31 016 Ziekenhuiszorg

Nr. 371 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 april 2024

Hierbij informeer ik uw Kamer over de evaluatie van de Kwaliteitsstandaard Transgenderzorg Somatisch1, die is begeleid door het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten (KIMS). Ik heb eerder toegezegd deze evaluatie, die is toegevoegd in de bijlage van deze brief, in het voorjaar aan uw Kamer te doen toekomen2.

Het Ministerie van VWS heeft in 2021 opdracht gegeven aan ZonMw voor het faciliteren van de evaluatie van de Kwaliteitsstandaard Transgenderzorg Somatisch. ZonMw heeft naar aanleiding van dit verzoek een project uitgezet bij het KIMS, met het verzoek te bezien of deze Kwaliteitsstandaard nog actueel en volledig is. Tevens is meegegeven na te gaan in hoeverre onderdelen van de huidige Kwaliteitsstandaard Transgenderzorg Somatisch, welke in 2019 werd gepubliceerd, inmiddels in de praktijk zijn of worden geïmplementeerd.

Aan de Kwaliteitsstandaard Transgenderzorg Somatisch uit 2019 is een ontwikkeltraject van 2,5 jaar voorafgegaan. Aanleiding daarvoor was het groeiende aantal transgender personen dat medische hulp zoekt. Normen voor wachttijden ontbraken, evenals specifieke criteria voor kwaliteit van transgenderzorg. De deelnemende partijen hebben destijds – in aanvulling op de Kwaliteitsstandaard Psychische Transgenderzorg3 – met de kennis en ervaring van toen aangegeven wat onder goede transgenderzorg wordt verstaan. Hierbij is toen zoveel mogelijk aangesloten bij internationale richtlijnen en is ook het patiëntenperspectief meegenomen (Transvisie en Transgender Netwerk hebben op de evaluatie meegelezen en input geleverd). Verder zijn kwaliteitscriteria opgesteld in een vorm zodat deze bruikbaar zouden kunnen zijn voor inkopen van zorg. Vanwege de snelle ontwikkelingen in kennis en organisatie van zorg is bij oplevering afgesproken dat deze Kwaliteitsstandaard twee jaar na publicatie geëvalueerd zou worden, om te bepalen in hoeverre de aanbevelingen in de praktijk worden toegepast en herziening noodzakelijk is.

Een projectgroep en begeleidingscommissie met afgevaardigden van de betrokken wetenschappelijke beroepsverenigingen, patiëntenverenigingen én zorgverzekeraars, waaronder die organisaties die bij de totstandkoming van de kwaliteitsstandaard waren betrokken, zijn vervolgens met de evaluatie aan de slag gegaan. Het KIMS heeft de evaluatie uitgevoerd. Ik wil de betrokkenen bedanken voor alle inspanningen om te komen tot dit gedegen rapport.

De evaluatie toont dat de huidige Kwaliteitsstandaard Transgenderzorg Somatisch op punten niet meer helemaal actueel is. Sinds de publicatie van de huidige Kwaliteitsstandaard zijn relevante nieuwe wetenschappelijke literatuur en internationale richtlijnen gepubliceerd. Deze zullen worden betrokken bij de herziening van de richtlijn. Belangrijk hierbij is onder andere de richtlijn Standards of Care (SOC) for the Health of Transgender and Gender Diverse People versie 8. In de evaluatie wordt aanbevolen om de modules over behandeling van kinderen en adolescenten, hormoonbehandeling, chirurgie, fertiliteitspreservatie en zwangerschap in de herziening naar de Nederlandse situatie te adapteren, indien mogelijk.

De evaluatie beveelt bovendien aan om bij herziening van de richtlijn aandacht te besteden aan implementatie van de TREEK-norm binnen de module Indicatiestelling. Daarnaast dient verdere implementatie van de module Organisatie van zorg plaats te vinden. In vergelijking met 2017, toen met de ontwikkeling van de huidige Kwaliteitsstandaard werd gestart, zijn er meer aanbieders, wordt er meer samengewerkt en is er sprake van netwerkvorming. Er zijn echter nog altijd verschillende barrières voor verdere samenwerking. Zo worden indicaties tussen instellingen niet altijd overgenomen, is er veel werkdruk rondom regelgeving en worstelen zorgaanbieders (en transgender personen) vaak met vergoedingen. De evaluatie beveelt verder aan tot de ontwikkeling van een zorgpad dat ten grondslag ligt aan de module Organisatie van zorg en verder zorgtaken te differentiëren en definiëren voor eerste, tweede en derdelijnszorg.

In de voorliggende evaluatie wordt ook aandacht besteed aan een onderhouds- en beheersstructuur voor de t.z.t. herziene richtlijn. Voor meer inzicht in de CBS microdata aangaande de Nederlandse transgenderzorg, verwijs ik ten slotte naar hoofdstuk 3.4 van de evaluatie.

Motie Tielen over het komen tot bredere zorgprotocollen

In het evaluatierapport wordt aangegeven, dat – waar relevant – bij voorkeur nauw wordt afgestemd met de Kwaliteitsstandaard Psychische Transgenderzorg, waarvoor op dit moment een herzieningsaanvraag wordt voorbereid. De evaluatie beveelt daarnaast aan om zorgtaken te differentiëren en definiëren voor eerste, tweede en derdelijnszorg bij de herziening van de Kwaliteitsstandaard. Hiermee wordt gehoor gegeven aan de motie van het lid Tielen, die de regering verzoekt om in overleg met wetenschappelijke verenigingen en de eerstelijnszorg te komen tot bredere zorgprotocollen4. Ten aanzien van de moties van de leden Hertzberger5 en van Dijk6 wordt op dit moment onderzocht hoe het beste opvolging kan worden gegeven aan de in deze moties geformuleerde onderzoeksvragen.

Vervolg

Parallel aan de evaluatie van de Kwaliteitsstandaard Transgenderzorg Somatisch is door de Nederlandse Internisten Vereniging met ondersteuning van het Kennisinstituut een aanvraag voor herziening ingediend. Met deze herziening van de richtlijn is gestart op 1 december 2023.7 Daarmee kan direct een vervolg worden gegeven aan de uitkomsten van deze evaluatie. Daarnaast is afgesproken dat de aangepaste richtlijn t.z.t. zal worden aangeboden aan het Register van het Zorginstituut Nederland8. Bij voorkeur worden de herzieningen voor beide richtlijnen ongeveer tegelijkertijd afgerond. In afwachting daarvan blijven de beroepsgroepen werken conform de laatste richtlijnen.

Over de voortgang van de herziening informeer ik uw Kamer nader.

De Minister voor Medische Zorg, P.A. Dijkstra

Naar boven