30 977 AIVD

Nr. 63 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 oktober 2013

Aanleiding

Op de website Tweakers.net is op 21 oktober jl. een bericht verschenen over het afluisteren van Nederlanders door de Amerikaanse National Security Agency (NSA). Het bericht is gebaseerd op een artikel in de Franse krant Le Monde van 21 oktober jl. Het artikel in Le Monde geeft nadere duiding aan een grafiek die op 5 augustus jl. is gepubliceerd door het Duitse weekblad Der Spiegel. Op 22 oktober jl. heeft de Tweede Kamer mij verzocht op de berichtgeving te reageren. Hierbij informeer ik u mede namens de minister van Veiligheid en Justitie, de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Defensie.

Berichtgeving in de media

Uit de mediaberichten zou blijken dat de Amerikaanse diensten de metadata van telefoonverkeer opslaan voor nadere analyse. Het betreft bijvoorbeeld gegevens over wie er belt, wanneer en hoe lang, en vanuit welk gebied. Na die nadere analyse zou de NSA er voor kunnen kiezen de inhoud van de communicatie te bekijken in overeenstemming met de daarvoor geldende eisen volgens Amerikaanse wetgeving.

Gezien de Amerikaanse wetgeving, waaronder de Foreign Intelligence Surveillance Act (FISA), is het kabinet zich bewust van de mogelijkheid dat de Amerikaanse NSA telefooncommunicatie kan onderscheppen. Met behulp van de analyse van metadata kunnen netwerken van personen en organisaties in kaart worden gebracht, en kan de intensiteit van de contacten worden ingeschat.

Standpunt Nederlandse kabinet

Het kabinet acht op zichzelf het intercepteren van metadata en het analyseren daarvan in zijn algemeenheid een aanvaardbare methode in het kader van onderzoek naar terroristen, andere gevaren voor de nationale veiligheid of in het kader van militaire operaties (zie art. 26 en 27 van de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten). Het afluisteren van telefoonverkeer en het aftappen van emailverkeer in Nederland door inlichtingen- en veiligheidsdiensten kan alleen geschieden binnen de kaders van de Wet op de Inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 en alleen op last van de desbetreffende ministers. Iedere andere vorm is niet acceptabel.

Het kan voorkomen dat andere landen menen dat er een goede reden is om in of vanuit Nederland inlichtingen te verzamelen. In een dergelijk geval dient het desbetreffende land een verzoek te richten tot de AIVD of de MIVD. Het verzoek wordt dan binnen de kaders van de Nederlandse wet beoordeeld. Het kabinet acht enig optreden buiten die wettelijke kaders niet aanvaardbaar. De AIVD en de MIVD doen om die reden structureel onderzoek naar spionage van buitenlandse mogendheden in Nederland. Indien dergelijke spionage wordt geconstateerd, dan volgen altijd maatregelen. Dat geldt ook als bondgenoten ongewenste spionageactiviteiten in Nederland uitvoeren. In Nederland geldt de Nederlandse wet, ook voor bondgenoten.

Acties Nederlands kabinet

Naar aanleiding van de onthullingen van de heer Snowden heb ik gesproken met de directeur van de Amerikaanse NSA over een bilaterale oplossing, zoals gemeld in het algemeen overleg van 16 oktober jl. In het verlengde daarvan vinden gesprekken plaats tussen de Nederlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten en de NSA. Nederland beoordeelt het initiatief van Duitsland en Frankrijk positief, neemt hierover contact op met beide landen, en zal aan dit initiatief waar mogelijk een actieve bijdrage leveren. De minister van Buitenlandse Zaken heeft eerder tijdens zijn bezoek aan Washington de Nederlandse zorgen duidelijk aan zijn Amerikaanse collega Kerry overgebracht en heeft aangedrongen op meer transparantie.

De minister van Veiligheid en Justitie heeft als coördinerend minister voor cyber security de nieuwe kabinetsbrede Nationale Cyber Security Strategie aan de Kamer gezonden. Hierin is uitgebreid aandacht voor maatregelen ter verhoging van de algehele weerbaarheid in het digitale domein. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en ik zijn bovendien actief betrokken bij de onderhandelingen over de nieuwe Europese wetgeving voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

Acties van de Kamer en van de EU

Op verzoek van de Tweede Kamer doet de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) onderzoek naar de gegevensverwerking van de AIVD en de MIVD op het gebied van telecommunicatie. Het rapport wordt dit najaar verwacht en wordt daarna zo snel mogelijk met een kabinetsreactie aan de Kamer gestuurd.

In EU-verband is een EU–VS-expertgroep gestart met als doel inzicht te krijgen in elkaars programma’s en de wijze waarop deze zijn verankerd in de rechtsstaat. Het kabinet steunt de activiteiten van deze expertgroep. Het rapport van de expertgroep wordt dit najaar verwacht. Het Europees Parlement houdt bovendien hoorzittingen naar aanleiding van de onthullingen van de heer Snowden. Het rapport over deze hoorzittingen wordt ook dit najaar verwacht.

Internationale samenwerking

De CTIVD houdt toezicht op de rechtmatigheid van de taakuitvoering van de diensten, waaronder de samenwerking met buitenlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten, en heeft uit dien hoofde toegang tot alle informatie bij de AIVD en de MIVD. De CTIVD rapporteert aan de Kamer via de verantwoordelijke minister.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Naar boven