31 050
Wijziging van de Wet financiering sociale verzekeringen, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen in verband met het afschaffen van de mogelijkheid om eigenrisicodrager te worden voor de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en de Inkomensverzekering voor volledig en duurzaam arbeidsongeschikten in het kader van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, het afschaffen van de premiedifferentiatie voor de Arbeidsongeschiktheidskas en enige andere wijzigingen

nr. 5
VERSLAG

Vastgesteld 2 juli 2007

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1, belast met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel van wet voldoende voorbereid.

1. Algemeen

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel waarin geregeld wordt dat er in plaats van een gedifferentieerde premie voor de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) een uniforme premie WAO geldt en dat het niet meer mogelijk is om eigenrisicodrager voor de WAO te worden. Zij kunnen instemmen met de voorstellen over de financiering en het eigenrisicodragen voor de IVA, de regeling voor volledig en duurzaam arbeidsongeschikten in de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA).

Met dit wetsvoorstel wordt uitvoering gegeven aan onderdeel IV, Participatie uit het coalitieakkoord van 7 februari 2007. Daarnaast is het wetsvoorstel in lijn met de wens uit het CDA-verkiezingsprogramma om de Pemba af te schaffen. Door de Pemba-boete betalen werkgevers nu meer WAO-premie naarmate ze meer personeel in de nieuwe WAO, de WIA, laten instromen. De Pemba is een zogenaamde strafpremie voor werkgevers met veel afgekeurden. Volgens de leden van de CDA-fractie is in de WIA deze prikkel niet meer nodig, omdat de instroom van nieuwe arbeidsongeschikten voldoende is gedaald en zij via de WGA al risico dragen.

De afschaffing van de Pemba was een integraal onderdeel van de «package-deal» bij het sociaal akkoord van 2004. «Als de instroom van arbeidsongeschikten voldoende zou dalen (25 000 op een 12-maanden basis), zouden niet alleen de IVA-uitkeringen voor volledig duurzaam arbeidsongeschikten worden verhoogd, maar zou ook de Pemba-boete voor een relatief hoge instroom in de WAO worden afgeschaft». Tenslotte blijft er een financiële prikkel bestaan omdat werkgevers gedurende twee jaar het loon doorbetalen van zieke werknemers voordat ze in de WAO kunnen (ze blijven dus belang houden bij bestrijding van ziekteverzuim). Met al deze maatregelen gaf het kabinet invulling aan het Najaarsakkoord van 5 november 2004. De leden van de CDA-fractie vragen of het niet mogelijk is, in lijn met de verhoging van de IVA-uitkering en consistentie en vertrouwen naar sociale partners, deze maatregelen eveneens per 1 juli 2007 in te voeren in plaats van 1 januari 2008.

Het wetsvoorstel geeft aan dat er geen premiedifferentiatie komt voor volledig en duurzaam arbeidsongeschikten (IVA) in de WIA. De leden van de CDA-fractie onderstrepen dit voorstel, dat in lijn is het het SER-advies «Werken aan arbeidsgeschiktheid». De werkgever kan immers weinig doen aan re-integratie van werknemers die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt raken en hoeft hier dus ook geen eigen risico met kans op hoge premie voor te betalen. Voor wat betreft de werkhervattingregeling gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA) zijn private verzekeraars beter in staat om maatwerk te bieden. De SER adviseert dat verzekeraars een betere premiestelling kunnen geven dan de overheid. Private uitvoering maakt het mogelijk om – in goed overleg tussen werkgever en werknemers – te komen tot een ketenaanpak van kwaliteit van de arbeid, preventiebeleid, actief verzuimbeleid en re-integratie, zo vroeg mogelijk in het traject van ziekte of arbeidsongeschiktheid. Hierdoor wordt de kans op herstel en re-integratie optimaal benut. De leden van de CDA-fractie zijn daarom blij met de visie van de regering om de WGA – volledig – privaat uit te voeren. Zij vragen wanneer voorstellen hiertoe verwacht kunnen worden en of bij de voorbereiding hiervan sociale partners betrokken zijn of zullen worden.

Zoals het wetsvoorstel aangeeft is de toegang tot de WAO per 29 december 2005 afgesloten. Er blijft wel nog een eigenrisicodragerschap voor de oude lopende gevallen voor werkgevers die al eigenrisicodrager WAO waren. De leden van de CDA-fractie vragen de regering hoe deze premie voor de werkgevers wordt vastgesteld omdat er geen mutaties meer plaatsvinden in de toestroom naar de WAO. Met andere woorden, heeft de prikkel voor deze eigenrisicodragende werkgevers dan nog enige relevantie? De leden van de CDA-fractie zouden ook graag van de regering vernemen hoe groot de groep is die nog eigenrisicodrager WAO zijn en die dat kunnen blijven.

Bij de invoering van de Wet WIA is aan het UWV budget ter beschikking gesteld voor de implementatie van het hele WIA-complex. Daaronder valt ook hetgeen met dit wetsvoorstel wordt geregeld. Hoe is het budget van de WIA precies besteed? Blijft er nog budget over?

Het wetvoorstel beschrijft het verschil tussen de minimale gedifferentieerde premie en de uniforme premie kan voor een grote werkgever met een nul-risico maximaal 0,4%-punt zijn (uitgaande van een uniforme premie van 0,4%) en het verschil tussen de maximale gedifferentieerde premie en de uniforme premie voor een werkgever met een hoog risico 1,2%-punt. Wat zijn hier de concrete effecten van, met andere woorden, wat betekenen deze percentages in euro’s voor de werkgevers? Kan de regering een onderbouwing geven van het percentage van 0,4%?

De leden van de CDA-fractie zijn van mening dat gestreefd moet worden naar lastendekkende premies. Is in de premiestelling ervan uitgegaan dat het Aok na 2010 «leeg» zal zijn? Kan de regering een overzicht geven van de Aok premies voor de jaren 2008–2010?

Tenslotte verzoeken de leden van de CDA-fractie de regering er kritisch op toe te blijven zien dat bij de overgang van een gedifferentieerde premie naar een uniforme premie er verbeteringen zullen optreden in de administratieve lasten en nalevingkosten voor werkgevers.

De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel voor wijziging van de Wet financiering sociale verzekeringen en enige andere wetten. Over dit wetsvoorstel hebben zij een aantal vragen.

Zowel de individuele premiedifferentiatie voor de grote werkgevers als de branchegewijze premiedifferentiatie voor de kleine werkgevers wordt afgeschaft, schrijft de regering. De leden van de PvdA-fractie vragen of de regering kan aangeven voor hoeveel bedrijven de gedifferentieerde premie hoger is dan de uniforme premie en voor hoeveel bedrijven de gedifferentieerde premie lager is dan de uniforme premie. Hoeveel werknemers werken bij deze twee typen bedrijven?

Werkgevers die al eigenrisicodrager WAO waren, kunnen dat blijven, schrijft de regering. Mogen bedrijven die nu eigenrisicodrager zijn, ervoor kiezen over te stappen naar de publieke verzekering met uniforme premie? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat moeten deze bedrijven dan doen om te kunnen overstappen? Kan de regering de handelingen opsommen die zij dan dienen te verrichten?

Het effect op de uitvoeringskosten van UWV is nihil, schrijft de regering op pagina 3 van de Memorie van Toelichting. De leden van de PvdA-fractie vragen dit nader te verklaren. Het lijkt voor de hand te liggen dat de berekening van een uniforme premie minder moeite kost dan de berekening van branche- en bedrijfsspecifieke premiehoogten. Valt binnen UWV budget vrij nu geen gespecificeerde premies meer berekend hoeven worden? Heeft UWV ooit serieus rekening gehouden met de mogelijkheid dat het systeem van premiedifferentiatie in stand zou blijven?

Voorts vragen de leden van de PvdA-fractie of de introductie van Pemba destijds samenging met een verandering van de administratieve lasten. Hoe verhoudt die eventuele verandering zich tot de situatie van nu (geen verandering van administratieve lasten)?

De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van de voorgestelde wijzigingen van de Wet financiering sociale verzekeringen, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.

De leden van de SP fractie hebben een aantal vragen:

Kan de regering inzicht verschaffen in het resultaat van de financiële prikkels voortkomend uit de PEMBA?

Kan de regering de volgende twee scenario’s middels een berekening van de premie uitwerken:

1. Het vermogen in de arbeidsongeschiktheidskas worden volledig meegenomen in de vaststelling van de premie.

2. Het vermogen in de arbeidsongeschiktheidskas wordt in tact gelaten en de renteopbrengst wordt meegenomen in de vasttelling van de premie.

Kan de regering uiteenzetten onder welke hypothetische omstandigheden het zich voor kan doen dat er geen volledige uitbetaling plaats vindt van een arbeidsongeschiktheiduitkering in verband met aansluiting bij het besluit Zorgverzekeringen, voor schade ten gevolge van terrorisme? Kan de regering aangeven of het gezien de dreigingsanalyse in de reden ligt aan te sluiten bij het besluit Zorgverzekeringen? En zo ja, is er dan geen reden om het bedrag van 1 miljard op te hogen?

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van onderhavig wetsvoorstel. Zij hebben de volgende vragen en opmerkingen hierover aan de regering.

Kan de regering nader verduidelijken waarom met het afschaffen van het eigenrisicodragen binnen de WAO ook afgestapt moet worden van het eigenrisicodragen binnen de IVA?

Kan de regering de effecten van de afschaffing van de PEMBA ook financieel duiden? Met andere woorden; kan de regering aangeven wat de financiële consequenties voor bedrijven met een laag WAO-risico, een gemiddeld risico en een hoog risico zijn?

Kan de regering (kwantitatief) aangeven wat haar inziens PEMBA heeft bijgedragen aan de vermindering van de WAO-instroom?

Kan aangeven worden of en welke uitvoeringskosten en administratieve lasten gepaard gingen met de invoering van de PEMBA? Als dit het geval is: waarom vindt er dan nu bij de afschaffing van de PEMBA geen besparing plaats op plaats op de uitvoeringskosten en administratieve lasten?

Kan de regering de meest recente stand geven ten aanzien van de instroom in de IVA voor de jaren 2005 en 2006 en kan de Regering de meest recente stand van zaken geven met betrekking tot de loondoorbetaling in de eerste twee ziektejaren in de verschillende cao’s?

In de Memorie van Toelichting wordt in de paragraaf «Gevolgen voor bedrijven» een rekenvoorbeeld gegeven van het maximale verschil tussen de uniforme premie en de huidige gedifferentieerde minimale en maximale premie voor grote werkgevers. Kan de Regering met een (zelfde) rekenvoorbeeld toelichten welke financiële consequenties gelden voor kleine werkgevers in sectoren?

Kan de regering toelichten waarom uitgegaan wordt van een uniforme premie van 0,4 procent? Is de verwachte uniforme premie van 0,4 procent lastendekkend vastgesteld?

De Aok heeft in 2006 een dekkingsoverschot van 646 miljoen euro. Van dit overschot wordt in de premievaststelling 2007 215,4 miljoen euro afgebouwd. Dit komt overeen met een afbouw van het overschot in een termijn van drie jaar. Kan de regering bevestigen dat het vermogen uit de Arbeidsongeschiktheidskas volledig wordt meegenomen in de vaststelling van de uniforme premie over de komende jaren en, als gevolg, het Aok in 2010 leeg zal zijn?

De voorzitter van de commissie,

De Wit

Adjunct-griffier van de commissie,

Esmeijer


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), De Wit (SP), voorzitter, Van Gent (GL), Hamer (PvdA), Blok (VVD), Nicolaï (VVD), Van Dijk (CDA), Smeets (PvdA), Omtzigt (CDA), Van Hijum (CDA), Koşer Kaya (D66), Jonker (CDA), ondervoorzitter, Luijben (SP), Ulenbelt (SP), Verdonk (VVD), Ortega-Martijn (CU), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Van der Burg (VVD), Koppejan (CDA), Van Dijck (PVV), Spekman (PvdA), Heerts (PvdA), Thieme (PvdD), Karabulut (SP) en Vos (PvdA).

Plv. leden: van der Staaij (SGP), Gerkens (SP), Vendrik (GL), Wolfsen (PvdA), De Krom (VVD), Weekers (VVD), De Rouwe (CDA), Depla (PvdA), Sterk (CDA), Willemse-van der Ploeg (CDA), Pechtold (D66), Spies (CDA), Irrgang (SP), Lempens (SP), Zijlstra (VVD), Cramer (CU), Biskop (CDA), Dezentjé Hamming (VVD), Joldersma (CDA), Fritsma (PVV), Tang (PvdA), Crone (PvdA), Ouwehand (PvdD), Gesthuizen (SP) en Heijnen (PvdA).

Naar boven