Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 augustus 2020
Uw Kamer heeft met brief van 2 juni 2020 verzocht om een reactie op de brief van de
NVZ over de financiële consequenties van de COVID-crisis voor de ziekenhuizen.
Financiële gevolgen COVID
De financiële consequenties van de COVID-crisis die de NVZ in de brief schetst, zijn
samen te vatten in drie onderdelen:
-
– Inkomstenderving door het niet kunnen leveren van reguliere zorg.
-
– Extra zorgkosten die worden gemaakt als gevolg van COVID.
-
– Inkomstenderving op andere terreinen (subsidies en dergelijke).
Ik ben content dat partijen over bovengenoemde financiële gevolgen recent afspraken
hebben gemaakt. Voor een verdere toelichting verwijs ik u naar mijn brief van 3 juli
jl. (Kamerstuk 35 300 XVI, nr. 167) en berichtgeving over de gemaakte afspraken vanuit ZN, NVZ en NFU (www.zn.nl; www.nvz-ziekenhuizen.nl; www.nfu.nl).
IC
De NVZ benoemt in haar brief tevens de meerkosten die gemoeid zijn met het uitbreiden
van de IC-capaciteit. Inmiddels is het advies hierover door de LNAZ aan mij aangeboden
en heb ik uw Kamer hierover op 30 juni jl. geïnformeerd (Kamerstuk 25 295, nr. 455).
Hoofdlijnenakkoord
De NVZ stelt in deze brief dat de financiële afspraken die zijn gemaakt in het bestuurlijk
hoofdlijnenakkoord 2019–2022 aanpassing behoeven als gevolg van COVID.
De afspraken uit de hoofdlijnenakkoorden 2019–2022 staan nog steeds. De essentie van
de afspraken is door de COVID-crisis niet gewijzigd. Sterker nog, die noodzakelijk
en wenselijkheid van de meeste inhoudelijke afspraken is onverminderd hoog en zelfs
nog belangrijker geworden. Hetzelfde geldt voor de noodzaak om de uitgaven te beheersen.
De akkoorden bieden uiteraard de ruimte voor partijen om in overleg te treden als
de omstandigheden daar om vragen. Het is aan die tafels om gezamenlijk met elkaar
te kijken wat dit jaar, maar ook daarna, nodig is.
Tot slot
Afsluitend wil ik ook in deze brief benadrukken dat de inzet van ziekenhuizen in deze
tijden van crisis èn in «gewone» tijden zeer wordt gewaardeerd. Zij hebben laten zien
een bijzonder belangrijke maatschappelijke rol te vervullen. Ik ben hen en al hun
medewerkers dan ook dankbaar.
De Minister voor Medische Zorg,
T. van Ark