31 066 Belastingdienst

Nr. 1060 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 juni 2022

Op 15 juni jl. heb ik u geïnformeerd over het concept beleidsbesluit dat juridische grondslag kan bieden voor ondersteuning aan gedupeerde ouders in het buitenland (Kamerstuk 31 066, nr. 1050). Zoals toegezegd stuur ik u vandaag het getekende besluit1, de grondslag om gedupeerde ouders in het buitenland brede ondersteuning te bieden op de vijf leefgebieden. Dit is vergelijkbaar met de ondersteuning die gedupeerde ouders in Nederland al ontvangen via de gemeente. Ook biedt het besluit een grondslag voor het bieden van ondersteuning aan ouders die terug willen keren naar Nederland.

Het besluit zal in werking treden na publicatie in de Staatscourant en is van kracht tot de inwerkingtreding van de Wet hersteloperatie toeslagen. De uitvoering voor het bieden van brede ondersteuning aan gedupeerde ouders in het buitenland zal in een afzonderlijk besluit worden gemandateerd aan Radar. De keuze voor uitvoering door Radar is tot stand gekomen na een reguliere aanbestedingsprocedure. Naar verwachting kan het ondersteuningsteam voor ouders in het buitenland (OTB) direct na publicatie in de Staatscourant starten.

Voor de aanbesteding van de uitvoering van de brede ondersteuning aan ouders in het buitenland (OTB) zijn middelen beschikbaar binnen het reeds toegekende Toeslagenherstelbudget. U bent hierover geïnformeerd in de 9e VGR (Kamerstuk 31 066, nr. 932). De inzet zoals uitgewerkt onder de onderdelen 2.3 en 2.4 (financiële vergoeding voor brede ondersteuning en ondersteuning bij terugkeer naar Nederland) is nog onder voorbehoud van budgettaire autorisatie. Er is ruimte gevonden binnen de huidige Herstelbegroting, deze verschuiving is met de 1e suppletoire begroting 2022 van het Ministerie van Financiën aan de Staten-Generaal voorgelegd ter goedkeuring. Na parlementaire autorisatie en inwerkingtreding van de 1e suppletoire begroting 2022 kan overgegaan worden tot betaling zoals gespecificeerd in 2.3 en 2.4.

De Staatssecretaris van Financiën, A. de Vries


X Noot
1

Zie bijlage

Naar boven