31 015 Kindermishandeling

Nr. 52 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 november 2010

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft op 18 november 2010 een rapport uitgebracht met als titel: «Huisartsenposten onvoldoende alert op kindermishandeling. Inventarisatie onderzoek naar de kwaliteit van de signalering van kindermishandeling op huisartsenposten».

Hierbij bied ik u dit rapport aan.1

Het onderzoek van de inspectie is in januari 2010 uitgevoerd, krap een jaar na het uitkomen van de handreiking «Gebruik Meldcode kindermishandeling in de huisartsenzorg». Zoals de IGZ zelf aangeeft in zijn rapport is deze periode te kort geweest om alle voorwaarden op iedere huisartsenpost voldoende geïmplementeerd te krijgen. De meting dient volgens de IGZ met name als «nulmeting» en moet inzicht bieden in de huidige situatie van de signalering. De sector wordt hiermee aangespoord tot verbetering. Eind 2011 herhaalt de IGZ het onderzoek.

De conclusie van de inspectie is dat de voorwaarden voor verantwoorde signalering van kindermishandeling op de huisartsenposten nog onvoldoende zijn ingevuld. Zo wordt onvoldoende gebruik gemaakt van een screeningsinstrument, ontbreken afspraken met ziekenhuizen en Advies- en Meldpunt Kindermishandeling en is meer aandacht nodig voor de scholing van triagisten, huisartsen en hun waarnemers.

Het is heel belangrijk dat er nu een eerste beeld is van hoe op huisartsenposten wordt omgegaan met de signalering van kindermishandeling. Op dit moment voldoen de HAP’s nog niet aan de door de sector zelf vastgestelde voorwaarden voor signalering van kindermishandeling.

Uit het rapport van de inspectie komt naar voren dat de huisartsenposten hun verantwoordelijkheid oppakken en actief bezig zijn met de implementatie van de voorwaarden. Ik heb er vertrouwen in dat de HAP’s hierin succesvol zullen zijn.

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M. L. L. E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven