nr. 26
BRIEF VAN HET PRESIDIUM
Aan de leden
Den Haag, 17 december 2007
Bijgaand informeer ik u over de voortgang bij de uitvoering van de motie
Schinkelshoek, Kalma, Aptroot en Anker (30 996, nr. 9, zie bijlage)
over parlementaire zelfreflectie.
In zijn vergadering van 12 september 2007 heeft het Presidium besloten
dat de Voorzitter voorafgaand aan het nemen van nadere besluiten over het
uitvoeren van deze motie de fractievoorzitters zou consulteren.
Op basis van deze consultaties heeft het Presidium op 5 december
2007 besloten de parlementaire zelfreflectie vorm te geven als een proces
dat moet uitmonden in een conferentie. Dit proces reflecteert op het parlementaire
handelen in een maatschappelijke en staatsrechtelijke context. Om die reden
is het van belang om zoveel mogelijk Kamerleden én een aantal personen
uit kringen om de Kamer heen bij het proces te betrekken. Daarbij is het proces
zelf, waarbij de Kamerleden als het ware een spiegel wordt voorgehouden, minstens
zo belangrijk als het eindproduct, de conferentie en (daarna) door de Kamer
te nemen uitvoeringsbesluiten. De Voorzitter geeft leiding aan dit proces
met als uiteindelijk doel het verbeteren van het functioneren van de Kamer
(verbetering van positie, reputatie en werkwijze), met medewerking van de
(vice-)fractievoorzitters en een in te stellen ambtelijke werkgroep.
Het proces van parlementaire zelfreflectie heeft inmiddels een aanvang
genomen met de lunchgesprekken die de Voorzitter organiseert met nieuwe Kamerleden.
De (vice-)fractievoorzitters worden op korte termijn ingeschakeld bij het
selecteren van mogelijke reflectiepunten en daarmee samenhangende dilemma’s.
Mogelijke reflectiepunten zijn onder andere de effecten van de steeds korter
durende Kamerlidmaatschappen, de binding van de Kamer aan regeerakkoorden,
de aanwezigheid van Kamerleden in het land versus aanwezigheid in de Kamer
zelf en de tekortschietende informatiepositie van de Kamer in relatie tot
het kabinet en de ambtenaren. Vragen die bij de selectie van reflectiepunten
aan de orde zijn hebben vooral betrekking op de inhoudelijke vraagstelling.
Wat is er eigenlijk aan de hand? Welke externe bij het parlementaire proces
betrokkenen zijn van belang om bij het proces van zelfreflectie
te betrekken? Welke problemen lenen zich echt voor concrete oplossingen?
Op basis van de geselecteerde reflectiepunten wordt het proces van de
parlementaire zelfreflectie verder vormgegeven. De (vice-)fractievoorzitters
fungeren daarbij als stuurgroep en via hen zullen ook de tussentijdse resultaten
van het proces worden teruggekoppeld aan de fracties.
Binnen de door de stuurgroep vastgestelde kaders zullen gesprekken worden
gevoerd met zowel direct bij het parlementaire proces betrokken personen en
instellingen alsook met interessante en beeldbepalende persoonlijkheden uit
de wetenschap, de cultuur en het bedrijfsleven. In overleg met de (vice-)fractievoorzitters
zal tevens besloten worden over de vormgeving van aanvullende onderdelen zoals
een dialoog met maatschappelijke organisaties en burgers, waarbij gedacht
kan worden aan onder meer een internetforum. Met de (vice-)fractievoorzitters
zal voorts worden besproken op welke wijze de Kamer de na te streven verbeteringen
wil uitdrukken in termen van goed openbaar bestuur.
Het proces van reflectie mondt uit in een breed opgezette conferentie
in de eerste helft van 2009, waarin gedebatteerd wordt over de uitkomsten
van de parlementaire zelfreflectie in de vorm van aanbevelingen, opgesteld
door de Voorzitter en de (vice-)fractievoorzitters. Aanbevelingen die tijdens
het proces tot besluitvorming kunnen leiden, alsook de aanbevelingen die na
de conferentie worden gedaan, zullen uiteraard direct worden voorgelegd aan
het Presidium en, indien nodig, de Commissie voor de Werkwijze, alvorens aan
de Kamer (ter instemming) te worden voorgelegd.
Het Presidium stelt u voor met deze uitwerking van de hierboven genoemde
motie Schinkelshoek c.s. in te stemmen.
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
G. A. Verbeet
De Griffier van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
J. E. Biesheuvel-Vermeijden
BIJLAGE
