31 016 Ziekenhuiszorg

Nr. 256 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 november 2019

Hierbij stuur ik u twee rapporten van de Inspectie Gezondheidszorg & Jeugd (IGJ) over haar toezicht op de zorgverlening in de periode rond het faillissement van MC Slotervaart in oktober 20181. Centraal in beide rapporten staan de afbouw en overdracht van de patiëntenzorg en de wijze waarop deze is overgedragen naar omliggende ziekenhuizen.

Er zijn geen calamiteiten gemeld en er zijn bij de inspectie geen incidenten bekend waarbij patiënten direct schade hebben ondervonden. Wel signaleert de IGJ dat voorwaarden voor goede en veilige zorg, met name in de eerste weken na het faillissement, niet aanwezig waren. Dat heeft geleid tot risico’s voor patiëntveiligheid en onnodig veel onrust en onduidelijkheid onder personeel en patiënten. Dat er desondanks steeds sprake was van veilige zorg komt, zo stelt de IGJ, doordat deskundige zorgverleners zich zijn blijven inzetten voor hun patiënten. Daarnaast concludeert de IGJ dat zowel patiënten als professionals na de afbouw van de zorgverlening in het MC Slotervaart goed zijn opgevangen in omliggende ziekenhuizen en klinieken.

Tegen het einde van het jaar verschijnt naar verwachting het onderzoek van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid naar de gang van zaken rond de faillissementen van het MC Slotervaart en de MC IJsselmeerziekenhuizen. In deze periode rondt de IGJ ook haar rapporten naar aanleiding van het faillissement van de MC IJsselmeerziekenhuizen af. De commissie Van Manen verwacht in het eerste kwartaal 2020 haar werkzaamheden af te ronden. Voor het leren van lessen is het van belang de uitkomsten van beide onderzoeken en de bevindingen van de IGJ in samenhang te kunnen bezien. Ik zal de rapporten van de IGJ daarom betrekken bij mijn beleidsreactie op de bovengenoemde onderzoeken.

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven