31 001
Programma voor Jeugd en Gezin

nr. 71
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 juli 2009

Van de Vaste Kamer Commissie Justitie ontving ik op 29 april jl. (2009Z07825/2009D21408) het verzoek uw Kamer te informeren over de stand van zaken met betrekking tot de toepassing van gedragsbeïnvloedende maatregelen.

Eerder is in een algemeen overleg d.d. 30 oktober (TK vergaderjaar 2008-2009, 31 001, nr. 57) inzake voortgang campussen de toezegging gedaan om uw Kamer in de rapportage over Veiligheid begint bij Voorkomen (VbbV) te informeren over de resultaten met betrekking tot de gedragsmaatregel. Dit vooruitlopend op de evaluatie van de Wet gedragsbeïnvloeding jeugdigen, die drie jaar na inwerkingtreding zal plaatsvinden.

Het aantal vonnissen met een gedragsbeïnvloedende maatregel neemt toe. De invoering verloopt echter trager dan verwacht. Eind 2008 zijn er extra maatregelen genomen om de implementatie nog beter te ondersteunen. Vanaf 1 januari 2009 koopt het ministerie van Justitie onder meer een viertal (voorlopig) erkende gedragsinterventies in om de tijdige beschikbaarheid van zorg te vergroten. Er zijn verder afspraken gemaakt met de Raad voor de Kinderbescherming over de aantallen uit te voeren adviestrajecten. De Raad voor de Kinderbescherming levert elke twee maanden informatie over de aantallen opgelegde gedragsmaatregelen. Op deze wijze kan de ontwikkeling van de gedragsmaatregel worden gevolgd.

In de periode begin juni tot medio oktober 2009 wordt de voortgang van de implementatie met de justitiële ketenpartners, betrokken bij de uitvoering van de gedragsmaatregel, opnieuw besproken. Verder wordt begin september een impactanalyse afgerond. De impactanalyse zal de omvang van de potentiële doelgroep en de inhoudelijke overwegingen bij het adviseren van een gedragsmaatregel in relatie tot andere strafmodaliteiten beter in beeld brengen. Daarnaast zal de impactanalyse beter zicht geven op de effecten die de advisering en de uitvoering van de gedragsmaatregel heeft voor de betrokken ketenpartners. De gesprekken over de ervaringen in de arrondissementen en de impactanalyse tezamen zullen meer zicht geven op de knelpunten en belemmeringen.

Zodra de genoemde informatie beschikbaar is, maar uiterlijk bij de voortgangsrapportage VbbV, gepland voor november 2009, zal ik u verder informeren over de stand van zaken met betrekking tot de toepassing van gedragsbeïnvloedende maatregel.

De minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven