De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de regering middels een motie is verzocht een onafhankelijk onderzoek
te laten uitvoeren naar de aard en omvang van georganiseerd sadistisch misbruik van
kinderen (35 349, nr. 15);
constaterende dat ter uitvoering van deze motie, de Minister van Justitie een onderzoekscommissie
heeft ingesteld en alle leden daarvan heeft benoemd (34 843, nr. 46);
constaterende dat uitgerekend ook hooggeplaatste ambtenaren van het Ministerie van
Justitie van dit misbruik beschuldigd worden;
constaterende dat een groep belangenbehartigers van slachtoffers – waaronder twintig
ggz-behandelaren – in een brandbrief de noodklok heeft geluid over het gebrek aan
onafhankelijkheid van de commissie (brandbrief van mevrouw drs. A.S. Terpstra-Van
Hijum c.s. d.d. 16 oktober 2021, online raadpleegbaar via https://www.lichtopsrm.com/index.php/brandbrief);
overwegende dat het nut van een onderzoek naar dergelijk misbruik valt of staat bij
het vertrouwen dat slachtoffers in de commissie hebben, zodat zij veilig en vrijuit
kunnen spreken, ook over mogelijk misbruik door hooggeplaatste ambtenaren;
roept de regering op om ten behoeve van het onderzoek naar sadistisch ritueel kindermisbruik
een nieuwe, onafhankelijke, commissie in het leven te roepen – met inachtneming van
de in de brandbrief geschetste randvoorwaarden – en de huidige commissie te ontbinden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Meijeren