30 987
Wijziging van de Wet milieubeheer, de Wet verontreiniging oppervlaktewateren, de Wet verontreiniging zeewater en de Wet op de economische delicten ter uitvoering van verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen (PbEU L 190)

nr. 4
NADER RAPPORT1

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt/uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State).

Hieronder is opgenomen het nader rapport d.d. 9 maart 2007, aangeboden aan de Koningin door de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 29 december 2006, nr. 06.004735, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 9 februari 2007, nr. W08.07.0001/IV, bied ik U hierbij aan.

Het voorstel geeft de Raad van State geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen. De redactionele kanttekening bij het advies is overgenomen. Voorts is van de gelegenheid gebruik gemaakt de memorie van toelichting aan te vullen met een passage over de noodzaak van tijdige inwerkingtreding van het voorstel van wet, nadat dat tot wet verheven is.

Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer


XNoot
1

De oorspronkelijke tekst van het voorstel van wet en van de memorie van toelichting zoals voorgelegd aan de Raad van State is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven