31 051
Evaluatie Wet bescherming persoonsgegevens

nr. 4
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 februari 2009

Hierbij bied ik u, mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het onderzoeksrapport «Wat niet weet, wat niet deert, Evaluatieonderzoek werking Wbp» aan.1 Dit rapport betreft de tweede fase van de evaluatie van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Het rapport treft u aan als bijlage. Met het verschijnen van het onderhavige rapport is aan de opdracht van artikel 80 van de Wbp volledig voldaan.

Over de bevindingen van het onderzoek «Eerste fase evaluatie Wbp, literatuuronderzoek en knelpuntenanalyse» lichtte ik u reeds in bij brief van 15 mei 2007 (Kamerstukken II 2006/07, 31 051, nr. 1).

In mijn brief van 29 januari 2008 (Kamerstukken II 2007/08, 31 051, nr. 3) lichtte ik u reeds in over de gunning van het hierbij aangeboden onderzoek, de onderzoeksvragen en de overige aspecten van het onderzoek. Inmiddels is ook het rapport van de Adviescommissie veiligheid en de persoonlijke levenssfeer uitgebracht.

Ik zal samen met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over beide evaluatie-onderzoeken en het rapport van de Adviescommissie Veiligheid en persoonlijke levenssfeer in het voorjaar van 2009 een inhoudelijke reactie toezenden.

De minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven