Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 december 2014
Hierbij bied ik u de beleidsdoorlichting bij de kwaliteit van de Basisregistratie
personen (BRP), onderdeel van artikel 6.5 van de begroting van het Ministerie van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) aan1.
De beleidsdoorlichting beschrijft de inspanningen die het Ministerie van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties vanaf eind 2011 heeft gedaan om de kwaliteit van de gegevens
in de Basisregistratie Personen (BRP), voorheen Gemeentelijke Basisadministratie (GBA),
te verbeteren. De maatregelen zijn in deze doorlichting onderzocht op doeltreffendheid
en doelmatigheid.
Het is van belang dat de gegevens in de basisregistratie op orde zijn. Onvolledigheid
kan nadelige gevolgen hebben, zoals het onterecht uitkeren van toeslagen.
In 2007 heeft uw Kamer middels de motie Bilder en Heijnen opgeroepen om de gegevens
in de BRP van een zo hoog mogelijke kwaliteit te laten zijn. Een foutenmarge van 1%
van de gegevens in de basisregistratie is als acceptabel geacht.
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft middels verschillende
initiatieven de kwaliteit van de BRP verbeterd, onder meer door risicogericht adresonderzoek
en deskundigheidsbevordering van gemeenteambtenaren. Ook heeft het Ministerie van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een informerende en ondersteunende rol naar
gemeenten en burgers, bijvoorbeeld door het opstellen van circulaires voor ambtenaren
burgerzaken over hoe om te gaan met een briefadres, gerede twijfel en het adresonderzoek.
Uit de conclusies van de beleidsdoorlichting blijkt dat de gegevens die niet frequent
veranderen, bijvoorbeeld gegevens over de burgerlijke staat, nagenoeg 100% betrouwbaar
zijn. Daarmee is de norm uit de motie van Bilder en Heijnen van 99% betrouwbaarheid
van gemiddeld alle gegevens in de BRP gehaald. De betrouwbaarheid van het adresgegeven
blijft een uitdaging. Het laatste onderzoek gaat uit van 97% van correct geregistreerde
personen op een adres. Het adresgegeven blijft onderhevig aan verandering door verhuisbewegingen
van burgers en de tijd die zit tussen daadwerkelijke verhuizing en aangifte van verhuizing.
Er zal altijd frictie zijn tussen de feitelijke situatie en de latere registratie.
Uit de beleidsdoorlichting blijkt dat de afgelopen jaren veel is geïnvesteerd in de
kwaliteit van de BRP en dat de kwaliteit van de BRP is verbeterd. Ik wil de komende
jaren inzetten op borging en inbedding van de kwaliteitsacties van de afgelopen jaren.
Daarbij zet ik in op ondermeer doorgaan met de deskundigheidsbevordering van ambtenaren
(project Naar betrouwbare persoonsgegevens), de informatiepositie van de burger verder
versterken (inzage in de verstrekte gegevens) en doorgaan met de aanpak VOW-ers (Vertrokken
Onbekend Waarheen), met name het vinden van spoorloze debiteuren.
De heer Jaap Noorda, onderzoeker bij Noorda en Co, heeft als externe beoordelaar een
onafhankelijke toets op de beleidsdoorlichting gedaan. Hij is van mening dat de beleidsdoorlichting
een realistische en evenwichtige beschouwing is waarin zoveel mogelijk problemen en
andere belangrijke aspecten van de kwaliteit van de basisadministratie aan de orde
komen. Zijn opmerkingen zijn verwerkt en zijn oordeel is als bijlage toegevoegd.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk