30 995
Aanpak Wijken

nr. 5
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR WONEN, WIJKEN EN INTEGRATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 mei 2007

Door middel van deze brief informeer ik u over de definitieve selectie van wijken, die voor de wijkenaanpak in aanmerking komen. Bovendien geef ik u aan welke producten ik voor de zomer nog aan uw Kamer zal toesturen.

In mijn brief aan uw Kamer van 22 maart 2007 (TK 2006–2007, 30 995, nr. 1) heb ik de selectie van 40 wijken bekend gemaakt. In aanvulling hierop ben ik in mijn brief van 24 april 2007 (TK 2006–2007, 30 995, nr. 2) dieper ingegaan op de onderbouwing en het proces, waarbinnen de selectie tot stand is gekomen. Op verzoek van de Algemene Commissie voor Wonen, Wijken en Integratie in het AO van 26 april jl. (Kamerstuk 30 995, nr. 4) is op 24 mei jl. een ambtelijke technische briefing georganiseerd, waarin nader uitleg over de selectie is gegeven.

Voor het bepalen van de wijken, waarop de wijkenaanpak zich zal toespitsen, heeft gedegen onderzoek plaatsgevonden en op basis hiervan is een zorgvuldige selectie uitgevoerd. Mede naar aanleiding van het debat met uw Kamer op 29 maart jl. heb ik gemeenten de mogelijkheid gegeven om, als zij van mening waren dat een wijk binnen hun gemeentegrens ten onrechte niet was geselecteerd, bij mij vóór 1 mei jl. een onderbouwd verzoek in te dienen om aan de selectie te worden toegevoegd. In het AO op 26 april jl. heb ik u over de indiening van deze verzoeken en mijn reactie daarop een tussenstand gegeven. Bij het opmaken van die tussenstand heb ik gesteld, dat er tot dan toe geen verzoek was binnengekomen, dat tot een aanpassing van de wijkenselectie zou moeten leiden. Na het AO heb ik nog een aantal aanvullende gemeentelijke verzoeken ontvangen. Door middel van deze brief maak ik de definitieve selectie bekend.

In totaal hebben 26 gemeenten een verzoek ingediend om betrokken te worden in de wijkenaanpak (bijlage 1)1. Hiervan hebben 11 gemeenten een verzoek voor toevoeging aan de selectie ingediend. Ook voor de vier verzoeken voor toevoeging aan de selectie van 40 wijken die ik sinds 26 april jl. nog heb ontvangen geldt, dat er op basis van het toegestuurde gemeentelijke materiaal geen reden is om hiertoe over te gaan. De verzoeken zijn allemaal volgens dezelfde criteria geanalyseerd. De door de gemeenten aangedragen wijken zijn voor wat betreft cumulatie van problemen, intensiteit en omvang van de problematiek van een andere orde dan de geselecteerde 40. Het gemiddelde inkomen ligt er bijvoorbeeld hoger, de werkloosheid is er lager, de verhuisgeneigdheid minder of de fysieke en sociale overlast minder. Ook wanneer, voor zover mogelijk, op een lager schaalniveau dan het 4 postcodeniveau wordt ingezoomd, verandert dat beeld niet. De selectie van de 40 wijken, zoals verwoord in mijn brieven van 22 maart en 24 april jl., blijft dan ook ongewijzigd (bijlage 2)1.

In mijn brief van 24 april jl. heb ik laten weten dat ik het voornemen heb om – binnen de randvoorwaarden dat voldoende budget voor de wijkenaanpak in de geselecteerde wijken beschikbaar komt – een zeer beperkt deel van de middelen te reserveren voor de aanpak van de problematiek buiten de 40 aangewezen wijken. Mijn eigen onderzoeksmateriaal, aangevuld met de toegestuurde gemeentelijke onderbouwingen en gesprekken met gemeenten hebben mij gesterkt in mijn opvatting, dat ik ook aan deze gemeenten serieuze aandacht moet geven. Voorop staat dat het moet gaan om wijken met een cumulatie van problemen waar de algemene leefbaarheidsproblematiek in elk geval op onderdelen vergelijkbaar is met de gemiddelde problematiek in de geselecteerde wijken. Bij de uitwerking van het arrangement voor de aanpak van de problematiek buiten de 40 geselecteerde wijken zal ik me o.a. laten inspireren door de verzoeken van de gemeenten, die voor 1 mei jl. bij mij zijn binnengekomen. Tevens zal ik voorstellen doen hoe de leerervaringen en best practices van de 40 wijkenaanpak gedeeld kunnen worden met alle gemeenten, die daar hun voordeel mee kunnen doen. Deze aandacht voor de wijken buiten de geselecteerde gebieden is er op gericht om verder afglijden van wijken te voorkomen.

In het Actieplan Krachtwijken, dat ik van plan ben voor de zomer aan uw Kamer toe te sturen, zal ik u, in aanvulling op datgene wat over het arrangement in de brief van 24 april jl. is gesteld, verder informeren. Bij de uitwerking hiervan zal de VNG worden betrokken.

In het Actieplan zal ik ook ingaan op de rode draden uit de wijkentoer en aangeven hoe, en op welke terreinen ik met gemeenten over de wijkenaanpak in het najaar afspraken wil maken. De gemeenten worden nu uitgenodigd actieplannen voor de geselecteerde wijken op te stellen. Deze vormen de basis voor de charters, die ik voornemens ben in september/oktober met de gemeenten te sluiten.

De Minister voor Wonen, Wijken en Integratie,

C. P. Vogelaar


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven