31 018
Regeling afwikkeling oude Vreemdelingenwet

nr. 2
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 mei 2007

Bij brief van 27 april jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd over het bereikte onderhandelaarsakkoord met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) over het vreemdelingenbeleid (Kamerstuk 31 018, nr. 1). Met diezelfde brief heb ik uw Kamer een beschrijving op hoofdlijnen doen toekomen van de inhoud van de regeling.

Mede namens de minister van Justitie informeer ik u thans over de uitkomsten van het overleg met de VNG en doe ik u hierbij toekomen de regeling ter afwikkeling van de nalatenschap van de oude Vreemdelingenwet waarmee de Ministerraad heden heeft ingestemd (zie bijlage 1)1.

De ledenraadpleging van de VNG over het onderhandelaarsakkoord van 27 april jl. is afgerond. Het bestuur van de VNG heeft mij bericht dat de uitkomst van deze ledenraadpleging positief is. Vanuit de gemeenten is er brede steun voor de bestuurlijke afspraken, hetgeen voor het bestuur van de VNG reden is geweest om in te stemmen met het op 27 april jl. bereikte akkoord. Naar aanleiding daarvan hebben de voorzitter van de VNG, de heer Deetman, en ik vandaag het bestuurlijk akkoord ondertekend. De afspraken in het akkoord zien op de randvoorwaarden die essentieel zijn voor een zorgvuldige en snelle uitvoering van de regeling en een goede uitvoering van de Vreemdelingenwet 2000. Uit de ledenraadpleging over het onderhandelaarsakkoord is een aantal aandachtspunten naar voren gekomen die voor zowel gemeenten als het Rijk essentieel zijn voor een goede en humane uitvoering van het vreemdelingenbeleid. Deze aandachtspunten zullen nadrukkelijk bij de verdere uitwerking van de bestuurlijke afspraken met de VNG worden betrokken. Ik zie de samenwerking tussen Rijk en gemeenten daarom met vertrouwen tegemoet.

De getekende versie van het akkoord heb ik bijgevoegd (zie bijlage 2)1. De inhoud is identiek aan het op 27 april jl. aan uw Kamer toegezonden onderhandelaarsakkoord.

Met deze brief heb ik (tevens) voldaan aan uw verzoek in uw brief van 15 mei 2007 (kenmerk: 207-061) inzake het ordedebat van dezelfde datum. Ik ben uiteraard bereid de thans toegezonden documenten toe te lichten.

Nadat het overleg met uw Kamer over de regeling is afgerond, zal ik de uitvoering van de regeling ter hand nemen.

De staatssecretaris van Justitie,

N. Albayrak


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven