingen
en aanvullingen. De door de commissie gewenste onderzoeks(deel)vragen, het object
van onderzoek, de uitvoering van het onderzoek en het rapportageproces zijn opgenomen
in de opdrachtbevestiging.
In het conceptonderzoeksvoorstel heeft uw commissie gevraagd om het opdrachtgeverschap
neer te leggen bij de Inspecteur-Generaal van de Inspectie voor Belastingen, Toeslagen
en Douane (IBTD). Gezien het feit dat de scope van het onderzoek al is vastgesteld
en de ADR als onafhankelijke onderzoeker de wijze van onderzoek bepaalt en de resultaten
zonder nadere bewerking aan de Kamer moeten worden verzonden, blijkt uit navraag bij
de IBTD dat een opdrachtgevende rol niet passend is. Om deze reden worden de onderzoeksresultaten
gerapporteerd aan de verantwoordelijk Directeur-Generaal, DG Herstel, als opdrachtgever.
Vanzelfsprekend worden de resultaten ongewijzigd naar uw Kamer doorgeleid.
Op 2 oktober 2023 heeft de ondertekening van de opdrachtbevestiging plaatsgevonden.
De ADR heeft een doorlooptijd van 10 weken voor haar onderzoek vanaf het moment van
ondertekening.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Staatssecretaris van Financiën,
A. de Vries