31 031 XIII
Jaarverslag en slotwet Ministerie van Economische Zaken 2006

nr. 7
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 13 juni 2007

De vaste commissie voor Economische Zaken1, heeft over het rapport van de Algemene Rekenkamer (kamerstuk 31 031 XIII, nr. 2) bij het Jaarverslag 2006 van het ministerie van Economische Zaken de navolgende vragen ter beantwoording aan de regering voorgelegd.

Deze vragen, alsmede de daarop bij brief van 13 juni 2007 gegeven antwoorden, zijn hieronder afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Kraneveldt-van der Veen

De waarnemend griffier van de commissie,

De Veth

1

Is een controleprotocol voor de accountantscontrole van de biomassaverklaring voldoende om zeker te stellen dat gesubsidieerde stroom daadwerkelijk duurzaam is? Zo nee, welke aanvullende maatregelen zijn er nodig? Welke alternatieven zijn er voor een verplicht controleprotocol?

Het is de accountantsverklaring die zekerheid verschaft dat de gesubsidieerde elektriciteit met biomassa is opgewekt volgens de voorwaarden die de MEP stelt. Aanvullend daarop kan gebruik gemaakt worden van een controleprotocol. Dit is een manier om de kwaliteit van de accountantscontrole te borgen. Het controleprotocol kan een facultatief of een verplichtend karakter hebben. In principe levert een controle ter plaatse meer zekerheid. De oude regeling was deels zo opgebouwd dat CertiQ jaarlijks ter plaatse een steekproef deed. Dit is echter afgeschaft en vervangen door de huidige regeling met met accountantverklaring en een (facultatief) controleprotocol. De reden voor deze wijziging was het beperken van de administratieve lasten. De accountant kijkt nu ook naar het hele jaar, terwijl de steekproef slechts een momentopname gaf. Het is ondoenlijk om frequente steekproeven uit te voeren en onwenselijk wegens administratieve lasten.

2

Bij welke ROM zijn de liquide middelen risicovol belegd in effecten?

Bij geen enkele ROM zijn de liquide middelen risicovol belegd. Bij één ROM is echter door de Rekenkamer vastgesteld dat deze liquide middelen had belegd in een obligatie. Deze belegging zal echter geen verlies opleveren en keert minimaal 100% uit in 2012.

Natuurlijk wordt er door ROM’s wel risicovol geparticipeerd in bedrijven. Dit is immers een van de kerntaken van een ROM. Dit wordt gefinancierd vanuit het participatiekapitaal.

3 en 4

Hoe kan het niet gebruikte vermogen van ROM’s doelmatiger worden ingezet, anders dan door uitkering aan de meerderheidsaandeelhouder?

Op welke gronden en met gebruik van welke criteria wordt bezien of een controleprotocol voor de accountantscontrole biomassaverklaringen wenselijk is?

De huidige uitkering aan de aandeelhouders wordt doelmatig ingezet ten behoeve van nieuwe regionale projecten (Limburg) of toegevoegd aan het Pieken in de Delta budget (Noord Nederland). Dit alles gebeurt in nauw overleg met de regio.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), Crone (PvdA), Schreijer-Pierik (CDA), Vendrik (GL), Ten Hoopen (CDA), Kortenhorst (CDA), Hessels (CDA), ondervoorzitter, Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Aptroot (VVD), Smeets (PvdA), Dezentjé Hamming (VVD), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), voorzitter, Irrgang (SP), Jansen (SP), Biskop (CDA), Ortega-Martijn (CU), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Van der Burg (VVD), Graus (PVV), Zijlstra (VVD), Besselink (PvdA), Gesthuizen (SP), Ouwehand (PvdD) en Vos (PvdA).

Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Kalma (PvdA), Van Dijk (CDA), Duyvendak (GL), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Kortenhorst (CDA), De Rouwe (CDA), Koşer Kaya (D66), Ulenbelt (SP), Blok (VVD), Samsom (PvdA), Weekers (VVD), Van Dam (PvdA), Karabulut (SP), Luijben (SP), De Nerée tot Babberich (CDA), Cramer (CU), Atsma (CDA), Schippers (VVD), Madlener (PVV), Neppérus (VVD), Blom (PvdA), Gerkens (SP), Thieme (PvdD) en Heerts (PvdA).

Naar boven