Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 juni 2017
Op 14 april 2017 heb ik u in mijn brief «Reactie op vragen en opmerkingen op de brief
van 20 september 2016 over Fiscale moties en toezeggingen Tweede Kamer» (Kamerstuk
34 550 IX, nr. 22) bericht «dat de Hoge Raad op 24 februari 2017 in een drietal zaken heeft geoordeeld
dat de Belastingdienst voor de controle van rittenregistraties in het kader van privégebruik
van een auto van de zaak geen gebruik mag maken van met ANPR-camera’s vastgelegde
beelden». Ook heb ik u daarbij gemeld dat vooralsnog daarom het gebruik van camerabeelden
voor de motorrijtuigenbelasting (MRB) eveneens is stopgezet.
In deze brief informeer ik u daarover nader.
Het vernietigen van ANPR-camerabeelden
Naar aanleiding van genoemd arrest van de Hoge Raad heeft de Autoriteit Persoonsgegevens
(AP) op 16 maart 2017 de Belastingdienst verzocht de ANPR-camerabeelden alsnog direct
en onomkeerbaar uit de bestanden te verwijderen en te vernietigen en haar hier over
te informeren.
Voor het systematisch vernietigen van de ANPR-camerabeelden was een gestructureerd
proces nog in voorbereiding. Wel heeft op een aantal momenten vernietiging van fiscaal
niet-relevante beelden plaatsgevonden.
Het vernietigen van het centrale bestand met ANPR-camerabeelden naar aanleiding van
de uitspraak van de Hoge Raad en het nadien ontvangen verzoek tot vernietiging van
de Autoriteit Persoonsgegevens nam enige tijd in beslag en is op 4 mei 2017 afgerond.
Per die datum zijn er bij de Belastingdienst geen centrale bestanden meer met ANPR-camerabeelden.
De beelden zijn vernietigd inclusief de bij de beelden horende metadata (gegevens
over de beelden, zoals datum, tijd, plaats). Het proces om de camerabeelden uit de
technische back-ups te verwijderen loopt en is gereed 90 dagen na 4 mei 2017. Inbreuk
maken op deze geautomatiseerde procesgang is niet mogelijk. Deze back-ups zijn voor
gebruik niet benaderbaar.
Het is niet uit te sluiten dat in decentrale bestanden nog ANPR-camerabeelden opgeslagen
zijn. Zo kunnen bijvoorbeeld in dossiers van individuele belastingplichtigen nog ANPR-camerabeelden
opgeslagen zijn. Het gaat bij individuele dossiers om één of enkele ANPR-camerabeelden
die relevant zijn voor een bepaald belastingjaar. De ANPR-camerabeelden zijn aan het
dossier van een individuele belastingplichtige toegevoegd en blijven daar onderdeel
van uitmaken totdat het dossier na afloop van de bewaartermijn vernietigd wordt.
De Belastingdienst zal de mogelijkheid onderzoeken om met digitale middelen de decentrale
bestanden, waaronder de relevante individuele dossiers, te lichten en de ANPR-camerabeelden
daaruit te verwijderen en te vernietigen. Overigens is het geen eenvoudige opgave
om dit te realiseren.
Parallel daaraan wordt onderzocht of vernietiging mogelijk is zonder in strijd te
komen met het bepaalde in de Archiefwet.
Over deze problematiek staat de Belastingdienst ook in contact met de AP.
Het toekomstig gebruik van ANPR-camerabeelden
Hoewel de arresten van de Hoge Raad niet zien op de MRB en de belasting op zware motorvoertuigen
(BZM) zijn zij voor de Belastingdienst wel aanleiding om de verwerkingstijd en de
periode waarin de vernietiging van de fiscaal niet-relevante camerabeelden plaatsvindt
voor de MRB en de BZM opnieuw te beoordelen en die processen te gaan versnellen. Naar
de huidige inzichten zou de Belastingdienst binnenkort na aanpassing van die processen
voor de MRB en de BZM weer gebruik gaan maken van ANPR-camerabeelden. Hierover treedt
de Belastingdienst in overleg met de AP.
Voor het gebruik van ANPR-camerabeelden in de sfeer van de bijtelling in de inkomsten-
en loonbelasting wordt bekeken op welke wijze die wettelijke grondslag het best vorm
kan krijgen.
De Staatssecretaris van Financiën,
E.D. Wiebes