31 031 B
Jaarverslag en slotwet Gemeentefonds 2006

nr. 4
MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikel 1 (uitgaven/verplichtingen en ontvangsten)

De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2006 te wijzigen.

Het in die begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikel wordt in onderdeel B van deze memorie toegelicht.

Wetsartikel 3 (verplichtingenbedrag als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Fvw)

Ingevolge artikel 5, eerste lid van de Financiële-verhoudingswet juncto artikel 6, vierde lid van de Invoeringswet Financiële-verhoudingswet, hebben de gemeenten gezamenlijk recht op het bedrag dat in de begroting als verplichting voor het totaal van de algemene uitkering c.a. en de aanvullende uitkeringen is opgenomen.

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Th. B. Bijleveld-Schouten

De minister van Financiën,

W. J. Bos

B. BEGROTINGSTOELICHTING

Onderdeel uitgaven, verplichtingen en ontvangsten

Uitgaven

In onderstaande tabel wordt een nadere uitsplitsing gegeven van de totstandkoming van het uitgavenbedrag van het gemeentefonds. Ten opzichte van de tweede suppletore begroting 2006 is het uitgavenbedrag van het gemeentefonds met € 18 874 000 gedaald. De in de tabel weergegeven mutaties worden onder de tabel nader verklaard.

Tabel 1: Totstandkoming uitgavenbedrag gemeentefonds (x € 1 000)

Stand uitgavenbedrag vastgestelde begroting 2006 13 032 425
Stand uitgavenbedrag 1e suppletore begroting 2006 13 296 293
Stand uitgavenbedrag 2e suppletore begroting 2006 13 454 869
   
Voorgestelde mutaties bij slotwet 2006   
   
1. Aanvullende middelen i.v.m. de Tweede Kamerverkiezingen+ /-2907 
2. Extra middelen i.v.m. cliëntenbestand Wmo+ /-3500 
3. Integratie-uitkering amendement de Pater38 
4. Realisatie kosten Financiële-verhoudingswet– 1 289 
5. Wijziging betalingsverloop algemene uitkering 2006– 17 623 
   
Totaal mutaties bij slotwet: – 18 874
   
Stand uitgavenbedrag slotwet begroting 2006 13 435 995
Waarvan uitgavenbedrag algemene uitkeringen 13 334 468
Waarvan uitgavenbedrag integratie-uitkeringen 93 111

De verlaging van het uitgavenbedrag is het saldo van een aantal mutaties:

1. Aanvullende middelen i.v.m. de Tweede kamer verkiezingen (€ 2 907 000)

De uitgaven worden verhoogd met € 2 907 000 en gaat ten laste van de Algemene uitkering. Zoals aangegeven in de zogenoemde «december circulaire 2006» komt deze verplichting 2006 pas in 2007 tot uitbetaling en komt dus niet terug in de Stand uitgavenbedrag slotwetbegroting 2006 van bovenstaande tabel. (zie ook onderdeel verplichtingen onder nr.1)

2. Extra toevoeging tbv Wmo i.v.m. cliëntenbestand (€ 3 500 000)

De uitgaven worden verhoogd met € 3 500 000 en gaat ten laste van de Algemene uitkering. Zoals aangegeven in de zogenoemde «december circulaire 2006» komt deze verplichting 2006 pas in 2007 tot uitbetaling en komt dus niet terug in de Stand uitgavenbedrag slotwetbegroting 2006 van bovenstaande tabel. (zie ook onderdeel verplichtingen onder nr. 2)

3. Integratie-uitkering amendement de Pater (€ 38 000)

De uitgaven worden verhoogd met € 38 000 en gaat ten laste van de Algemene uitkering. (zie ook onderdeel verplichtingen onder nr. 3)

4. Realisatie kosten Financiële-verhoudingswet (€ 1 289 000)

Het gerealiseerde bedrag komt door de slotwetmutatie (€ 1 289 000) lager uit dan in de ontwerpbegroting 2006 werd geraamd. Dit komt doordat niet alle onderzoeken die voor 2006 gepland waren, daadwerkelijk in 2006 zijn uitgevoerd. De realisatie voor de post kosten Financiële-verhoudingswet komt hiermee op € 2 178 000. Een gedeelte zal alsnog in 2007 tot besteding komen. Daarom zullen de uitgaven «kosten Financiële verhoudingswet» bij Voorjaarsnota 2007 met een bedrag van € 1 000 000 opwaarts worden bijgesteld. Deze mutatie bij Voorjaarsnota 2007 heeft dus nog betrekking op een onderuitputting van het begrotingsjaar 2006.

5. Wijziging betalingsverloop algemene uitkering 2006 (€ 17 623 000)

Bij Voorlopige Rekening is vastgesteld hoe de in 2006 gerealiseerde uitbetalingen aan de gemeenten zich verhouden tot het bedrag dat bij de 2e suppletore begroting 2006 voor de uitbetalingen is geraamd. Daarbij is gebleken dat er lagere uitbetalingen zijn gedaan dan bij Najaarsnota 2006 werden verwacht. Het gaat hierbij om een verschil van € 17 623 000 (negatief). Het onderdeel wijziging betalingsverloop zal bij Voorjaarsnota 2007 met het bedrag van € 17 623 000 opwaarts worden bijgesteld. Deze mutatie bij voorjaarsnota 2007 heeft dus nog betrekking op een nabetaling van het begrotingsjaar 2006.

Verplichtingen

In de volgende tabel wordt ter toelichting een nadere uitsplitsing gegeven van de totstandkoming van het verplichtingenbedrag van de algemene uitkering, zoals opgenomen in artikel 3 van de slotwet van het gemeentefonds 2006. De algemene uitkering is de belangrijkste en grootste post van het gemeentefonds. Ten opzichte van de tweede suppletore begroting 2006 is het verplichtingenbedrag met € 165 428 000 verlaagd. De in de tabel weergegeven mutaties worden onder de tabel nader verklaard.

Tabel 1: Totstandkoming verplichtingenbedrag gemeentefonds (x € 1 000)

Stand verplichtingenbedrag vastgestelde begroting 2006 13 241 163
Stand verplichtingenbedrag 1e suppletore begroting 2006 13 390 283
Stand verplichtingenbedrag 2e suppletore begroting 2006 13 548 859
   
Voorgestelde mutaties bij slotwet 2006  
   
1. Aanvullende middelen i.v.m. de Tweede Kamerverkiezingen2 907 
2. Extra middelen i.v.m. cliëntenbestand Wmo3 500 
3. Integratie-uitkering amendement de Pater+ /- 38 
4. Wachtgelden gemeentelijke herindeling– 23 
5. Kosten Financiële verhoudingswet– 1 152 
6. Verwerking nacalculatie accressen 2006– 182 045 
7. Technische bijstelling11 385 
8. Bestuurlijke correctie n.a.v. nacalculatie accres 200675 000 
   
Totaal mutaties bij slotwet: – 90 428
   
Stand verplichtingenbedrag slotwet begroting 2006 13 458 431
Waarvan verplichtingenbedrag algemene uitkeringen 13 356 767
Waarvan verplichtingenbedrag integratie-uitkeringen 93 111

De verlaging van het verplichtingenbedrag is het gevolg van:

1. Aanvullende middelen i.v.m. de Tweede Kamer verkiezingen (€ 2 907 000)

Als gevolg van het afkeuren van een aantal stemcomputers hebben de gemeenten extra maatregelen moeten nemen rondom de organisatie van de verkiezingen. Het betreft bijvoorbeeld maatregelen om te voorkomen dat onbevoegden zich toegang zouden kunnen verschaffen tot de stemmachines. Ook hebben alle gemeenten extra voorlichtingsinspanningen gepleegd, zowel richting de stembureauleden als richting het bredere publiek, en is in een aantal gevallen de administratieve organisatie rond het stemproces aangepast. Een aantal gemeenten heeft echter een bijzondere inspanning moeten leveren, omdat zij gebruik maakten van het SDU NewVote stemsysteem waarvan de goedkeuring door de minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties kort voor de verkiezingen werd geschorst. Besloten is daarom aan deze gemeenten een extra financiële vergoeding toe te kennen via het gemeentefonds. Daarbij is een onderscheid gemaakt tussen de gemeenten die als alternatief gebruik hebben gemaakt van Nedap-stemmachines en zij die met stembiljetten en het rode potlood hebben gestemd. Er wordt geen vergoeding toegekend aan de gemeenten waar standaard met potlood en papier wordt gestemd. Aan deze gemeenten zijn op kosten van BZK extra stembiljetten verstrekt in verband met het risico dat zij vanwege de oproep van de stichting Wij vertrouwen stemcomputer niet, te maken zouden krijgen met zogenaamd«stemtoerisme».

Over de hoogte van de vergoeding voor de verschillende categorieën is overeenstemming bereikt met de VNG. Samenvattend gaat het om de volgende bedragen:

1. Een vergoeding van € 0,15 per inwoner voor alle gemeenten die standaard gebruik maken van een Nedap-machine;

2. Een vergoeding van € 0,30 per inwoner voor de ex SDU-gemeenten die gebruik hebben gemaakt van een vervangende Nedap-machine;

3. Een vergoeding van € 0,45 per inwoner voor de ex SDU-gemeenten waar met potlood en papier is gestemd.

Daarnaast is aan gemeenten die gebruik zouden maken van SDU-stemmachines (categorie 2 en 3) de gelegenheid geboden de eventuele kosten die uitstijgen boven respectievelijk genoemde € 0,30 / € 0,45 via een onderbouwde opgave te declareren. Middels nacalculatie per gemeente zal BZK het meerdere vergoeden, waarbij BZK dan wel rekening zal houden met vrijvallende middelen (in 2006) bij de gemeenten als gevolg van het niet gebruiken van de SDU-computers.

Wellicht ten overvloede: deze middelen zijn dus incidenteel voor 2006. Het totale bedrag dat aan het gemeentefonds wordt toegevoegd komt op € 2 907 000. Aangezien deze middelen niet meer mee zijn genomen in de bevoorschotting in het jaar 2006, zal dit bij voorjaarsnota alsnog leiden tot een opwaartse aanpassing van de algemene uitkering aan de uitgavenkant.

2. Extra toevoeging tbv Wmo i.v.m. cliëntenbestand (€ 3 500 000)

De staatssecretaris van VWS heeft in november 2006 per brief aan de Tweede Kamer laten weten dat zij voor het jaar 2006 nog een bedrag van € 3 500 000 beschikbaar stelt voor het opschonen en compleet maken van de cliëntgegevens WMO die de gemeenten hebben ontvangen van de zorgkantoren. Aangezien deze middelen niet meer mee zijn genomen in de bevoorschotting in het jaar 2006, zal dit bij voorjaarsnota alsnog leiden tot een opwaartse aanpassing van de algemene uitkering aan de uitgavenkant. (Zie brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid aan de voorzitter van de Tweede Kamer, Kenmerk DMO-WMO-2727348, ongedateerd)

3. Integratie-uitkering Amendement de Pater (€ 38 000)

In verband met een aantal correcties wordt de integratie-uitkering amendement De Pater-Van der Meer met € 38 000 verhoogd ten opzichte van de stand in de tweede suppletoire begroting 2006 van het gemeentefonds. De verhoging van de integratie-uitkering gaat ten laste van de algemene uitkering uit het gemeentefonds 2006, en zijn als zodanig uitgegeven. In tegenstelling tot de mutaties nr. 1, 2 en 4 is deze mutatie wel verwerkt in de bevoorschotting.

De minister van Binnenlandse zaken heeft alle gemeenten verzocht om inzicht te geven in de derving van inkomsten als gevolg van het amendement De Pater-van der Meer. De stand van de integratie-uitkering in de tweede suppletoire begroting was gebaseerd op de stand na de uiterste inleverdatum waarop gemeenten hun inkomstenderving voor 2006 konden doorgeven. Op deze stand heeft nog een aantal correcties plaats gevonden.

4. Wachtgelden gemeentelijke herindeling (€ 23 000)

Op de BZK-begroting zijn middelen uitgetrokken om de wachtgelden te betalen van ambtenaren die zijn ontslagen vanwege een gemeentelijke herindeling die heeft plaatsgevonden vóór 1988. Voor zover de realisatiecijfers lager zijn dan het bedrag dat op de BZK-begroting is uitgetrokken, vloeit het overschot vanuit de BZK-begroting toe aan het gemeentefonds. Indien de realisatiecijfers hoger zijn, geldt het omgekeerde.

Deze interactie tussen de BZK-begroting en het gemeentefonds is lang geleden (1988) afgesproken.

Voor 2006 is sprake van een klein tekort op de BZK-begroting van € 23 000. Conform de oude afspraak wordt dit tekort «bijgeplust» vanuit het gemeentefonds. Deze mutatie tussen beide begrotingen wordt nu geregeld via de Slotwet gemeentefonds 2006 en via de Slotwet BZK-begroting 2006.

5. Kosten Financiële verhoudingswet (€ 1 152 000)

De verplichtingen van het onderdeel kosten Financiële-verhoudingswet worden verlaagd met € 1 152 000. Daarmee komt het verplichtingenbedrag op € 1 939 000. Deze verlaging vloeit voort uit het feit dat niet alle onderzoeken die voor 2006 gepland waren, daadwerkelijk in 2006 zijn uitgevoerd. Een gedeelte zal alsnog in 2007 tot uitvoering komen. In dit verband zal een bedrag van € 1 000 000 bij Voorjaarsnota 2007 nog leiden tot een aanpassing van het verplichtingenbedrag Kosten Financiële-verhoudingswet. Deze mutatie bij Voorjaarsnota 2007 heeft dus nog betrekking op een onderuitputting van het begrotingsjaar 2006.

6. Verwerking nacalculatie accressen 2006 (€ 182 045 000)

Op grond van de uitkomst van de netto-gecorrigeerde Rijksuitgaven bij Voorlopige Rekening 2006 is het definitieve accres 2006 berekend en wordt de verplichtingenstand met € 182 045 000 verlaagd. Dit heeft tot gevolg dat in 2007 een bedrag van € 26 694 000 (€ 208 739 000 – € 182 045 000) zal worden uitgekeerd in verband met de bovengenoemde nacalculatie van het accres 2006.

7. Technische bijstelling (€ 11 385 000)

In het jaar 2006 is meer verplicht dan oorspronkelijk geraamd. Dit wordt veroorzaakt door technische correcties in de verplichtingenadministratie en overloop van verplichtingen uit 2005. Dit leidt niet tot hogere uitgaven.

8. Bestuurlijke correctie n.a.v. nacalculatie accres 2006 (€ 75 000 000)

De uitname BTW-compensatiefonds van € 75 000 000 in 2006 uit het gemeentefonds wordt doorgeschoven naar 2007. Hiermee wordt voorkomen dat gemeenten over het jaar 2006 achteraf met een tekort worden geconfronteerd als gevolg van de uitname in 2006. Daartoe wordt het verplichtingenbedrag voor 2006 van het gemeentefonds verhoogd met € 75 000 000. Dit wordt kasmatig verwerkt bij Voorjaarsnota 2007 door de uitkering van de behoedzaamheidsreserve over 2006 met hetzelfde bedrag te verhogen.

Ontvangsten

Sinds de invoering van de Financiële-verhoudingswet zijn de uitgaven en de inkomsten op grond van artikel 4 van die wet over ieder uitkeringsjaar aan elkaar gelijk. Ten opzichte van de tweede suppletore begroting voor 2006 worden de ontvangsten met € 18 874 000 verlaagd.

Naar boven