Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 oktober 2013
Tijdens het plenaire debat over het verslag van de Europese top van 31 oktober (Handelingen
II 2013/14, nr. 18) heeft de minister-president toegezegd dat schriftelijk zal worden gereageerd, voorafgaand
aan de stemmingen, op twee ingediende moties die verband houden met de NSA. Het betreft
de moties Pechtold c.s. (Kamerstuk 21 501-20, nr. 812) en Omtzigt en Pechtold (Kamerstuk 21 501-20, nr. 813). Hierbij wordt aan deze toezegging voldaan. Wat betreft de overwegingen in beide
moties dat 1,8 miljoen telefoongesprekken zouden zijn afgeluisterd, respectievelijk
onderschept: het gaat hier echter volgens de NSA om metadata. De NSA heeft hierover
op 30 oktober jl., waar ik gisteravond in Nieuwsuur aan refereerde, het volgende gemeld:
«statement on articles in European press alleging large numbers of phone call metadata
collected by NSA in France, Spain, Italy
The assertions by reporters in France (Le Monde), Spain (El Mundo) and Italy (L’Espresso)
that NSA collected 10s of millions of phone calls are completely false. They cite
as evidence screen shots of the results of a web tool used for data management purposes,
but both they and the person who stole the classified data did not understand what
they were looking at. The web tool counts metadata records from around the world and
displays the totals in several different formats. The sources of metadata include
data legally collected by NSA under its various authorities, as well as metadata provided
to NSA by foreign partners. To be perfectly clear, this is not information that we
collected on European citizens. It represents information that we and our NATO allies
have collected in defense of our countries and in support of military operations.»
Voor de volledigheid wijs ik er op dat deze verklaring overeenkomt met de verklaring
die de directeur van de NSA generaal K. Alexander hierover onlangs in het Amerikaanse
Congres heeft afgelegd.
De motie van het Kamerlid Pechtold (D66) c.s. verzoekt de regering zich aan te sluiten
bij het Frans-Duitse initiatief dan wel zelfstandig het gesprek met de Verenigde Staten
aan te gaan ten behoeve van een anti-spionageakkoord. In mijn brief van 28 oktober jl. en tijdens het debat over de algemene politieke
beschouwingen in de Eerste Kamer van 30 oktober jl. hebben de minister-president en
ik het kabinetsstandpunt toegelicht. Naar aanleiding van de onthullingen van de heer
Snowden heb ik gesproken met de directeur van de Amerikaanse NSA over een bilaterale
oplossing, zoals gemeld in het algemeen overleg van 16 oktober jl. In het verlengde
daarvan vinden gesprekken plaats tussen de Nederlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten
en de NSA. Nederland beoordeelt het initiatief van Duitsland en Frankrijk positief,
heeft hierover contact met beide landen, en zal waar mogelijk een actieve bijdrage
leveren. Het dictum van deze motie beschouwt het kabinet als ondersteuning van het
beleid.
De motie van de Kamerleden Omtzigt (CDA) en Pechtold (D66) verzoekt de regering opheldering
te vragen over wie afgeluisterd wordt en het inzicht daarover te delen met de Kamer.
Zoals hiervoor gemeld gaat het volgens de NSA om metadata. Het kabinet is hierover
in gesprek met de Verenigde Staten en zal – waar nodig vertrouwelijk – uw Kamer over
de uitkomsten hiervan informeren. Het kabinet is van oordeel hiermee in overeenstemming
te handelen met hetgeen de motie beoogt.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.H.A. Plasterk