Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 april 2022
Tijdens de regeling van werkzaamheden van 12 april 2022 (Handelingen II 2021/22, nr.
71, Regeling van Werkzaamheden) heeft het lid Omtzigt verzocht om de handleiding voor
analisten aan de Poort uit het jaar 2020, en de vijf voorgaande jaren, te ontvangen.
Hij wijst daarbij naar de met een besluit op een Wob verzoek van 27 januari 2021 grotendeels
niet openbaar gemaakte handleiding uit 2020.
De handleiding uit 2020 is bij het besluit op het Wob-verzoek uit 2020 grotendeels
niet openbaar gemaakt op grond van de fiscale geheimhoudingsplicht, het belang van
de inspectie en controle (omdat daarin de regels van de uitworp nauwkeurig worden
beschreven) en eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. Deze beoordeling heeft
in 2020 plaatsgevonden op basis van de Wob. Als een Wob-verzoeker binnen de bezwaartermijn
geen bezwaar maakt, is er binnen de Wob geen aanknopingspunt om te komen tot een heroverweging
van de eerdere beslissing.
Het lid Omtzigt heeft nu op grond van artikel 68 Grondwet verzocht om de handleidingen
van 2020 en de vijf voorgaande jaren, die recentelijk door PwC zijn onderzocht, te
verstrekken. Momenteel beoordeel ik daarom op basis van artikel 68 Grondwet of en
op welke manier de handleidingen aan uw Kamer kunnen worden verstrekt. Ik ben daarbij
voornemens om de handleidingen langs twee wegen te verstrekken:
-
– Ik wil de handleidingen uit 2020 en de vijf voorgaande jaren zoveel mogelijk actief
openbaar maken. Dit omdat ik het zoveel mogelijk wil openbaren zodat we transparant
zijn en ook lering kunnen trekken voor de toekomst. Ik ben voornemens om hierbij alleen
gegevens niet openbaar te maken als er sprake is van schending van de fiscale geheimhoudingsplicht,
als er sprake is van persoonsgegevens en als er sprake is van een actueel belang van
de inspectie en controle. De beoordeling van de handleidingen zal enige tijd in beslag
nemen omdat de handleidingen informatie bevatten die raakt aan de fiscale geheimhoudingsplicht
en het belang van de inspectie en controle (handhaving en toezicht).
-
– Aangezien ik uw Kamer snel inzicht wil geven in de volledige handleidingen zal ik
daarnaast de handleidingen in zijn geheel vertrouwelijk aan uw Kamer verstrekken.
Daarbij zal ik alleen de namen van ambtenaren anonimiseren. De handleiding 2020 verstrek
ik vandaag al vertrouwelijk ter inzage aan uw Kamer1. De andere handleidingen zo spoedig mogelijk. Deze handleidingen worden vertrouwelijk
ter inzage gegeven aangezien deze handleidingen informatie bevatten die raakt aan
de fiscale geheimhoudingsplicht en het belang van de inspectie en controle (handhaving
en toezicht).
Ik verwacht uw Kamer met de voortgangsrapportage Herstellen Verbeteren en Borgen,
die ik in de week van 9 mei aan uw Kamer wil sturen, nader te kunnen informeren over
het openbaar maken van de handleidingen en het vertrouwelijk verstrekken van de handleidingen
van de andere jaren.
Ik hecht er daarnaast aan om nogmaals te benadrukken dat in oktober 2020 het proces
analyse aan de Poort tijdelijk is stilgezet. Op 31 maart 2021 (Kamerstuk 31 066, nr. 803) is uw Kamer geïnformeerd over de invoering van aanvullende waarborgen voor het proces.
De aanwezigheid van deze waarborgen is onderzocht door de Auditdienst Rijk (ADR).
Het rapport hierover is op 31 maart 2021 met uw Kamer gedeeld. De ADR heeft de werking
van de (versterkte) waarborgen ook in de praktijk onderzocht. Dat rapport is op 25 november
2021 (Bijlage bij Kamerstuk 31 066, nr. 920) aan uw Kamer gestuurd. Met de nieuwe waarborgen zijn de query’s aan de Poort inmiddels
weer hervat en het proces om aangiften met schrijf- en/of andere invulfouten te verbeteren
loopt weer. Het intensief toezicht op aangiften met een AKI-code 1043 ligt nog stil.
De Staatssecretaris van Financiën,
M.L.A. van Rij