31 040
Wijziging van de Wet op het notarisambt in verband met het laten vervallen van het nationaliteitsvereiste voor benoeming tot notaris

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het nationaliteitsvereiste voor benoeming tot notaris te laten vervallen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op het notarisambt wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, eerste lid, onderdeel b, wordt «artikel 6, tweede lid, onder a» vervangen door: artikel 6, eerste lid, onder a.

B

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid vervalt.

2. Het tweede tot en met vierde lid worden vernummerd tot eerste tot en met derde lid.

3. In het eerste lid wordt in de eerste volzin na «de benoembaarheid» ingevoegd: tot notaris.

4. In het tweede lid wordt «tweede lid» vervangen door: eerste lid.

5. In het derde lid wordt «tweede lid» vervangen door: eerste lid.

C

In artikel 8 wordt het derde lid als volgt gewijzigd:

1. Het woord «uitsluitend» vervalt.

2. Voor de laatste volzin wordt een zin ingevoegd, luidende: Een benoeming kan voorts worden geweigerd indien het niveau van beheersing van de Nederlandse taal van verzoeker onvoldoende is voor een goede uitoefening van het notarisambt.

D

In artikel 29, eerste lid wordt «artikel 6, eerste en tweede lid» vervangen door «artikel 6, eerste lid» en wordt «artikel 6, tweede lid» vervangen door: artikel 6, eerste lid.

E

In artikel 32, eerste lid, onderdeel c, wordt «artikel 6, tweede lid, onderdeel a» vervangen door: artikel 6, eerste lid, onderdeel a.

F

In artikel 123, eerste, derde en vierde lid, wordt «artikel 6, tweede lid» telkens vervangen door: artikel 6, eerste lid.

ARTIKEL II

Na de inwerkingtreding van deze wet berust het Besluit beroepsvereisten kandidaat-notaris op artikel 6, tweede lid van de Wet op het notarisambt.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De minister van Justitie,

Naar boven