31 066 Belastingdienst

Nr. 112 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 september 2011

In de afgelopen tijd is er sprake geweest van enkele fraudegevallen met toeslagen. In de berichtgeving in de media is hier aandacht voor geweest. Het betrof voornamelijk slachtoffers in de regio Rotterdam.

Naar aanleiding van die (pogingen tot) fraude heeft uw Kamer eerder vragen gesteld aan de ministers van BZK, V&J en aan mij. In de antwoorden op die vragen is aangegeven dat de Belastingdienst maatregelen heeft genomen om fraude te bestrijden.

In deze brief wil ik nader ingaan op de maatregelen die de Belastingdienst tot nu toe genomen heeft. Ook wil ik ingaan op de wijze waarop slachtoffers van (pogingen tot) fraude door de Belastingdienst worden geholpen.

Genomen maatregelen

In de Fiscale Agenda1 en in de 8e halfjaarsrapportage Belastingdienst2 heb ik aangegeven welke maatregelen de Belastingdienst reeds heeft genomen en welke maatregelen voor de toekomst worden voorbereid. Verder heb ik samen met de minister van SZW voorstellen gedaan om het misbruik bij de kinderopvangtoeslag te verminderen.3 Uw Kamer heeft daarmee ingestemd en deze voorstellen worden thans in uitvoering genomen, dan wel verder uitgewerkt in regelgeving.

Voor de korte termijn zijn er twee specifieke maatregelen opgenomen die een belangrijk deel van de huidige fraudepraktijken tegengaan.

De belangrijkste maatregel is de koppeling tussen de DigiD en het BSN. Door deze maatregel kan een burger met zijn DigiD geen aanvraag doen voor een andere burger.

Medio april 2011 is conform planning deze koppeling gerealiseerd voor aanvragen en wijzigingen ten aanzien van de kinderopvangtoeslag. De koppeling bij de kinderopvang is als eerste gerealiseerd, omdat het bij deze toeslag om aanzienlijke bedragen kan gaan. Sinds 15 augustus 2011 is deze koppeling ook gerealiseerd voor de huur- en zorgtoeslag. Aanvankelijk was het de bedoeling dit ook in te passen in de al geplande aanpassing van de systemen van de Belastingdienst per juli 2011, maar die planning is niet gehaald. Daarom is voor dit doel een afzonderlijke systeemaanpassing gerealiseerd.

Daarnaast heeft de Belastingdienst een eerder genomen maatregel verder uitgebreid. Begin dit jaar is de Belastingdienst begonnen met het verzenden van bevestigingsbrieven in het kader van wijzigingen van rekeningnummers. Pas als de burger een de wijziging bevestigt, wordt de wijziging ook doorgevoerd in de systemen van de Belastingdienst. Aanvankelijk zag dat alleen op wijzigingen die door middel van papier waren ingediend. Voor wijzigingen die digitaal worden aangeleverd, was een systeemaanpassing nodig. Deze aanpassing bleek lastiger dan gedacht. Vanaf 15 augustus 2011 is de systeemaanpassing gerealiseerd en worden in alle gevallen bevestigingsbrieven gestuurd. Ongeacht of de wijziging digitaal of op papier wordt ingediend.

Verder geldt dat totdat de bevestiging van de burger is ontvangen de betalingen worden opgeschort. Als de burger de wijziging heeft bevestigd, dan krijgt hij de bedragen waar hij recht op heeft uitbetaald en worden toekomstige bedragen op dat rekeningnummer overgemaakt.

Hulp aan slachtoffers

Naast het voorkomen van fraude is het zeer belangrijk om ook goede aandacht te hebben voor de slachtoffers van (pogingen tot) fraude. Zij weten niet altijd dat zij slachtoffer zijn van een poging tot fraude en ontvangen van de Belastingdienst voor hen onbegrijpelijke mededelingen. Het is dan een zeer verontrustende periode.

Bij de afhandeling van de fraudezaken is aan het licht gekomen dat het proces om slachtoffers te helpen verbeterd kan en moet worden. Daarom heeft Belastingdienst per direct een aantal maatregelen getroffen.

Burgers waarvan duidelijk is dat zij slachtoffer zijn, worden door de Belastingdienst per brief geïnformeerd. In deze brief wordt aangegeven wat er is gebeurd en wat de Belastingdienst gaat doen om het te herstellen. Ook krijgen deze burgers een apart telefoonnummer waar zij naar toe kunnen bellen voor meer informatie.

Burgers die vermoeden dat er fraude met hun toeslagen wordt gepleegd kunnen daarvoor een apart fraudemeldpunt bellen. Op de internetpagina www.toeslagen.nl is dat meldpunt te vinden.

Naast het feit dat burgers aangifte kunnen doen bij de politie, is er ook de mogelijkheid om aangifte van fraude bij de Belastingdienst te doen. Bij de Belastingdienst zijn buitengewoon opsporingsambtenaren aangesteld die dergelijke aangiften van burgers kunnen opnemen. Burgers kunnen daarom ook aangifte doen van een poging tot fraude bij de balies van de Belastingdienstkantoren.

Tenslotte herstelt de Belastingdienst de ontstane schade. In het geval dat er invordering van de onterecht aangevraagde toeslagen wordt ingesteld bij het slachtoffer, dan wordt deze ongedaan gemaakt. In die gevallen dat er een toeslag liep en die is ontvreemd, dan krijgt het slachtoffer de misgelopen toeslag alsnog uitgekeerd. Het totaal van de ontstane schade wordt verhaald op de dader.

Vervolgactiviteiten

Zoals ik hiervoor heb aangegeven heeft de Belastingdienst ten aanzien van fraude met toeslagen de nodige maatregelen getroffen. Dit wil evenwel niet zeggen dat er geen fraudegevallen meer aan het licht zullen komen. Enerzijds weet ik dat er nog een aantal zaken in onderzoek zijn bij de FIOD. Het gaat dan om vermoedens van fraude die gepleegd zijn voordat de hiervoor genoemde maatregelen van kracht waren.

Anderzijds zullen fraudeurs blijven zoeken naar fraudemogelijkheden. De Belastingdienst heeft zoals ik in de Fiscale Agenda aankondigde de antifraude box opgericht, die Belastingdienstbreed analyses maakt en daarop gerichte acties initieert en bewaakt. Daarnaast besteedt ook de FIOD veel capaciteit aan het actief opsporen en bestrijden van fraude.

Tenslotte zal eind dit jaar een interdepartementale werkgroep rapporteren over hoe de fraudeaanpak verder geïntensiveerd kan worden. Op basis daarvan zal het kabinet dan met voorstellen komen.

De staatssecretaris van Financiën,

F. H. H. Weekers


X Noot
1

Kamerstukken II, 2010/11, 32 740, nr. 1.

X Noot
2

Kamerstukken II, 2010/11, 31 066, nr. 103.

X Noot
3

Kamerstukken II, 2010/11, 31 322, nr. 123.

Naar boven