Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 mei 2023
Hierbij doe ik u, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid, het rapport
toekomen van de vierde evaluatie van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Wtl). De wetsevaluatie beslaat de periode
2017–2022 en is uitgevoerd door een multidisciplinair samenwerkingsverband van onderzoekers
van het Erasmus MC, Erasmus Universiteit, Amsterdam UMC en het UMC Utrecht.
Op 1 april 2002 is de Wtl in werking getreden. Doelstellingen van de Wtl zijn het
bieden van rechtszekerheid aan artsen die op verzoek van een patiënt levensbeëindiging
toepassen, het borgen van de zorgvuldigheid van dat handelen, het voorzien in een
verantwoordingskader voor artsen en het bevorderen van maatschappelijke transparantie.
De algemene doelstelling van deze evaluatie was te onderzoeken of de doelen van de
Wtl worden bereikt. Daartoe werd onderzocht hoe de bepalingen van de Wtl worden toegepast,
hoe de praktijk van medische beslissingen rond het levenseinde zich ontwikkelt, en
in hoeverre zich problemen of knelpunten voordoen in de praktijk van levensbeëindiging
op verzoek en de toetsing daarvan. Deze vierde wetsevaluatie bevat voorts een schets
van welke mogelijke toekomstperspectieven te onderscheiden zijn, mede gezien de ontwikkelingen
in de regulering van levensbeëindigend handelen in andere landen in de onderzoeksperiode.
De onderzoekers geven daarbij aan dat het onderzoek er niet toe strekt daarin prioriteiten
te stellen of keuzes te maken.
Op grond van het evaluatieonderzoek komen de onderzoekers tot de algemene conclusie
dat de doelstellingen van de Wtl ten aanzien van rechtszekerheid, zorgvuldigheid en
transparantie nog steeds in voldoende mate worden bereikt. Uit het onderzoek blijkt
ook dat de discussie over verschillende onderdelen van de wet de afgelopen jaren niet
is afgenomen. Volgens de onderzoekers heeft onder meer de eerste strafvervolging van
een arts sinds de inwerkingtreding van de wet daaraan bijgedragen.
Op basis van het onderzoek hebben de onderzoekers 14 aanbevelingen gedaan. Deze aanbevelingen
zijn gericht aan de medische beroepsgroep, overheid, wetgever, belangenorganisaties
van burgers en patiënten, het veld, de Regionale Toetsingscommissies Euthanasie (RTE)
en ZonMw. In grote lijnen hebben de aanbevelingen betrekking op advies, steun en informatie
voor artsen; voorlichting aan burgers; aanpassing van wet- en regelgeving; nader onderzoek;
de werkwijze en de capaciteit van de RTE en het stimuleren van maatschappelijk debat
over de toekomstige regulering van levenseindevragen.
Ik wil graag samen met de Minister van Justitie en Veiligheid reageren op deze aanbevelingen.
Een weloverwogen reactie vergt evenwel tijd omdat ik eerst in gesprek wil met relevante
partijen over de uitkomsten van de evaluatie en de te zetten stappen op basis van
de aanbevelingen. Ik streef ernaar om in het vierde kwartaal van 2023 met een reactie
te komen.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers