31 066 Belastingdienst

Nr. 1208 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 22 maart 2023

De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de staatssecretarissen van Financiën over de brief van 21 oktober 2022 over het Woo-besluit algoritmes bij Belastingdienst en Toeslagen en toezegging inventarisatie modellen Toeslagen (Kamerstuk 31 066, nr. 1129).

De vragen en opmerkingen zijn op 9 december aan de staatssecretarissen van Financiën voorgelegd. Bij brief van 17 maart 2023 zijn de vragen beantwoord.

De voorzitter van de commissie, Tielen

De griffier van de commissie, Schukkink

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris. Deze leden hebben op dit moment geen verdere vragen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie

De leden van de GroenLinks-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris.

Vragen en opmerkingen van het lid Omtzigt

Het lid Omtzigt heeft een aantal nadere vragen over de Wet open overheid documenten (Woo) en stelt deze hieronder aan de orde.

Uit de brief van de Staatssecretaris van 21 oktober 20221, lijkt het dat er slechts de navolgende risicomodellen bestaan:

  • Omzetbelasting carrouselfraude;

  • Omzetbelasting afgifte btw-nummer; en

  • Voorspellend model problematische terugvorderingen.

Klopt het dat alleen deze risicomodellen in gebruik zijn?

Uit het voorspellend model problematische toeslagschulden, Woo-document 00030, volgt de volgende tekst2:

«Door gebruik te maken van een logistische regressie is een goed overzicht te geven van de factoren die bijdragen aan het risico op problematische schulden. Er zijn 53 potentiële indicatoren gebruikt om het voorspellend model te maken. De indicatoren worden gehaald uit de KOT-beschikking T1 (o.a. doelgroepomschrijving, is gestopt bij MAC, draagkracht), verschil laatste VT en laatste DT KOT (voor T-2 en T3, mits DT aanwezig op T1), Informatie uit BVR, Data uit RS net voor T1 en CBS-data (o.a. regio, grootte woonplaats).¨

Het huidige model heeft acht finale indicatoren geselecteerd. Alleen voor deze acht finale indicatoren worden punten gegeven om zo tot een totaalscore te komen (die vervolgens gerangschikt wordt van hoge score naar lage score). De huidige acht finale indicatoren betreffen: maximale_status_vord, BSN_Open_Bedr_KOT_t1, perc_ink-eigen-bijdrage-KOT, aan_kinderen_in_opvang_KOT, LastDT_Minus_LastVT_Tmin3, av_openstaande_vorderingen, leeft_jongste_kind_KOT en Eigen_bijdrage_per_maand_KOT.»

Wat wordt bedoeld met doelgroepomschrijving en welke doelgroepen zijn er mogelijk?

Herinnert de Staatssecretaris zich dat de Staatssecretaris in de brief van 21 april 20223 het volgende heeft geschreven:

«Dat de risicoscore van het model breder is gebruikt is zorgelijk en daarom is de AP ook hierover geïnformeerd. Omdat het belangrijk is om met zekerheid te kunnen vaststellen dat alle hierover relevante informatie bekend wordt, heb ik Toeslagen opdracht gegeven om extern onderzoek te laten uitvoeren. Onder andere om te proberen te achterhalen hoe breed het gebruik van de risicoscores heeft plaatsgevonden, met wie het is gedeeld en welke gevolgen dit voor burgers heeft gehad. Uw Kamer wordt over dit onderzoek geïnformeerd.»?

Hoe verhoudt dit onderzoek zich tot de conclusie dat een inventarisatie van modellen, die werken met risicoscores en/of indicatoren, geen andere modellen die in gebruik zijn heeft opgeleverd?

Wat wordt bedoeld met «in meer of mindere mate gebruik maken van analytics»? Welke analytics worden gebruikt en op welke wijze? Kunt u een lijst van de 120 informatieproducten ter beschikking stellen?

Op welke wijze werkt de vroeg-signalering van de multi-problematiek? Heeft de Functionaris Gegevensbescherming (FG) zich al over dit systeem uitgelaten en zo ja, kan de Staatssecretaris het advies aan de Kamer ter beschikking stellen?

II Reactie van de bewindspersonen

Vragen en opmerkingen van het lid Omtzigt en reactie van de bewindspersoon

Het lid Omtzigt vraagt of het klopt dat alleen de drie risicomodellen (Omzetbelasting Carrouselfraude, Omzetbelasting Afgifte BTW-nummer en het Voorspellend model problematische terugvorderingen), die worden genoemd in mijn brief van 21 oktober 2022, in gebruik zijn.

Dat is niet het geval. Er zijn meerdere selectiemodellen binnen de Belastingdienst en Toeslagen. Drie van deze selectiemodellen vallen onder de reikwijdte van het verzoek op grond van de Wet open overheid (Woo). Dit verzoek was specifiek gericht op «systemen bij de Belastingdienst en Toeslagen die risicoscores hanteren, algoritmes bevatten om fraude op te sporen en/of aan te pakken, en risicoprofielen met zich dragen». De drie bovengenoemde modellen vallen onder de reikwijdte van deze definitie. Bij de brief van 21 oktober 2022 is uw Kamer geïnformeerd over het eerste deelbesluit op dit verzoek. Daarin zijn documenten over de drie bovengenoemde modellen openbaar gemaakt. Momenteel wordt een volgend deelbesluit voorbereid. Daarbij worden aanvullende documenten over dezelfde drie modellen, die vallen onder de reikwijdte van het Woo-verzoek, openbaar gemaakt.

Het lid Omtzigt vraagt zich af wat in (pagina 12 van) document 30 van de Woo-stukken wordt bedoeld met doelgroepomschrijving en welke doelgroepen er mogelijk zijn.4

Met doelgroepomschrijving wordt gedoeld op het volgende. In art. 1.6, eerste lid, Wko is bepaald wie recht heeft op kinderopvangtoeslag. Naast de werkenden (onderdeel a en b) zijn er ook verschillende anderen die recht kunnen hebben op kinderopvangtoeslag (onderdeel c t/m j, genaamd doelgroepers). De doelgroepomschrijving staat in het Toeslagen Verstrekkingen Systeem (TVS) geregistreerd en kan de volgende waarden bevatten:

  • 1. Traject naar werk

  • 2. Traject naar werk via de gemeente

  • 3. Traject naar werk via het UWV

  • 4. Niet verplicht om te werken voor de kinderopvangtoeslag

  • 5. INBURG = Inburgeraars

  • 6. STUD = Student

  • 7. B&W = Bijstand & Werk, Participatiewet (tot 2015: de Wet werk en bijstand)

  • 8. CWI = Centrum voor Werk en Inkomen

  • 9. BIA = Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria

  • 10. WAO = Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO)

  • 11. WWIK = Wet Werk en Inkomen

  • 12. JONG = Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering jonggehandicapten (Wajong)

Op dit moment kunnen alleen nummers 1 t/m 6 worden opgevoerd in TVS. De overige waarden zaten er in het verleden in, maar worden niet meer actief gebruikt.

Het lid Omtzigt vraagt voorts of ik mij een passage uit de brief van 21 april 2022 herinner.

Dat is uiteraard het geval.

Verder vraagt het lid Omtzigt hoe het onderzoek naar het breder gebruik van de risicoscore uit het Risicoclassificatiemodel zich verhoudt tot de conclusie dat een inventarisatie van modellen, die werken met risicoscores en/of indicatoren, geen andere modellen die in gebruik zijn heeft opgeleverd.

PricewaterhouseCoopers (PwC) heeft eind 2022 de opdracht gekregen voor het externe onderzoek naar het breder gebruik van de risicoscores. De verwachting is dat de resultaten in het tweede kwartaal kunnen worden opgeleverd en met uw Kamer worden gedeeld. Het doel van het onderzoek is te achterhalen hoe breed de risicoscores zijn gebruikt en met welke partijen de scores zijn gedeeld, welke andere onderdelen van het model mogelijk ook breder zijn gebruikt en wat de mogelijke effecten daarvan zijn geweest voor de betrokken burgers. Het onderzoek beperkt zich tot de periode waarin het Risicoclassificatiemodel van Toeslagen gebruikt is (2013 tot juli 2020) en raakt daarom niet aan de inventarisatie van modellen. Voor de inventarisatie zijn de op dit moment in gebruik zijnde ruim 120 verschillende informatieproducten geanalyseerd die in meer of mindere gebruik maken van analytics. Zoals gezegd heeft deze inventarisatie geen andere in gebruik zijnde modellen opgeleverd die vergelijkbaar zijn met het risicoclassificatiemodel, naast het al eerder gemelde voorspellend model problematische terugvorderingen.

Het lid Omtzigt vraagt welke analytics worden gebruikt en op welke wijze de analytics worden gebruikt.

Als een informatieproduct wordt ontwikkeld, dan wordt gebruik gemaakt van analytics. De complexiteit van een informatieproduct kan verschillend zijn. Er kan sprake zijn van:

  • 1. Beschrijvend – Analyse van «Wat gebeurt er»- het algoritme geeft een weergave van wat er wordt waargenomen;

  • 2. Diagnostisch – Analyse van «Waarom gebeurt het» – het algoritme geeft een waarschijnlijkheid of analyse van waarom iets optreedt, veroorzaakt door positieve, negatieve of predictieve waarden, of berekent een bepaalde waarschijnlijkheid die wordt gebruikt in werkprocessen en/of besluitvorming;

  • 3. Voorspellend – Analyse van «Wat kan er gebeuren» – het algoritme geeft een verwachting af, voorspelling van wat kan gebeuren of een kans/waarschijnlijkheid van een toekomstige handeling of gebeurtenis;

  • 4. Voorschrijvend – Analyse van «Wat moet er gebeuren» – Het algoritme bepaalt en/of dicteert de beslissing/actie of uitvoering.

De toepassing en inzet van een informatieproduct is enerzijds gericht op massale aanvragen en afhandeling van toeslagen en anderzijds om de interne bedrijfsvoering te ondersteunen en hierbij onder meer toeslagaanvragers tijdig te informeren over hun toeslag. Deze toepassingen en inzichten zijn erop gericht om de dienstverlening aan de toeslaggerechtigden te optimaliseren. Hierbij wordt rekening gehouden met de van toepassing zijnde geldende wet- en regelgeving.

Tevens vraagt het lid Omtzigt om de lijst van informatieproducten die gebruikt zijn voor de inventarisatie bij Toeslagen voor met het riscioclassificatiemodel vergelijkbare modellen ter beschikking te stellen.

De lijst met informatieproducten treft u aan als bijlage bij deze antwoorden.

Het lid Omtzigt vraagt verder op welke wijze de vroeg-signaleringen van de multi-problematiek werkt.

Zoals in de brief van 21 oktober 2022 aangegeven, is dit nog geen werkend model. Op dit moment wordt verkend hoe vroegsignalering vorm kan worden gegeven, zodat voorkómen wordt dat burgers in de zogenoemde multi-problematiek belanden. Dit wordt uitgewerkt binnen de grenzen van de geldende wet- en regelgeving en passend bij de wensen en behoeftes die burgers hierbij hebben. De werkwijze is nog niet vastgesteld en kan daarom ook nog niet gedeeld worden.

Tenslotte vraagt het lid Omtzigt of de Functionaris Gegevensbescherming hier al advies over heeft gegeven en of dit aan de Kamer ter beschikking kan worden gesteld.

Bij het uitwerken van de aanpak wordt de grootst mogelijke zorgvuldigheid betracht als het gaat om het werken binnen de kaders van de AVG. In dat licht wordt momenteel een Data Protection Impact Assesment (DPIA) opgesteld. Als deze gereed is, zal die voor advies aan de Functionaris Gegevensbescherming worden voorgelegd.

Naar boven