30 979
Aanpassingswet Algemene douanewet

nr. 7
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 6 november 2007

Algemeen

Met belangstelling is kennis genomen van het verslag van de vaste commissie voor Financiën bij het voorliggende wetsvoorstel voor de Aanpassingswet Algemene douanewet (Aanpassingswet Adw).

Het wetsvoorstel houdt verband met de herziening van de nationale douanewetgeving. Het principiële voorstel dat met dit wetsvoorstel verband houdt is het wetsvoorstel Algemene douanewet (Adw). De Aanpassingswet Adw verzorgt de technische inbedding van de Adw. Naast de benodigde terminologische aanpassingen behelst de inbedding met name het schrappen van de douaneambtenaar als toezichthouder, aangezien de Adw ten algemene regelt dat de inspecteur van de douane bevoegd is voor de controle van de materiële bepalingen van de wetgeving die is opgenomen in de bijlage bij de Adw. Daarnaast voorziet de Aanpassingswet Adw in de intrekking van de Inen uitvoerwet, de Statistiekwet 1950 en de Douanewet en brengt de daarmee benodigde wijzigingen in andere wetten aan. Voorts voorziet het wetsvoorstel in de samenloop met aanhangige wetsvoorstellen en in overgangsrecht.

De leden van de PvdA-fractie vragen zekerheid of in de praktijk er niet tal van conflicten zullen ontstaan als het gevolg van dubbele bestuursrechtelijke situaties, met name tot uiting komend in het feit dat twee rechters bevoegd zijn inzake de handhaving van een specifieke wet.

In de praktijk zal de inspecteur als bedoeld in de Adw zijn controletaken uitvoeren met behulp van de bevoegdheden die zijn opgenomen in die Adw. De andere toezichthouders zullen hun toezichthoudende taak met betrekking tot de materiële normen opgenomen in een van de wetten vermeld in de bijlage van de Adw, uitvoeren of met behulp van de Algemene wet bestuursrecht, of met behulp van de Algemene wet bestuursrecht en de desbetreffende bijzondere wet, of met de bijzondere wet alleen. Deze andere toezichthouders bevinden zich op een andere plek binnen de logistieke keten die de goederen volgen. Over de afbakening van de taken van de diverse diensten moeten ingevolge artikel 1:3, vijfde lid, Adw convenanten tussen de minister van Financiën en de voor de bijzondere wet beleidsverantwoordelijke minister worden afgesloten. Omdat de inspecteur zich op een andere plek in de logistieke keten bevindt en omdat convenanten moeten worden afgesloten verwacht ik niet dat conflicten als het gevolg van de dubbele bestuursrechtelijke situatie op het niveau van controleren rijksoverheiddiensten zich voordoen.

Voor wat betreft conflicten die mogelijkerwijs zouden kunnen ontstaan op het gebied van de absolute competentie binnen de rechterlijke macht merk ik op dat bij de nota van wijziging op de Adw (Kamerstukken II 2006/07, 30 580, nr. 7) artikel 8:4 is ingevoegd. Dat artikel geeft een duidelijke scheiding van de toepasselijke rechterlijke stelsels.

De leden van de PvdA-fractie vragen aan te geven wanneer de uitkomsten van de studie naar de absolute competentie van de rechterlijke macht beschikbaar zijn.

De uitkomsten van deze studie zullen naar alle waarschijnlijk in de loop van 2008 beschikbaar zijn.

Tevens vragen de leden van de PvdA-fractie waarom gesteld wordt dat een herziening van de absolute competentie van de rechterlijke macht buiten de reikwijdte van dit wetsvoorstel valt.

Een herziening van de absolute competentie van de rechterlijke macht ligt buiten het bereik van dit wetsvoorstel omdat dat onderwerp niet alleen de onderhavige algehele herziening van de douanewetgeving – de Adw en de Aanpassingswet Adw – raakt, maar ook de wetgeving die niet ziet op goederen en goederenverkeer.

De staatssecretaris van Financiën,

J. C. de Jager

Naar boven