nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de wet van 15 november
2006 (Stb. 564) heeft verklaard dat er grond bestaat een voorstel in overweging
te nemen tot wijziging in de Grondwet van de bepalingen omtrent de uitsluiting
van wilsonbekwamen van het kiesrecht;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Grondwet ondergaat de in de artikelen II en III omschreven veranderingen.
ARTIKEL II
Artikel 54, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Na «uitgesloten» vervalt de dubbele punt.
2. Onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel a
door een punt, vervallen onderdeel b alsmede de aanduiding «a.»
voor onderdeel a.
ARTIKEL III
Aan de Grondwet wordt het volgende additionele artikel toegevoegd:
ARTIKEL II
Artikel 54, tweede lid, naar de tekst van 1983 blijft gedurende vijf jaren
of een bij of krachtens de wet te bepalen kortere termijn van kracht. Deze
termijn kan bij de wet voor ten hoogste vijf jaren worden verlengd.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,