De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er veel meldingen zijn van seksueel misbruik in de gemeenschap van
Jehova’s getuigen, maar dat deze meldingen om uiteenlopende redenen niet allemaal
hebben geleid of zullen kunnen leiden tot aangiftes bij de politie;
constaterende dat er aanwijzingen zijn dat de cultuur van geslotenheid in de gemeenschap
van Jehova’s getuigen er aan heeft bijgedragen dat veel binnenskamers is gebleven
en dat dit systeem nog steeds niet de juiste waarborgen biedt om kinderen maximaal
te beschermen tegen misbruik;
constaterende dat het bestuur van de Jehova’s getuigen niet bereid is mee te werken
aan onderzoek naar het vermeend seksueel misbruik;
verzoekt de regering, te bewerkstelligen, zonder dat hiermee eventuele strafrechtelijke
onderzoeken worden doorkruist, dat onderzoek wordt uitgevoerd naar opgedane ervaringen
door personen die onderdeel zijn (geweest) van de gemeenschap van Jehova’s Getuigen
met als doel om inzicht te krijgen in het mogelijk onderliggende patroon, de gebruikte
(kerk)regels, gebruiken en structuren binnen de gemeenschap en de invloed die dit
heeft op de aangiftebereidheid van deze personen,
verzoekt de regering voorts, te bewerkstelligen dat er een analyse wordt gemaakt naar
de in andere landen reeds verrichte onderzoeken op het terrein van seksueel misbruik
binnen de gemeenschap van Jehova’s Getuigen en daarbij zo mogelijk aanbevelingen voor
Nederland te formuleren
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Nispen
Kuiken
Van Toorenburg
Buitenweg