30 985
Beleidsdoorlichting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

nr. 2
BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 december 2007

Hierbij bieden wij u de beleidsdoorlichting van artikel 6.2 aan1 over de onderwerpen Dualisering en Overhedenoverleg. Het artikelonderdeel en de beide genoemde onderwerpen zijn onderdeel van het artikel 6 «Functioneren Openbaar Bestuur» uit de begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).

Op 4 december 2007 is aan de Tweede Kamer de toezegging gedaan om in de eerste helft van 2008 met een rapport te komen over de «Staat van de Dualisering». In het licht van deze toezegging kan deze beleidsdoorlichting, onderdeel dualisering, gezien worden als een eerste aanzet tot deze «Staat van de Dualisering». In de eerste helft van 2008 komen wij hier op terug.

Onderwerpen beleidsdoorlichting

Deze beleidsdoorlichting gaat over de werking en inrichting van gemeenten en provincies en hun bestuur en daarnaast over de verhoudingen tussen de overheidslagen. Beide onderwerpen zijn al geruime tijd onderdeel van het beleid van het ministerie van BZK. Het aantreden van het nieuwe kabinet maakt dat de beleidsdoorlichting een belangrijke input kan vormen bij de herijking van de bestuurlijke verhoudingen. Met het gesloten bestuursakkoord met de gemeenten zijn de interbestuurlijke verhoudingen met gemeenten al hersteld. Een mooie gelegenheid dus om terug te kijken naar de afgelopen jaren.

Conclusies

Dualisering

De invoering van het dualisme is een ingrijpende wijziging in de al ruim honderdvijftig jaar oude bestuurlijke structuur van gemeenten en provincies. De bestuurlijke bevoegdheden zijn bij het college van B&W en Gedeputeerde Staten geconcentreerd. De gekozen organen hebben de kaderstellende en controlerende bevoegdheden gekregen. Naarmate zij deze kaderstellende en controlerende bevoegdheden beter gaan uitoefenen, zal in mindere mate verticaal toezicht nodig zijn. Dit biedt kansen voor een ontwikkeling van specifiek naar generiek toezicht. Zie het advies van de commissie Doorlichting Interbestuurlijke Toezichtarrangementen (commissie Oosting) dat in oktober 2007 is uitgebracht.

Daarnaast is er meer nadruk komen te liggen op hun volksvertegenwoordigende functie. De wijziging van de structuur is succesvol verlopen.

Doel van de dualisering is geweest om de herkenbaarheid van het decentrale bestuur voor de burger te vergroten. Dit vraagt om een andere wijze van werken van de gekozen vertegenwoordigers. Deze cultuurverandering is in de eerste gedualiseerde bestuursperiode wel op gang gekomen, maar zeker nog niet afgerond. Daar zullen gemeenten en provincies in de tweede bestuursperiode verder aan moeten werken. Dat vraagt om maatwerk waar het rijk alleen in ondersteunende zin bij betrokken kan zijn.

Overhedenoverleg

Het Overhedenoverleg heeft een vaste functie gekregen in de interbestuurlijke verhoudingen. Uit de verschillende evaluaties blijkt de wens om via het Overhedenoverleg samen te blijven werken tussen de overheden. Uit de evaluaties ontstaat het beeld van een continue ontwikkeling en inzet op verbetering van het Overhedenoverleg. De participanten zijn zich van de waarde van het overleg bewust. Dit neemt niet weg dat de waardering voor het Overhedenoverleg sterk mee ademt met de feitelijke interbestuurlijke verhoudingen van het moment. De opgaande lijn en wil tot verbreding gedurende de BANS-periode werd abrupt afgebroken onder invloed van de OZB-discussie. Rijk en gemeenten stonden in deze discussie lijnrecht tegenover elkaar. Deze tegenstelling en de onmogelijkheid om er samen uit te komen, heeft de interbestuurlijke verhoudingen onder druk gezet.

De verhoudingen met de gemeenten zijn inmiddels door het Bestuursakkoord uit juni 2007 weer hersteld. Met de provincies wordt nog aan een dergelijk akkoord gewerkt. De vraag is dan ook hoe de ontwikkeling van het Overhedenoverleg vanaf nu verder gaat.

Objectief oordeel

De secretaris van de bijzondere commissie interbestuurlijke verhoudingen van de Raad van State heeft als onafhankelijke externe partij meegelezen bij deze beleidsdoorlichting. De secretaris is van mening dat het beschrevene in deze beleidsdoorlichting correct is.

Vooruitblik

Dualisering

Na de geslaagde invoering van de dualisering en de daarmee gepaard gaande wijzigingen in de bestuurlijke structuur van gemeenten en provincies, verwachten wij geen grote wijzigingen meer te hoeven doorvoeren in deze structuur. Regulier onderhoud en beperkte aanpassingen zullen wel nodig blijven. In deze kabinetsperiode zal het accent liggen op het vergroten van de bestuurskracht van gemeenten en provincies.

Overhedenoverleg

De wil van het huidige kabinet om in de interbestuurlijke verhoudingen het herstel van het onderlinge vertrouwen tot prioriteit te verklaren is gebaseerd op de wil om als overheden gezamenlijk maatschappelijke problemen effectief te kunnen aanpakken. Het streven naar effectief overheidsbeleid zal daarmee een stevige impuls geven aan de verdere ontwikkeling van het Overhedenoverleg.

Het overhedenoverleg zal daarmee op de onderstaande drie pijlers gaan steunen:

– de onderlinge verhoudingen

– een inhoudelijke samenwerkingsagenda

– het streven naar effectief overheidsbeleid.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Th. B. Bijleveld-Schouten


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven