31 016 Ziekenhuiszorg

Nr. 284 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 april 2020

De vaste Kamercommissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft tijdens haar procedurevergadering op 19 februari 2020 gevraagd om een brief over de bestuurlijke ontvlechting van de Reinier Haga Groep (RHG). In het VAO Medisch Zorglandschap van 4 maart 2020 is door Kamerlid Ploumen (PvdA) gevraagd om in deze brief ook nader in te gaan op de specifieke situatie omtrent het Orthopedisch Centrum (Handelingen II 2019/20, nr. 59, item 10). Met deze brief voldoe ik aan deze verzoeken.

Eind februari 2020 maakte RHG bekend dat de consequenties van ontvlechting van de bestuurlijke fusie tussen het Reinier de Graaf ziekenhuis, HagaZiekenhuis en LangeLand Ziekenhuis in beeld worden gebracht. Dit besluit volgde op het in december 2019 genomen besluit om de verkenning naar een juridische fusie niet voort te zetten. De mogelijke ontvlechting die met het terugdraaien van de bestuurlijke fusie gepaard gaat heeft bij uw Kamer diverse vragen opgeroepen, waar ik in deze brief op in zal gaan.

Proces en tijdspad

Wat betreft het proces en tijdpad van de ontvlechting kan ik het volgende mededelen. De Raad van Bestuur van RHG is gestart met het in kaart brengen van de gevolgen van ontvlechting voor de drie zelfstandige ziekenhuizen binnen de Reinier Haga Groep. Hierbij worden diverse scenario’s rondom de governance en positionering van de drie ziekenhuizen verkend, met daarbij een belangrijke rol voor de financiële huishouding. Deze scenario’s en oplossingsrichtingen worden besproken met de zorgverzekeraars, maar ook met andere betrokken partijen zoals banken. RHG verwacht deze zomer een voornemen tot een besluit te kunnen nemen, dat onderworpen is aan een medezeggenschapstraject. De Raad van Bestuur geeft daarbij aan dat alle ontwikkelingen rondom het coronavirus alsmede de afhankelijkheid van derden (banken en verzekeraars) van invloed kunnen zijn op deze planning. Ook geven zij aan dat de bestrijding van het coronavirus uiteraard de prioriteit heeft. Afhankelijk van het verloop van dit traject en het traject met externe stakeholders is een definitief tijdpad te geven voor de definitieve besluitvorming en het daadwerkelijke moment van ontvlechting. Ik hecht eraan dat voldoende tijd wordt genomen om het ontvlechtingsproces te doorlopen. Voor de vormgeving van de ontvlechting is zorgvuldige besluitvorming en het vinden van voldoende draagvlak vereist.

Toekomst LangeLand Ziekenhuis

Vanaf de eerste signalen van een mogelijke ontvlechting van RHG ging in het bijzonder aandacht uit naar de (financiële) positie van het LangeLand ziekenhuis. Zowel in de berichtgeving in de media als in vragen van uw Kamer en natuurlijk ook in gesprekken die ik heb gehad met zorgverzekeraars en RHG zelf, is dit een belangrijk onderwerp geweest. Het LangeLand Ziekenhuis heeft momenteel geen eigen vermogen. Dit is bij aanvang van de bestuurlijke fusie opgelost door een door het Reinier de Graaf ziekenhuis en het HagaZiekenhuis verstrekte achtergestelde lening. Bij ontvlechting moet besloten worden over de wijze waarop met deze eigen vermogenspositie en de achtergestelde lening wordt omgegaan, waarbij duidelijk is dat dit voor alle betrokken partijen goed geregeld moet worden. Ik zie bij zowel de Raad van Bestuur van RHG als bij de zorgverzekeraars overeenstemming over de noodzaak om hier een passende financieel duurzame oplossing voor te vinden. Partijen moeten daarbij wel de tijd krijgen om samen die oplossing te vinden.

Onderdeel van een toekomstbestendig plan voor het LangeLand ziekenhuis is ook het vastgoed. Het huidige gebouw is verouderd en voor de benodigde nieuwbouw zijn investeringen nodig. Ook dat specifieke onderdeel wordt betrokken in de gesprekken die momenteel plaatsvinden tussen RHG en zorgverzekeraars. Het sluiten van meerjarige contracten met zorgverzekeraars kan het LangeLand ziekenhuis helpen bij het verkrijgen van de benodigde financiering door de bank. Ik heb van verschillende zorgverzekeraars, waaronder DSW, CZ en Menzis die marktleiders zijn in de regio Zoetermeer, vernomen dat zij van plan zijn om meerjarige contracten te sluiten.

Buiten het veilig stellen van de financiële positie van het LangeLand Ziekenhuis wordt door RHG in overleg met de zorgverzekeraars ook gekeken naar de positionering van het ziekenhuis in meer algemene zin. De ontvlechting biedt namelijk ook de mogelijkheid om een aangescherpt profiel op te stellen voor het ziekenhuis dat aansluit bij de lokale en regionale behoeften en de kwaliteiten van het LangeLand ziekenhuis en dat bijdraagt aan een duurzame exploitatie hiervan. In Zoetermeer wordt al volop de verbinding gezocht tussen het ziekenhuis, de GGZ, VVT, eerstelijns zorg en het sociaal domein, waarmee het een goed voorbeeld is van de Juiste Zorg op de Juiste Plek. Bij het opnieuw positioneren van het ziekenhuis kan deze lijn mogelijk verder worden versterkt, waarbij de rol van de zorgverzekeraars wederom een belangrijke is.

Orthopedisch Centrum

Een laatste aandachtspunt is de positie van het nieuwe Orthopedisch Centrum dat in juli 2020 wordt geopend. DSW heeft aangegeven twijfels te hebben over de grootte van het centrum en in hoeverre de exploitatie rondkomt, ook gelet op het overige aanbod in de regio. Gezien die twijfels, zouden zij graag een koppeling zien van het Orthopedisch Centrum en de benodigde nieuwbouw van het LangeLand Ziekenhuis. Op die manier kan bij tegenvallende exploitatie van het Orthopedisch Centrum het vastgoed (deels) op een andere manier benut worden. Dat doet overigens niets af aan de intenties van DSW met betrekking tot het sluiten van een meerjarencontract. De Raad van Bestuur van de RHG heeft mij laten weten dat de ontwikkeling van het Orthopedisch Centrum gebaseerd is op een sluitende business case, die gemaakt is op basis van de orthopedische zorg die anders in de drie afzonderlijke ziekenhuizen geboden zou worden. Zij delen de twijfels van DSW over het slagen van het centrum dan ook niet. CZ en Menzis hebben aangegeven dat zij de oprichting van het Orthopedisch Centrum als onderdeel van de RHG altijd hebben ondersteund. Ze hebben nog geen standpunt hierover ingenomen in betrekking tot de aanstaande ontvlechting, maar nemen dit mee in het eerdergenoemde proces dat RHG en de zorgverzekeraars gezamenlijk doorlopen om een duurzame toekomst voor het LangeLand Ziekenhuis te kunnen borgen.

Kortom, de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht van de RHG laten weten een grote verantwoordelijkheid te voelen om een financieel duurzame en toekomstbestendige oplossing voor LangeLand ziekenhuis te vinden. Ook zorgverzekeraars voelen die verantwoordelijkheid. Het is nu aan de partijen zelf om in het verdere traject die passende oplossing te vinden. Waar nodig zal de Kamer uiteraard nader geïnformeerd worden.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

Naar boven