30 995
Aanpak Wijken

nr. 33
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR WONEN, WIJKEN EN INTEGRATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 november 2007

Hierbij informeer ik u over mijn voorstellen omtrent de knelpuntenpot behorend bij de wijkenaanpak. Dit conform mijn toezeggingen in mijn brief van 24 april 2007 over de wijkenselectie1 en mijn beantwoording van de kamervragen2 van 1 november 2007 ten behoeve van de begrotingsbehandeling WWI.

De zogeheten knelpuntenpot is een regeling ter aanvulling op de wijkenaanpak. Bij de selectie van de 40 wijken heb ik gekeken naar de wijken met de grootste problemen en achterstanden. Deze krijgen de komende jaren geld, prioriteit en aandacht. Maar ook andere wijken in Nederland kunnen een steun in de rug gebruiken. Hiervoor komt de knelpuntenpot die ik in deze brief nader toelicht.

Eerste tranche met € 30 miljoen voor knelpuntenpot

Ik wil als eerste stap een knelpuntenpot creëren ten bedrage van € 30 miljoen voor problemen in wijken. Daartoe ben ik voornemens om de middelen die nu beschikbaar zijn voor projectsteun bij het CFV in te zetten. In de praktijk blijkt dat van deze financiële steun tot nu toe slechts beperkt gebruik wordt gemaakt. Over het inzetten van de middelen voor projectsteun heb ik overleg gevoerd met het CFV. Overdracht van deze middelen vergt naar het zich nu laat aanzien een wijziging van regelgeving met daarin een wijziging van de bestemming van de middelen. Deze wijziging van regelgeving zal ik de komende maanden met het CFV verder uitwerken.

Voorwaarden en criteria voor de knelpuntenpot

Ondanks dat een substantieel bedrag beschikbaar komt voor de knelpuntenpot, zal niet iedere wijk in aanmerking kunnen komen voor een bijdrage. Daarom zal een aantal voorwaarden gesteld worden aan de aanvragen. Mijn eerste beeld van deze voorwaarden geef ik hieronder weer.

Allereerst moet er sprake zijn van cumulatieve problemen op meerdere terreinen van de wijkenaanpak; op het gebied van wonen, werken, leren en opgroeien, integreren en veiligheid. Indien de problemen klein zijn of op één vlak liggen, ga ik ervan uit dat de gemeenten samen met lokale partijen die problemen zelf op kunnen lossen.

De gemeenten die een beroep willen doen op de knelpuntenpot moeten een plan maken op wijkniveau met de corporaties en andere relevante (lokale) partijen. De vraag welke problemen acuut zijn en snel opgelost moeten worden, is een zaak van de gemeenten, corporaties, bewoners en andere lokale partijen.

Daarnaast geldt als voorwaarde dat ook de gemeente, corporatie en eventuele andere (lokale) partijen investeren in het plan en dus in de wijk. Deze investeringen moeten inzichtelijk zijn. Indien er ondanks deze investeringen nog een tekort resteert, kan aan het plan een financiële bijdrage worden verleend. Die bijdrage is maximaal 50% van de totale benodigde kosten (onrendabele toppen en kosten van de sociale en economische activiteiten) van het totale plan tot een maximum van € 2 miljoen per plan.

Gezien het beperkte budget, zullen niet alle aanvragen kunnen worden gehonoreerd. Mij staat daarom voor ogen om deze knelpuntenpot in zijn eerste fase alleen open te stellen voor de G31-gemeenten, exclusief de 40 krachtwijken. Gemeenten met krachtwijken kunnen wel voor andere wijken aanvragen indienen.

In een volgende fase wil ik de werking van de knelpuntenpot verbreden tot heel Nederland.

Ik zal een externe commissie instellen die de aanvragen beoordeelt op «kansrijkheid». Daarbij gaat het vooral om de effectiviteit van het plan in de aanpak van cumulatieve problemen, zodat we daaruit lessen kunnen trekken voor de aanpak elders. De commissie die mij hierover zal adviseren, zal hierbij een rangorde maken op basis van het daadwerkelijke verschil dat de voorgestelde acties voor de wijk en voor haar bewoners kunnen maken. Dit zal een afgeleide zijn van de kwaliteit van enerzijds het plan en anderzijds de betrokkenheid van bewoners en alle relevante andere stakeholders bij het opstellen en uitvoeren van het plan.

Het vervolg

De hierboven beschreven contouren ga ik met het CFV uitwerken. Ook zal ik overleggen met de VNG en Aedes. Vervolgens zal ik u in het voorjaar van 2008 nader informeren over de definitieve aanpak voor de regeling.

In de loop van 2008 wil ik u informeren over een volgende tranche van de knelpuntenpot.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De minister voor Wonen, Wijken en Integratie,

C. P. Vogelaar


XNoot
1

Tweede Kamer, vergaderjaar 2006–2007, 30 995, nr. 2.

XNoot
2

Tweede Kamer, vergaderjaar 2006–2007, 31 200 XVIII, nr. 7.

Naar boven