31 049
Wijziging van de Wet verontreiniging zeewater en enige andere wetten in verband met de uitvoering van het op 7 november 1996 te Londen tot stand gekomen Protocol bij het Verdrag inzake de voorkoming van verontreiniging van de zee ten gevolge van het storten van afval en andere stoffen (Trb. 1998, 134 en Trb. 2000, 27)

nr. 5
VERSLAG

Vastgesteld 3 juli 2007

De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat1, belast met het voorbereidend onderzoek, brengt als volgt verslag uit van haar bevindingen omtrent dit wetsvoorstel.

Onder het voorbehoud dat de regering de in dit verslag opgenomen vragen en opmerkingen afdoende beantwoordt, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

Algemeen

De leden van de fracties van het CDA, de SP, de VVD en de PVV hebben met belangstelling kennis genomen van het voorstel tot Wijziging van de Wet verontreiniging zeewater en enige andere wetten. Het doel en het belang van de wetswijzigingen, namelijk het uitvoering geven aan een protocolwijziging wordt onderschreven.

Desalniettemin willen de leden van de verschillende fracties nog wel enkele vragen stellen en enkele opmerkingen maken alvorens een definitief standpunt in te nemen.

Inleiding

De leden van de CDA-fractie zijn benieuwd of er inhoudelijke overlap bestaat van het wetsvoorstel en/of het Protocol met enige Europese wetgeving. Indien dat het geval is, hoe garandeert de regering dat afstemming plaatsvindt?

De leden van de PVV-fractie zijn van mening dat de term «lozen» moet worden vervangen door «storten». Hiermee wordt beter aangesloten bij het protocol en wordt begripsverwarring voorkomen. De leden vinden dat de argumenten van de Raad van State in deze overtuigend zijn.

De leden van de VVD-fractie onderkennen het grote belang van het tegengaan van verontreiniging van de zee, de zeebodem en de ondergrond daarvan. Deze leden vinden echter ook, dat een sterk milieubeleid op zee bij uitstek internationaal gefundeerd moet zijn. Zij vragen zich dan ook af, in hoeverre de andere ons omringende landen dit verdrag al geïmplementeerd hebben. Het mag in de ogen van deze leden namelijk niet zo zijn dat een eenzijdige implementatie door Nederland het level-playing field verstoord. Verder vragen de leden van de VVD-fractie waarom de ratificatie van dit verdrag zo lang heeft geduurd.

De hoofdlijnen van het wetsvoorstel

Uitbreiding van het toepassingsgebied met zeebodem en ondergrond daarvan

Het wetsvoorstel zal na de wijziging van toepassing zijn op het brengen van stoffen in de bodem van de Nederlandse territoriale zee of de EEZ op minder dan 100 meter diepte en op het brengen van stoffen in de bodem van de volle zee of de ondergrond daarvan, voor zover die handeling wordt verricht door onder de Nederlandse rechtsmacht vallende personen. Dit laatste bevreemd de leden van de SP-fractie. Welke wet en/of welk protocol is van toepassing als deze handelingen worden verricht door een niet onder de Nederlandse rechtsmacht vallende persoon? De leden van de VVD fractie zien graag nader toegelicht wanneer iemand in die gevallen onder de Nederlandse rechtsmacht valt en wat er gebeurt wanneer iemand diezelfde acties uitvoert zonder onder de Nederlandse rechtsmacht te vallen.

Nieuw verbodsstelsel

Op pagina 3 van de memorie van toelichting wordt het plaatsen van stoffen met een ander oogmerk dan er zich enkel en alleen van ontdoen genoemd. De leden van de CDA-fractie willen weten of de aquacultuur ook onder deze beschrijving valt. Daarnaast willen deze leden weten of het wetsvoorstel op enige andere wijze directe gevolgen heeft voor de aquacultuur.

De leden van de VVD-fractie vragen zich af of de ratificatie van dit verdrag op enige wijze invloed kan en zal hebben op de versterking van de kust door middel van kustuitbreiding, zoals bij de kust van Zuid Holland of de constructie van kunstwerken (bv. Afsluitdijk). Kan de staatssecretaris dit toelichten? De leden van de VVD-fractie hechten verder grote waarde aan een spoedige en voorspoedige aanleg van de Tweede Maasvlakte. Kan de regering garanderen dat het huidige voorstel op geen enkele wijze kan leiden tot vertragingen in de aanleg van dit project?

Verwachte effecten

Bedrijfseffecten

Hoewel het volgens de leden van de CDA-fractie vooral om technische wijzigingen gaat, willen deze leden graag weten of een scan is uitgevoerd naar de effecten van de wetswijzigingen voor het bedrijfsleven. Indien dat niet is gebeurd, is de staatssecretaris bereid alsnog hiertoe over te gaan?

Handhaving

Vervolgens merken de leden van de CDA fractie op dat, volgens het beschrevene op pagina 5 van de memorie van toelichting, er geen gevolgen voor de handhavinginzet zijn. Behelst echter de vernieuwde systematiek van verboden en ontheffingen niet een vereenvoudiging van de handhavingsprocedures en ontstaat daarmee geen ruimte voor vermindering van de handhavingsinzet? In hoeverre toetst en bewaakt de overheid dat er door verschillen in intensiteit en interpretatie, een gelijk speelveld niet onder druk komt te staan? Is er in het verlengde van veronderstelde vereenvoudiging ook ruimte voor administratieve lastenverlichting, in tegenstelling tot vermelde gelijk blijven daarvan?

De voorzitter van de commissie,

R. W. F. Kortenhorst

De griffier van de commissie,

Roovers


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Staaij (SGP), Snijder-Hazelhoff (VVD), Mastwijk (CDA), Duyvendak (GL), Kortenhorst (CDA), voorzitter, Koopmans (CDA), Gerkens (SP), Van der Ham (D66), Nicolaï (VVD), Haverkamp (CDA), De Krom (VVD), Samsom (PvdA), Dezentjé Hamming (VVD), ondervoorzitter, Roefs (PvdA), Jansen (SP), Cramer (CU), Roemer (SP), Koppejan (CDA), Vermeij (PvdA), Madlener (PVV), Besselink (PvdA), Ouwehand (PvdD), Polderman (SP), Tang (PvdA) en De Rouwe (CDA).

Plv. leden: Van der Vlies (SGP), Boekestijn (VVD), Bilder (CDA), Van Gent (GL), Hessels (CDA), Jager (CDA), Van Bommel (SP), Koşer Kaya (D66), Neppérus (VVD), Van Gennip (CDA), Aptroot (VVD), Crone (PvdA), Van Baalen (VVD), Smeets (PvdA), Van Gijlswijk (SP), Anker (CU), Van Leeuwen (SP), Knops (CDA), Depla (PvdA), Agema (PVV), Jacobi (PvdA), Thieme (PvdD), Lempens (SP), Waalkens (PvdA) en Van Heugten (CDA).

Naar boven