31 015 Kindermishandeling

Nr. 154 TWEEDE NADER GEWIJZIGDE MOTIE VAN HET LID VAN NISPEN C.S. TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 153

Voorgesteld 3 juli 2018

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er veel meldingen zijn van seksueel misbruik in de gemeenschap van Jehova’s getuigen, maar dat deze meldingen om uiteenlopende redenen niet allemaal hebben geleid of zullen kunnen leiden tot aangiftes bij de politie;

constaterende dat er aanwijzingen zijn dat de cultuur van geslotenheid in de gemeenschap van Jehova’s getuigen er aan heeft bijgedragen dat veel binnenskamers is gebleven en dat dit systeem nog steeds niet de juiste waarborgen biedt om kinderen maximaal te beschermen tegen misbruik;

constaterende dat het bestuur van de Jehova’s getuigen niet bereid is mee te werken aan onderzoek naar het vermeend seksueel misbruik;

verzoekt de regering, te bewerkstelligen, zonder dat hiermee eventuele strafrechtelijke onderzoeken worden doorkruist, dat onderzoek wordt uitgevoerd naar opgedane ervaringen door personen die onderdeel zijn (geweest) van de gemeenschap van Jehova’s Getuigen met als doel om inzicht te krijgen in het mogelijk onderliggende patroon, de gebruikte (kerk)regels, gebruiken en structuren binnen de gemeenschap en de invloed die dit heeft op de aangiftebereidheid van deze personen,

verzoekt de regering voorts, te bewerkstelligen dat er een analyse wordt gemaakt naar de in andere landen reeds verrichte onderzoeken op het terrein van seksueel misbruik binnen de gemeenschap van Jehova’s Getuigen en daarbij zo mogelijk aanbevelingen voor Nederland te formuleren

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Nispen

Kuiken

Van Toorenburg

Buitenweg

Naar boven