30 988
Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs onder meer in verband met enkele aanpassingen in de inrichtings- en examenvoorschriften met betrekking tot het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs

nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING

Algemene toelichting

Deze toelichting wordt mede gegeven namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Inhoud van het wetsvoorstel

Dit wetsvoorstel regelt het volgende:

a. het introduceert het vak lichamelijke opvoeding (LO2) als algemeen vak dat gekozen kan worden in het vrije deel van de gemengde en de theoretische leerweg van het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo);

b. het verankert in de wet dat de Friese taal en cultuur gekozen kan worden in het vrije deel van de gemengde en theoretische leerweg van het vmbo en voor zover het de beroepsgerichte leerwegen betreft, gekozen kan worden als extra vak;

c. het opent de mogelijkheid dat leerlingen in een bepaalde leerweg van het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs overeenkomstige vakken volgen van een hoger kwalificatieniveau in plaats van de vakken van de «eigen» leerweg. Daaronder kunnen worden begrepen vakken van het hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo: zie artikel 14 WVO) en het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo: zie artikel 13 WVO). Ook worden hieronder begrepen de vervangende vakken van het vmbo, als het bevoegd gezag de leerling daartoe in de gelegenheid heeft gesteld;

d. het voorziet in een aanpassing van de regels over aanwijzing van gecommitteerden bij het eindexamen.

Deze onderwerpen komen hierna achtereenvolgens aan de orde.

1. Lichamelijke opvoeding (LO2) in het vrije deel van het vmbo

Op verzoek van de beroepsgroep en het vmbo-scholenveld wordt in navolging van de introductie van het vak LO2 in het havo en vwo, LO2 ook voor de gemengde leerweg en theoretische leerweg van het vmbo mogelijk. Leerlingen kunnen dit vak kiezen in het vrije deel van de gemengde en theoretische leerweg. Dit wetsvoorstel voorziet in een maatschappelijke behoefte aan meer bewegingsmogelijkheden voor jongeren en sluit aan op het beleid om vmbo-scholen meer ruimte te bieden in de programmering. Voor de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg van het vmbo biedt het ontwikkelde beroepsgerichte programma Sport, Dienstverlening en Veiligheid meer programmeringsruimte voor sport en beweging. Gezien de omvang van het beroepsgerichte programma, dat het gehele vrije deel van de basis- en kaderberoepsgerichte leerwegen beslaat, zal LO2 niet worden vastgesteld als examenvak voor deze leerwegen.

Het verschil met het gewone examenprogramma LO is dat deze leerlingen zich actief willen verdiepen in bewegen en sport; niet alleen in bewegingsvaardigheden maar ook in het leren coachen, organiseren en leren leiding geven aan groepen. De eindtermen van het examenprogramma zijn ontleend aan het havo- en vwo programma en zijn aangepast aan de mogelijkheden en interesses van de vmbo leerling. De theoretische onderdelen worden voornamelijk binnen de praktijklessen behandeld. In het thema Bewegen, Gezondheid en Samenleving worden bijvoorbeeld achtergronden van bewegen en sport behandeld; het opzetten van een trainingsprogramma en het zorgen voor de eigen gezondheid en EHBSO (eerste hulp bij sportongelukken).

2. Friese taal en cultuur in het vrije deel van het vmbo

Voorgesteld wordt in de wet te verankeren de mogelijkheid voor de leerling om het vak Friese taal en cultuur te kiezen in het vrije deel van de theoretische en gemengde leerweg. Voor de beroepsgerichte leerwegen geldt dat het vak Friese taal en cultuur, daartoe aangewezen bij algemene maatregel van bestuur, door de leerling kan worden gekozen als extra vak. De huidige bepaling in het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. (Eindexamenbesluit) betreffende het vak Fries in het vmbo wordt aangepast en daarmee in lijn gebracht met het door mij vastgestelde examenprogramma Fries vmbo. Hierin is immers opgenomen dat het vak Fries kan worden gekozen in het vrije deel van de theoretische en gemengde leerweg. Achtergrond hiervan is het door Nederland geratificeerde Europees Handvest voor streektalen of talen van minderheden voor het voortgezet onderwijs (art. 8, eerste lid, onderdeel c iii). De bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001 en het in februari 2005 ondertekende convenant Friese taal en cultuur, zijn een uitwerking van de ambities om te voorzien in het onderwijzen van de Friese taal als integrerend onderdeel van het leerplan.

3. Vakken op hoger kwalificatieniveau

Met het voorliggende wetsvoorstel worden leerlingen in het vmbo in de gelegenheid gesteld de vakken die onderdeel zijn van de eigen leerweg, op een hoger kwalificatieniveau te volgen en afsluiten. Dit kunnen vakken zijn uit een volgende of daarop volgende leerweg maar ook vakken van het havo of het vwo. Overigens kan het bevoegd gezag deze mogelijkheid bieden maar is niet daartoe verplicht. Achtergrond is de actie zoals omschreven in Koers VO: «De leerling geboeid, de school ontketend» en de daaruit voortgekomen verbeteringsmaatregel in de Uitwerkingsnotitie examens voortgezet onderwijs van 16 december 2004 (Kamerstukken II 2004/2005, 29 800 VIII, nr. 152). In vervolg daarop hebben de leden van de Vaste Kamercommissie Onderwijs tijdens het algemeen overleg van 22 juni 2005 blijk gegeven van hun instemming met de verbeteringsmaatregel. Deze maatregel biedt scholen de ruimte om leerlingen op onderdelen van het examenprogramma te doen excelleren waardoor een leerling meer gemotiveerd zijn schoolloopbaan doorloopt en bovendien extra kansen creëert bij de aansluiting op het vervolgonderwijs. Voor het havo is al voorzien in de mogelijkheid dat het bevoegd gezag toestaat dat een of meer vakken worden vervangen door het overeenkomstige vak op vwo-niveau (zie artikel 14, achtste lid, WVO, zoals dat luidt vanaf 1 augustus 2007).

Het diploma en de cijferlijst blijven herkenbaar, omdat hierop de leerweg van inschrijving vermeld blijft staan, ongeacht of er één vak of meer op een hoger niveau zijn afgesloten.

De voorgenomen wetswijziging maakt het mogelijk dat de leerling excelleert en deze extra examenprestatie ook gehonoreerd ziet met een vermelding op de cijferlijst. Het is dus denkbaar dat een leerling vakken op verschillende niveau’s aflegt. Een leerling die de kaderberoepsgerichte leerweg doet, kan bijvoorbeeld het vak wiskunde op het niveau van de theoretische leerweg en het vak Engels op het niveau van het havo afsluiten.

De maatregel betreft alle algemene vakken (niet de schooleigen vakken zoals godsdienst) uit zowel het gemeenschappelijk-, sector- als het vrije deel van een eindexamen. Alsmede de vakken die een leerling (op grond van artikel 26n, tweede of derde lid van het Inrichtingsbesluit W.V.O.) volgt in plaats van de Franse of Duitse taal. Dit gebeurt in gevallen dat door de leerling uit de sector economie van de basisberoepsgerichte leerweg in de onderbouw geen Franse of Duitse taal is gevolgd of aan een leerling in de sector economie van de andere leerwegen ontheffing is verleend voor de Franse of Duitse taal. Deze leerlingen volgen dan naar keuze het vak Arabische taal, Turkse taal, Spaanse taal, maatschappijleer II, geschiedenis en staatsinrichting of aardrijkskunde. Het Eindexamenbesluit maakt het mogelijk dat deze vakken ook als extra vak gekozen worden. In al deze gevallen kunnen ook deze vakken op een hoger niveau worden gevolgd en afgesloten.

Door de bepaling in de uitslagregeling dat het eindcijfer van het beroepsgerichte programma in de basis- en de kaderberoepsgerichte leerweg wordt meegerekend als twee eindcijfers, is het alleen voor de basisberoepsgerichte leerweg mogelijk het beroepsgerichte vak te vervangen door het overeenkomstige vak uit alleen de eerstvolgende leerweg: de kaderberoepsgerichte leerweg.

Het is niet nodig de mogelijkheid tot het volgen van overeenkomstige vakken uit de theoretische leerweg in de gemengde leerweg op te nemen, omdat de examenprogramma’s van de algemene vakken uit de gemengde- en theoretische leerweg dezelfde eisen op één en hetzelfde niveau aan de kandidaten stellen. Het Eindexamenbesluit voorziet nu al in de mogelijkheid dat kandidaten die met succes het eindexamen in de gemengde leerweg hebben afgelegd met een extra algemeen vak en daarmee voldoen aan de uitslagregeling van de theoretische leerweg, het diploma vmbo in de theoretische leerweg uitgereikt krijgen.

4. De regeling van de gecommitteerden

Met het voorliggende wetsvoorstel wordt ook beoogd een vereenvoudiging van de administratieve procedure rond de aanwijzing van de tweede corrector in het voortgezet onderwijs bij het examen. In de praktijk van de examens gaat het hierbij om de tweede corrector als toezichthouder. De aanwijzing van de gecommitteerden door de Informatie Beheergroep (IB-Groep) heeft geleid tot een intensief administratief proces waardoor de IB-Groep en de scholen onnodig worden belast. In dit wetsvoorstel wordt artikel 29, tweede lid, van de WVO gewijzigd zodanig dat bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wordt bepaald door wie en op welke wijze de gecommitteerden worden aangewezen.

Het uitgangspunt is dat het eindexamen onder toezicht van een of meer gecommitteerden staat. Bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur kan hierop een uitzondering worden gemaakt als een specifieke examensituatie dat noodzakelijk maakt. Deze mogelijkheid tot uitsluiting is vastgelegd voor de examens beroepsgerichte programma’s in de beroepsgerichte leerwegen, waarvoor een examenvorm is ontwikkeld, waarbij de vaktheorie gekoppeld is aan de praktijkopdrachten (artikel 36, vierde lid, Eindexamenbesluit). Doordat deze gespreid in de tijd worden afgenomen kan hier door de IB-Groep geen koppeling met een andere school worden gemaakt. Het Eindexamenbesluit voorziet in de wijze waarop het toezicht op het examen in dit geval wordt vormgegeven.

De voorgenomen wijziging heeft dus alleen betrekking op de aanwijzingsprocedure van de gecommitteerden. De IB-Groep blijft verantwoordelijk voor het koppelen van de scholen in verband met de uitvoering van de eerste en tweede correctie en zal de scholen daarover informeren (conform de huidige praktijk). Deze voorgenomen wijziging maakt het echter mogelijk dat in het Eindexamenbesluit wordt bepaald dat, na koppeling van de scholen door de IB-Groep, het bevoegd gezag van de school de gecommitteerden (lees tweede correctoren) zelf aanwijst. Uitgangspunt blijft dat gecommitteerden de tweede correctie verzorgen, zoals beschreven in het Eindexamenbesluit. De bepalingen hieromtrent blijven van toepassing en moeten de kwaliteit van de tweede correctie waarborgen.

In het Onderwijsverslag van de Inspectie van het Onderwijs over 2005 wordt geconstateerd dat de uitvoering van de tweede correctie onder druk staat en er getwijfeld kan worden aan de kwaliteit. Dit verslag heeft geleid tot een gezamenlijk plan van aanpak met alle betrokken organisaties, te weten: Inspectie, CEVO, Cito en de VO-raad. Het Eindexamenbesluit wordt conform deze aanpak gewijzigd. Uitgangspunt bij het voorgenomen plan van aanpak is het versterken van de rol van het bevoegd gezag inzake de afhandeling van en de verantwoordelijkheid voor de tweede correctie. Daarnaast zal ook de voorlichting over de gang van zaken bij de tweede correctie worden aangescherpt onder meer door het organiseren van een congres en het bijstellen van de protocollen van de VO-raad op dit onderdeel.

5. Uitvoeringsgevolgen

Nieuwe vakken

Invoering van de vakken LO2 en Friese taal en cultuur in bepaalde leerwegen zal geen moeilijkheden opleveren bij de uitwisseling met de IB-groep.

Vervangend vak

De IB-Groep heeft aangegeven dat het afleggen van een examen in een «extra» vak uit een hogere leerweg vanaf 1 augustus 2007 uitvoerbaar is. De IB-Groep verwacht dan ook geen problemen bij de uitvoering van de maatregel «vervangend vak op hoger niveau».

Gecommitteerden

De aanwijzingsprocedure wordt vereenvoudigd voor zowel de IB-Groep als de scholen.

6. Financiële gevolgen

Nieuwe vakken

Het aanpassen van de bestaande examenprogramma’s voor Friese taal en cultuur en de ontwikkeling van LO2 in het vmbo hebben eenmalige ontwikkelkosten met zich meegebracht, gedekt uit de OCW-begroting.

Vervangend vak

De mogelijkheid vakken op een hoger niveau te volgen heeft geen financiële gevolgen voor de rijkskas.

Gecommitteerden

Het overgaan tot de benoeming van de tweede corrector door de scholen levert een geringe besparing bij de IB-groep op, door het wegvallen van een administratieve handeling.

7. Administratieve lasten

Nieuwe vakken

De school bepaalt zelf of zij de nieuwe vakken, zoals Friese taal en LO2, aanbiedt. Indien de school bepaalt dat LO2 en/of Friese taal als (extra) vak in het vrije deel door de leerling kan worden gekozen, zal het administratiepakket hierop moeten worden ingericht. Er zullen nieuwe programma’s van toetsing en afsluiting moeten worden ontwikkeld en aanbieding zal, afhankelijk van de keuze, gevolgen hebben voor roosters en formatie. Indien het bevoegd gezag deze vakken niet aanbiedt, kan door samenwerking met een andere school voor voortgezet onderwijs of een BVE-instelling de leerling alsnog in staat worden gesteld het vak te volgen. Een en ander in overeenstemming met artikel 8 van het Eindexamenbesluit en het Besluit Samenwerking VO-BVE.

Vervangend vak

Scholen die hun leerlingen de mogelijkheid bieden vakken te laten volgen en af te sluiten op een ander niveau (waarvoor dit is toegestaan) in plaats van de leerweg van inschrijving, zullen naar verwachting hun administratiepakketten en roosters hierop moeten aanpassen. Indien het bevoegd gezag deze vakken niet aanbiedt, kan door samenwerking met een andere school voor voortgezet onderwijs of een BVE-instelling de leerling alsnog in staat worden gesteld het vak te volgen. Een en ander in overeenstemming met artikel 8 van het Eindexamenbesluit en het Besluit Samenwerking VO-BVE.

Gecommitteerden

De administratieve lasten verminderen zowel voor de scholen als voor de IB-Groep.

De scholen hebben niet meer de verplichting voordrachten van docenten op te sturen en hoeven ook niet te wachten op een officiële aanwijzing door de IB-Groep. Het bevoegd gezag kan zelf direct de gecommitteerden aanwijzen. Dientengevolge heeft De IB-Groep niet meer verplichting de voordrachtslijsten van de scholen te controleren, goed te keuren en geaccordeerd terug te sturen naar de scholen.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel I, onderdelen A en C (artikelen 10 en 10d WVO)

Artikel 10 regelt de theoretische leerweg. Artikel 10d regelt de gemengde leerweg. De vakken LO2 en Friese taal en cultuur zijn toegevoegd aan de vakken in het zevende lid waaruit de leerling in het vrije deel kan kiezen. Het bevoegd gezag beslist overigens (zie het achtste lid) welke vakken daadwerkelijk worden aangeboden. Het kan dus zijn dat de leerling op een bepaalde school niet voor LO2 of Friese taal en cultuur kan kiezen. Het nieuwe negende lid geeft het bevoegd gezag de mogelijkheid (dus niet de plicht) om de leerling in de gelegenheid te stellen, in plaats van de vakken van de «eigen» leerweg, de overeenkomstige vakken van het hoger algemeen voortgezet onderwijs of het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs te volgen: opleidingssoorten met een hoger kwalificatieniveau dan de theoretische of de gemengde leerweg.

Artikel I, onderdeel B (artikel 10b WVO)

Artikel 10b regelt de twee beroepsgerichte leerwegen. Het nieuwe negende lid geeft het bevoegd gezag de mogelijkheid (dus niet de plicht) om de leerling in de gelegenheid te stellen, in plaats van de vakken van de «eigen» leerweg, de overeenkomstige vakken van een hoger kwalificatieniveau te volgen:

a. in geval van de basisberoepsgerichte leerweg: de vakken van de kaderberoepsgerichte, de gemengde of de theoretische leerweg, van het havo of het vwo;

b. in geval van de kaderberoepsgerichte leerweg: de vakken van de gemengde of de theoretische leerweg (en dus niet die van de basisberoepsgerichte leerweg), van het havo of het vwo.

In het nieuwe negende lid, onderdeel c, is een beperking opgenomen voor de beroepsgerichte vakken van de basisberoepsgerichte leerweg. Deze vakken kunnen slechts op één niveau hoger, de kaderberoepsgerichte leerweg, worden gevolgd.

In het nieuwe negende lid, onderdeel d, wordt een wettelijke basis gegeven om bijvoorbeeld het vak Friese taal en cultuur, als extra vak te kunnen laten volgen in de beroepsgerichte leerwegen. Het gaat slechts om het aanwijzen van die extra vakken die niet reeds behoren tot de vakken die op grond van artikel 10b, deel uit kunnen maken van het wettelijk voorgeschreven onderwijsprogramma. Ten aanzien van de laatstgenoemde vakken geeft het Eindexamenbesluit al de mogelijkheid van het kunnen afleggen van examen in extra vakken.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

Naar boven