31 052
Ontwikkelingen rond de mogelijke overname van ABN AMRO Bank

nr. 7
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 12 december 2007

De vaste commissie voor Financiën1 heeft op 8 november 2007 overleg gevoerd met viceminister-president, minister Bos van Financiën over:

– ontwikkelingen rond de mogelijke overname van ABN AMRO (31 052).

Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissie

De heer Irrgang (SP) wijst op de grote publieke belangen die samenhangen met het lot van ABN AMRO: de stabiliteit van de financiële sector, de werkgelegenheid in de financiële sector en de positie van de spaarders. De Tweede Kamer heeft een zware verantwoordelijkheid in de controle op de minister van Financiën en op de toezichthouder. Twee derde van de fusies en overnames in de financiële sector mislukt en het zijn vaak de werknemers die de rekening betalen. Bij splitsing van een bedrijf zijn de risico’s alleen nog maar groter. Splitsing van een systeembank is nog nooit vertoond en de splitsing van ABN AMRO is dan ook onverantwoord, zeker ten tijde van een kredietcrisis. ABN AMRO wordt een boedel die drie jaar lang gesplitst en verdeeld moet worden tussen Fortis en RBS. Daarbij kunnen talloze belangenconflicten ontstaan. Het bestuur kan verlamd raken omdat voor belangrijke besluiten instemming van de drie partners vereist is. Is het begrip «belangrijke besluiten» wel voldoende gedefinieerd?

De splitsing is ook onverantwoord omdat het échte kapitaal van de onderneming, de mensen, in meerderheid tegen is. Het menselijk kapitaal is veel belangrijker, maar het aandelenkapitaal beslist. Het risico dat de mensen vertrekken is groot. In dit verband wordt gesproken van een restrisico. Kan de minister aangeven hoe groot dat restrisico is? De toezichthouder heeft vergelijkbare plannen van TCI eerder «een brug te ver» genoemd. Waarom heeft de minister toch een verklaring van geen bezwaar (vvgb) afgegeven?

In de vvgb staat dat verandering in de identiteit van de aanvragers moet worden gemeld. Wat is het gevolg als de Belgische toezichthouder hoofdtoezichthouder wordt? Als Fortis in handen van een andere meerderheidsaandeelhouder komt, hoeft het dus alleen aan die Belgische toezichthouder te worden gemeld. Nederland moet een doorslaggevende stem hebben als een Nederlandse systeembank een andere eigenaar krijgt. Zal de minister er alles aan doen om te voorkomen dat de Belgische toezichthouder hoofdtoezichthouder wordt?

De overname is goedgekeurd. Had deze goedkeuring wel moeten worden losgekoppeld van het oordeel over de splitsingsplannen? De minister kan niet meer terug als hij niet akkoord gaat met splitsing. Hoe zal de Kamer betrokken worden bij de nieuwe vvgb’s voor de uitvoering van de splitsingsplannen?

De heer Tang (PvdA) vindt de overname van ABN AMRO een ongemakkelijk feit, omdat de gevolgen nog niet duidelijk zijn. Voor de werknemers wordt de komende jaren pas duidelijk wat een en ander betekent voor hun baan. Het gevaar bestaat dat mensen daardoor weggaan, waarmee het grootste kapitaal van de bank zou verdwijnen. Ook de gevolgen voor de Nederlandse economie zijn onzeker. Nederland heeft belang bij een sterke financiële sector, maar de splitsing van ABN AMRO is onmiskenbaar een verzwakking.

Het overnameproces had niet gestopt kunnen worden. Tijdens het spel kan de politiek de spelregels niet veranderen. De spelregels bevatten overigens heel duidelijke waarborgen voor financieel toezicht en systeemstabiliteit. De overname is echter wel uniek en de risico’s zijn voor een deel onbekend. Terecht bevat de vvgb veel voorwaarden, zodat de toezichthouder de operationele risico’s kan beperken.

In de brief van De Nederlandsche Bank (DNB) worden de risico’s helder aangegeven. Het is mogelijk dat de partners zich niet voor het geheel verantwoordelijk voelen. Evenzeer is het mogelijk dat er verschillen van inzicht zijn of dat men hetzelfde onderdeel wil hebben. Wat houdt het restrisico precies in? Zijn er geen voorwaarden aan te verbinden?

DNB wijst erop dat de bank wat kleiner en wat Nederlandser is geworden. Bij een internationaal gediversifieerde onderneming kunnen klappen makkelijker worden opgevangen. Fortis moet een forse aandelenuitgifte doen, terwijl zijn aandelenkoers daalt. De nieuwe combinatie kan op korte termijn zelf doelwit van een overname worden. Als dergelijke risico’s niet aan voorwaarden te binden zijn, moet vastgesteld worden dat goed toezicht vanuit Nederland onontbeerlijk is. DNB moet derhalve leading supervisor zijn.

Er waren twee alternatieven voor de overname. Het standalone-scenario ontbrak, terwijl werknemers het regelmatig op de agenda hebben trachten te zetten. Heeft een persoonlijk belang van de leden van de raad van bestuur wellicht een rol gespeeld? Voordat het consortium ten tonele verscheen, zijn er gesprekken met ING geweest. Had de politiek daarin geen rol moeten spelen?

Het is onbegrijpelijk dat werkgeversvoorzitter Wientjes de verantwoordelijkheid bij de politiek legt en daarmee volledig voorbijgaat aan de primaire verantwoordelijkheid van de raad van bestuur en de raad van commissarissen.

De heer Weekers (VVD) denkt dat de beroering rond de overname van ABN AMRO voornamelijk verband houdt met onzekerheid. Mensen vrezen voor hun baan, klanten vragen zich af of hun geld wel veilig is en Nederlanders met Oranjegevoel zien een toonaangevend bedrijf uit Nederland vertrekken. Daarnaast is er onzekerheid over het gehele financiële systeem.

ABN AMRO heeft zichzelf in de etalage geplaatst. De bank heeft wettelijk mogelijke beschermingsconstructies afgebroken. De bank heeft zich bovenal kwetsbaar gemaakt door onder de maat te presteren. De jaren ervoor heeft de bank de mogelijkheden van de vrije markt zelf gebruikt om in het buitenland te expanderen. De uitkomst van dit overnameproces is dus «all in the game». Inmiddels hebben de aandeelhouders gesproken en is ook de voorzitter van de raad van commissarissen tevreden met de uitkomst. De nieuwe bank heeft een sterke Benelux-thuismarkt. Idealiter blijft de bank stevig geworteld in Nederland.

De minister van Financiën heeft in het hele proces heel zuiver gehandeld. Politieke druk om tijdens het spel de regels te veranderen, heeft de minister weerstaan. Een betrouwbare overheid in een vrijemarkteconomie is een van de pijlers van een goed investeringsklimaat. Wat vindt de minister in dit verband van de kritiek van de heer Wientjes en eerder van de heer Kalff?

De minister van Financiën heeft tijdens het proces informele gesprekken gevoerd over werkgelegenheid, over de betekenis van de nieuwe bank voor Amsterdam als financieel centrum, en over de visie van Fortis en RBS op de positie van de nieuwe bank in de wereld en de betekenis daarvan voor het Nederlandse smaldeel ervan. Is er informeel ook gesproken over een mogelijke groei van de werkgelegenheid, mede gelet op de Fortisbenadering van outsourcing? Heeft de minister inzicht in de taken die in Nederland blijven en die verhuizen, en in de economische betekenis daarvan?

De minister dient zich in te spannen voor DNB als leading supervisor van de nieuwe bank. Terecht zijn de vervolgstappen gebonden aan nieuwe vvgb’s, maar hoe reëel zijn de mogelijkheden om zo’n verklaring te weigeren als er geen weg terug is?

Wat is de reactie van de minister op het artikel in Het Financieele Dagblad waarin de bestuursvoorzitter van ING dreigt met vertrek uit Nederland? Hoe moet diens kritiek op het financieel toezicht worden verstaan?

Mevrouw Blanksma-van den Heuvel (CDA) bevestigt dat sprake is van een uniek proces. Met de overname verliest Nederland een gezichtsbepalend bedrijf met een rijke traditie. De politiek moet deze gebeurtenis als een uitdaging zien om blijvend actief te investeren in een goed vestigingsklimaat, excellerend onderwijs, een uitstekend fiscaal klimaat, innovatiekracht en een goede infrastructuur.

Welke afspraken heeft de minister met het consortium gemaakt over de hoofdvestiging en over de Nederlandse cultuur in de nieuwe combinatie? Wat is zijn reactie op de kritiek op de houding van de politiek rond het overnameproces?

In het komende splitsingsproces is zorgvuldigheid van groot belang voor de continuïteit van de bank, voor de werknemers, voor de klanten en voor de financiële stabiliteit in Nederland. De vvgb geeft aan dat de splitsing niet zonder risico’s is. Er moet aan een zeer fors aantal voorwaarden worden voldaan. DNB waarschuwt voor de mogelijkheid dat een niet goed functionerende geldmarkt ertoe kan leiden dat de splitsing onordelijk zal verlopen. Wat kunnen de gevolgen voor de komende drie jaar zijn? Stel dat tijdens de transitiefase de voortgang van het proces stokt. Is er dan een weg terug? Welke sanctiemiddelen hebben de minister en DNB als het niet goed verloopt?

Er kunnen belangentegenstellingen ontstaan tussen ABN AMRO en de nieuwe eigenaren. Waarop wordt precies gedoeld met het woord «restrisico’s»? Hoe wordt geborgd dat de afgesplitste bancaire diensten voldoende worden ondersteund door automatisering? Hoe wordt voorkomen dat halverwege het proces een half uitgeklede bank resteert met een instabiel ICT-systeem? Ook de balansstructuur tijdens de splitsing verdient aandacht. Worden gedurende de splitsingsperiode voldoende solvabiliteitsgaranties afgegeven?

Het opstellen van een robuust transitieplan is een voorwaarde. In dit plan moet onder andere worden opgenomen hoe het consortium een grootschalig vertrek van personeel en cliënten zal proberen te voorkomen. Kan de stabiliteit van de bank in gevaar komen als dit niet lukt? De werknemers moeten zo snel mogelijk zekerheid krijgen over hun toekomst bij de bank. Zal het transitieplan deze zekerheid bieden? Hoe kijkt de minister tegen de lengte van het hele proces aan? Wat zijn de mijlpalen in het proces?

Gezien het belang van goed toezicht is de vraag gewettigd of de minister meent dat DNB voldoende middelen heeft om de splitsing effectief te laten verlopen. Kan hij garanderen dat DNB voldoende overzicht en bevoegdheden heeft om op de juiste momenten adequaat in te grijpen?

De rol van de buitenlandse toezichthouders verdient verduidelijking. Op welke wijze wordt samengewerkt en wie heeft uiteindelijk de leiding? Klopt het dat tijdens het integratieproces DNB leading is, maar dat nog onduidelijk is waar deze verantwoordelijkheid na voltooiing van het proces ligt? Een leidende rol van DNB is ook na het proces gewenst. Hoe kijkt de minister hiertegen aan?

Wat is de betekenis van de voorwaardelijke goedkeuring van Europees commissaris Kroes? Op welke manier zal Fortis voldoen aan de gestelde eisen? Wat zijn de gevolgen voor de werknemers bij de af te stoten onderdelen?

Mevrouw Koşer Kaya (D66) zegt dat fusies, overnames en splitsingen in het bedrijfsleven een zaak zijn van het bedrijfsleven zelf. De overheid moet niet op de stoel van de ondernemers gaan zitten. Wel moet in het oog gehouden worden of de randvoorwaarden die de overheid stelt, voldoende zijn. Dat is op dit moment lastig te bepalen, omdat het splitsingsproces nog geruime tijd zal duren. Hoe wordt de naleving gehandhaafd tijdens het proces? Is geen sprake van een rijdende trein?

De overnamestrijd heeft erg lang geduurd, waardoor de risico’s en de onzekerheid groter zijn geworden. Verdient het geen overweging om een aantal experts te vragen om een analyse van de gebeurtenissen? Wat zou de rol van de commissie-Frijns in dezen kunnen zijn?

De manier waarop de aandeelhouders buitenspel zijn gezet bij de verkoop van LaSalle is afkeurenswaardig. De Ondernemingskamer had er ook moeite mee, maar de Hoge Raad heeft anders beslist. Wat is de interpretatie van de minister van Financiën van deze jurisprudentie? Is hij bereid een notitie op te stellen aan de hand waarvan de Kamer kan bepalen of nadere wetgeving noodzakelijk is?

Terecht komt er een kabinetsreactie op het SER-advies over corporate governance. Gelet op de ontwikkelingen zal niet alleen de minister van Justitie, maar ook de minister van Financiën hierbij betrokken moeten worden.

De toegenomen concentratie op de Nederlandse bancaire markt zorgt ervoor dat de verhaalsmogelijkheid binnen het depositogarantiestelsel om financiële schade bij een faillissement van de nieuwe combinatie op te vangen kleiner is geworden. Het financiële stelsel is daarmee kwetsbaarder geworden. Hoe groot acht de minister dit risico? Het mededingingstoezicht en het financiële toezicht raken elkaar op dit punt.

De cijfers over de solvabiliteit zijn onleesbaar gemaakt. Wordt hiermee iets verborgen gehouden?

In hoeverre kan de beloning van het management van ABN AMRO een rol hebben gespeeld bij de overname door het consortium?

DNB wijst op de riskante financiële situatie waarin de splitsing plaatsvindt. Welke risico’s loopt Nederland? Bestaat er inzicht in de omvang van de problematiek?

Wat is de reactie van de minister op het artikel van Ieke van den Burg en Paul Kalma over hedgefondsen en private equity?

De heer Tony van Dijck (PVV) vindt het te betreuren dat ABN AMRO wordt overgenomen en opgeknipt. De spelregels konden tijdens het spel niet veranderd worden, maar terugkijkend moet worden bezien of de spelregels wel voldoen.

De overname is ingeleid door een reeks strategiewijzigingen in de afgelopen jaren. Het zijn niet de aandeelhouders die ABN AMRO hebben verkocht, het is het bestuur dat de bank in de etalage heeft gezet. Er lijkt nu aangestuurd te worden op een inperking van de macht van de aandeelhouders. Activistische aandeelhouders moeten niet de mogelijkheid hebben om bij de kleinste tegenvallers het bestuur het mes op de keel te zetten, maar het probleem is veeleer dat bedrijven tegen hun bestuurders moeten worden beschermd. De overheid heeft een duidelijke taak om te controleren of alle belangen van alle stakeholders wel adequaat door het bestuur worden behartigd. Elke geplande overname van beursgenoteerde ondernemingen dient te worden voorgelegd aan een op te richten takeoverpanel. Het panel zou bijvoorbeeld een gouden aandeel kunnen bezitten, waardoor het formeel bepaalde beslissingen die niet de belangen van alle aandeelhouders dienen, kan tegenhouden.

Bepaalde overnames kunnen het nationaal belang raken. Ook hier ligt een taak voor de overheid. Overnames kunnen ook een verlies voor de schatkist betekenen. Overheidsinmenging is bij grote overnames niet meer dan terecht. De overheid mag zich niet verschuilen achter Europese regelgeving in dezen. De Nederlandse overheid moet opkomen voor haar eigen belangen en moet de welvaart van de Nederlandse bevolking waarborgen.

Welke invloed heeft de minister gehad tijdens het overnameproces? Wat zou hij anders doen als er morgen door een Chinees staatsfonds een bod op ING gedaan wordt?

Antwoord van de minister

De minister bevestigt dat het gaat om een boeiend, uitdagend en complex overnameproces, waarin inmiddels de fase van de transitieperiode is ingetreden. Het merk ABN AMRO, veel activiteiten en de excellente expertise en dienstverlening blijven behouden, maar wel in een fundamenteel andere context. De wet schrijft zeer precies voor waar een minister van Financiën in zo’n proces wel of niet rekening mee mag houden. Tal van zaken die niet in de wet staan, maar die wel belangrijk zijn, zijn echter ook aan de orde gesteld. Daarbij kan worden gedacht aan de werkgelegenheid, de betrokkenheid van werknemers tijdens het proces en het vestigingsklimaat.

De minister had graag gezien dat de bank sterk genoeg was geweest om op eigen kracht door te gaan, maar het management van de bank heeft geoordeeld dat voortgaande zelfstandigheid de belangen van werknemers, los van andere belangen, op langere termijn niet zou dienen. Een standalone-scenario is wel degelijk in de laatste fase uitgebreid bestudeerd, bijvoorbeeld door de centrale ondernemingsraad. Daarbij is extern advies ingewonnen. De raad heeft uiteindelijk ook geconcludeerd dat deze variant niet het beste perspectief voor de toekomst bood. De belangen van werknemers en wellicht ook van tal van andere stakeholders zijn op langere termijn gebaat bij het feit dat ABN AMRO een sterke partner gevonden heeft met een sterke thuismarkt in de Benelux. De partner is al deels Nederlands van karakter en heeft een goede reputatie op het gebied van sociaal beleid en groei van werkgelegenheid.

De wet bood geen ruimte om een vvgb te weigeren. Als de partijen voldoen aan de wettelijke voorwaarden, moet een vvgb worden afgegeven. Als geen toestemming mag worden verleend voor iets wat nooit eerder gedaan is, is sprake van een recept voor stilstand. Komend voorjaar zal een evaluatie van het proces aan de Kamer worden gestuurd. De toereikendheid van de overheidsspelregels zal daarvan zeker onderdeel uitmaken.

De minister wenst niet mee te werken aan beeldvorming dat sprake zou zijn geweest van niet-integer bestuur. Voor transparant functioneren van het bedrijfsleven is het van belang dat ook de schijn van belangenverstrengeling wordt vermeden. Om die reden is in het Besluit openbare biedingen opgenomen dat bij overnames en fusies per bestuurder volledige transparantie moet worden gegeven van de beloningsonderdelen. Naar aanleiding van de rapportage van de commissie-Frijns zal hierop worden teruggekomen. Als de houding van de bestuurders van ABN AMRO primair geleid zou zijn door persoonlijk financieel gewin, dan zouden zij nooit hebben geadviseerd om voor Barclays te gaan.

In de media zijn vele uitlatingen gedaan over de manier waarop de overheid zich in de vroege fase van de besprekingen had moeten opstellen. ABN AMRO was al enige tijd bezig met een oriëntatie op de toekomst, al of niet samen met partners. Die strategische heroriëntatie is dus niet ingegeven door de bemoeienis van TCI. Tegenover een mogelijk samengaan met ING heeft de minister een positieve, open houding aangenomen. Dat het uiteindelijk niet gelukt is, heeft met name met de prijs te maken. Overigens moet aangetekend worden dat een dergelijke combinatie tot grote mededingingsrechtelijke vragen aanleiding zou hebben gegeven. De gevolgen voor de werkgelegenheid in Nederland zouden verder vele male groter zijn geweest dan bij de scenario’s met Barclays of Fortis. De nieuwe entiteit zou bovendien niet onkwetsbaar zijn geworden voor overnamepogingen van derde partijen.

Op elk moment dat de minister en DNB in de komende tijd bij het transitieproces betrokken zijn omdat vvgb’s moeten worden verstrekt, zal daarover verantwoording worden afgelegd. De eerste vvgb is afgegeven op basis van het advies van DNB. Als de bank negatief adviseert, zal de minister niet positief adviseren. Als de bank positief adviseert, kan de minister alsnog negatief adviseren. De onderwerpen waarop de minister toetst, staan strak in de wet omschreven en hebben met name betrekking op het financiële systeem. DNB is primair verantwoordelijk voor zaken die zich binnen de onderneming afspelen. De minister zal de komende vvgb’s, die vooral betrekking zullen hebben op zaken die zich binnen de nieuwe onderneming afspelen, aan de Kamer ter hand stellen. DNB is daar leading in. De partijen hebben er vanzelfsprekend geen belang bij dat de overheid vertragend optreedt in het verdere proces. De facto heeft de overheid dus een drukmiddel om zorgvuldigheid af te dwingen.

De Kamer zal op de hoogte worden gesteld van het tijdpad dat het consortium voor ogen staat. In elke fase van de komende transitie moet duidelijk zijn wie waarvoor verantwoordelijk is. Het moet bij elke stap voor de toezichthouder duidelijk zijn wie erop kan worden aangesproken. Het feit dat het in zo’n proces onvermijdelijk is dat personen een andere functie krijgen, is een kwetsbaar gegeven. Er zijn nadrukkelijk eisen gesteld aan de transparantie en de continuïteit van de bezetting van belangrijke posten, alsmede aan het behoud van kennis en deskundigheid. Daarnaast moet de rapportage aan de toezichthouder in elk stadium van het proces kloppen. Op momenten dat splitsingen plaatsvinden, mag de financiële dienstverlening niet in het gedrang komen. DNB heeft tijdelijk extra mensen aangesteld om daarop toe te zien. De Kamer kan de minister ter verantwoording roepen over de handelwijze van de toezichthouder in dezen.

Alles wat de minister en DNB als risico hebben herkend en benoemd, is adequaat beheersbaar gemaakt. Daarbij is uitgebreid gebruikgemaakt van extern advies. Het restrisico is een containerbegrip voor datgene wat niet vooraf benoemd kan worden. De minister en DNB achten dat restrisico klein en beheersbaar.

De uitspraken van de president van DNB rond de ideeën van TCI moeten gezien worden in het licht van het feit dat het ging om een niet-bancaire partij. TCI leek geen oog te hebben voor de bancaire toekomst, noch voor de gevolgen voor de financiële dienstverlening aan consumenten. Slechts de aandeelhouderswaarde telde.

Het consortium heeft 70 mld. betaald om ABN AMRO over te nemen. Het heeft dus geen belang bij weglopende werknemers en weglopende klanten. Er zitten dus prikkels in het proces ingebakken om een en ander adequaat af te wikkelen.

De mededingingsrechtelijke afweging loopt in veel opzichten parallel aan de afweging rond de stabiliteit en betrouwbaarheid van het financiële systeem. Als dingen in een financieel bedrijf fout gaan, kunnen een heleboel andere financiële partijen daar last van krijgen. Er dreigen domino-effecten en kredietverleningsketeneffecten. Al dit soort afwegingen leidt tot de conclusie dat het aantal marktpartijen niet te klein moet zijn. Met het nieuwe consortium kent de Nederlandse markt nog drie heel grote partijen. Niettemin heeft Brussel geoordeeld dat op een aantal punten sprake was van een te grote concentratie. Het nieuwe bedrijf heeft enkele onderdelen moeten afstoten. In de toegezegde evaluatie zal ook op dit punt worden ingegaan.

Tijdens de opsplitsingsfase is DNB toezichthouder. De Nederlandse en Belgische toezichthouder hebben een overeenkomst gesloten waarin staat wie waarvoor verantwoordelijk is. De bancaire activiteiten die door banken in Nederland worden ondernomen, vallen altijd onder het toezicht van DNB. Als een Nederlandse bank in België actief is, vallen deze activiteiten onder het toezicht van de Belgische toezichthouder. In de overeenkomst staat dat voor de verzekeringstak van het nieuwe consortium DNB leidend toezichthouder is. Voor de bancaire tak is de Belgische toezichthouder leidend.

De overheid is steeds actief geweest in het hele overnameproces. Zo is bij het management van de nieuwe onderneming de uitdrukkelijke wens uitgesproken om de ondernemingsraden te blijven betrekken bij de veranderingen in de komende maanden en jaren. Het management heeft de verzekering gegeven dat dat zal gebeuren. Verder zijn gesprekken gevoerd met de medezeggenschapsraad van Fortis en met de centrale ondernemingsraad van ABN AMRO om de steun van de Nederlandse overheid duidelijk te maken. Ook kwesties als een adequaat Nederlands hoofdkantoor en de vraag of bepaalde activiteiten in Nederland aanwezig blijven, zijn in de gesprekken aan de orde gesteld.

Deze week is een conceptadvies van de SER gepubliceerd, waarover het kabinet nog geen standpunt heeft ingenomen. De SER is niet bij voorbaat het meest geëigende orgaan om te adviseren over corporate governance, omdat aandeelhouders daarin niet vertegenwoordigd zijn. Het debat over de rol van de Ondernemingskamer wordt te zeer op de persoon gespeeld. De Ondernemingskamer is een kamer van meerdere onafhankelijke rechters, die in volle integriteit de wet proberen toe te passen. In reactie op de rapportage van de commissie-Frijns is al besloten het gehele enquêterecht te evalueren.

De rol van private equity en hedgefondsen zal nog onderwerp zijn van een debat met de Kamer. Ruim voorafgaand aan dat debat zal worden gereageerd op de berichtgeving die betrekking heeft op het onderzoek.

In het Verenigd Koninkrijk houdt een takeoverpanel als marktmeester orde in dit type van biedingsprocessen. Nederland heeft daarvoor de AFM. Met het Besluit openbare biedingen heeft de AFM meer en vroegere bevoegdheden gekregen. Op een passend tijdstip zal worden bezien of dit adequaat is. De bewindslieden van EZ en van Financiën verrichten een inventarisatie van sectoren waarover wat de vitale functies betreft bezorgdheid gepast is. Bezien wordt of de bescherming goed geregeld is of beter geregeld moet worden. Rond de Nota Deelnemingenbeleid zal een eerste visie worden gepresenteerd.

Nadere gedachtewisseling

De heer Irrgang (SP) is er niet van overtuigd dat het in het algemeen belang is geweest dat de vvgb aan het consortium is gegeven.

Heeft Nederland een zwaarwegende stem als de Belgische toezichthouder leidend wordt en een buitenlandse financiële partij Fortis wil overnemen?

De minister dient in te gaan op de vragen die de SER heeft opgeroepen over het functioneren van de Ondernemingskamer als instituut.

De heer Weekers (VVD) heeft een toekomstvisie van de minister gemist. Hij had graag meer gehoord over de kansen en uitdagingen van de nieuwe combinatie en over de economische betekenis van de overname voor Nederland.

Is het juist dat alles nog mogelijk is in de toezichtstructuur na de transitieperiode? Het zou goed zijn als DNB leading supervisor van het nieuwe concern wordt.

De minister dient alsnog in te gaan op de kritiek van de bestuursvoorzitter van ING. Wat schuilt er achter diens kritiek op de kwaliteit van het toezicht en op het Nederlandse vestigingsklimaat?

Mevrouw Blanksma-van den Heuvel (CDA) is zeer teleurgesteld door de beantwoording. De minister is onvoldoende inhoudelijk ingegaan op de combinatie van risico’s die zich in het splitsingsproces zullen voordoen. In de loop van het proces moet er alsnog een gelegenheid worden gecreëerd om hierop dieper in te gaan. Vandaag dient de minister nog wel iets te zeggen over de gevolgen van de uitspraak van eurocommissaris Kroes.

Mevrouw Koşer Kaya (D66) herinnert aan haar vraag naar de afbakening van het mededingingstoezicht en het financiële toezicht als zou blijken dat het risico voor klanten in een meer geconcentreerde markt groter wordt.

Waarom zijn de cijfers over het vereiste solvabiliteitsratio in de stukken onleesbaar gemaakt?

DNB wijst nadrukkelijk op de riskante financiële situatie waaronder de splitsing plaatsvindt. Welke risico’s loopt Nederland? Bestaat inzicht in de omvang van de problematiek?

De heer Tony van Dijck (PVV) vraagt in hoeverre scenario’s kunnen worden aangepast om in de toekomst meer invloed te hebben bij dit soort cruciale overnames. Er hoeft niet getornd te worden aan de aandeelhoudersmacht, maar de besturen en de raden van commissarissen lijken niet altijd alle belangen van alle stakeholders te behartigen.

De minister zegt dat belangenconflicten tussen de verschillende consortiumpartijen voor de toekomst niet uitgesloten zijn. In de vvgb worden heldere regels gesteld voor verantwoordelijkheden, governance, aanspreekpunten, enz. Op deze manier houden overheid en toezichthouder er zicht op en worden de risico’s beheersbaar gehouden.

Omdat Fortis een bancaire vergunning in Nederland heeft en groter is dan 10% van de bancaire markt, zal een nieuwe overname weer aan een vvgb-procedure onderhevig zijn. Als een eventuele overnamepartner serieuze risico’s met zich meebrengt voor de stabiliteit in het financiële systeem, biedt de vvgb-procedure mogelijkheden.

De overeenkomst omtrent het toezicht is helder: het bancaire bedrijf zal onder de Belgische toezichthouder vallen en het verzekeringsbedrijf onder de Nederlandse toezichthouder. Deze afspraak geldt totdat een nieuwe afspraak wordt gemaakt. Het is aan DNB om daartoe eventueel het initiatief te nemen. DNB is zeer wel in staat om daarover te spreken op een daartoe geëigend moment.

De minister spreekt regelmatig met de bestuursvoorzitter van ING. Bij een volgende gelegenheid zal worden ingegaan op de kritiek die deze onlangs geuit heeft, zeker als het gaat om de kritiek op de kwaliteit van het toezicht. De Kamer zal over het resultaat van deze bespreking worden ingelicht.

In een brief zullen de Kamer de risico’s en de procedures rond toekomstige vvgb’s nog eens worden voorgelegd.

Over de afstoting van de HBU is weinig te melden. Bedrijven gaan rechtstreeks naar de mededingingsautoriteit. DNB heeft geconcludeerd dat de beslissing van de mededingingsautoriteiten geen gevolgen heeft voor die aspecten van het financieel systeem waar de toezichthouder op geacht wordt te letten.

De solvabiliteitscijfers zijn onleesbaar gemaakt omdat het gaat om vertrouwelijke, concurrentiegevoelige gegevens. De Europese richtlijnen schrijven in dezen geheimhouding voor om open informatievoorziening tussen financiële ondernemingen en toezichthouders mogelijk te maken.

Een van de aanvullende voorwaarden in de vvgb had betrekking op het beschikken over adequate financieringsmogelijkheden. De solvabiliteit, de degelijkheid en de stabiliteit van alle deelnemende partijen blijven continu onderwerp van aandacht van de toezichthouder. Over de risico’s in de wereld van de internationale financiële markten en de potentiële gevolgen daarvan voor Nederland wordt vrijwel elke maand gesproken in Ecofin-verband. De crisis is nog niet voorbij, maar de gevolgen voor de Nederlandse reële economie lijken beperkt te blijven. Her en der in het financiële systeem vallen klappen, maar deze lijken redelijk aan Nederland voorbij te gaan.

Komend voorjaar zal een evaluatie van het proces worden uitgebracht. Aangetekend moet worden dat aandeelhoudersbelangen in veel opzichten ook werknemersbelangen zijn. Zo zijn de pensioenvermogens voor een heel groot deel in aandelen belegd. Een al te strikte scheiding tussen werknemersbelangen en aandeelhoudersbelangen kan niet worden aangebracht.

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën,

Blok

De adjunct-griffier van de vaste commissie voor Financiën,

Vente


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), Vendrik (GroenLinks), Blok (VVD), voorzitter, Ten Hoopen (CDA), ondervoorzitter, Weekers (VVD), Gerkens (SP), Van Haersma Buma (CDA), De Nerée tot Babberich (CDA), Dezentjé Hamming (VVD), Omtzigt (CDA), Koşer Kaya (D66), Irrgang (SP), Luijben (SP), Kalma (PvdA), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Cramer (ChristenUnie), J. Kortenhorst (CDA), Van der Burg (VVD), Tony van Dijck (PVV), Heerts (PvdA), Gesthuizen (SP), Ouwehand (PvdD), Tang (PvdA) en Vos (PvdA).

Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Halsema (GroenLinks), Remkes (VVD), Jonker (CDA), Aptroot (VVD), Van Gerven (SP), Jan de Vries (CDA), Van Hijum (CDA), De Krom (VVD), De Pater-van der Meer (CDA), Pechtold (D66), Kant (SP), Ulenbelt (SP), Van der Veen (PvdA), Anker (ChristenUnie), Mastwijk (CDA), Nicolaï (VVD), De Roon (PVV), Smeets (PvdA), Karabulut (SP), Thieme (PvdD), Heijnen (PvdA), Spekman (PvdA) en Van Dam (PvdA).

Naar boven