30 977 AIVD

Nr. 58 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 juni 2013

Inleiding

Tijdens het Wetgevingsoverleg op 19 juni jl. over de Slotwet en het Jaarverslag 2012 heb ik toegezegd u voor het algemeen overleg MIVD van 3 juli a.s. nader te informeren over enkele aspecten van veiligheidsonderzoeken. Daarbij gaat het om de navraag in het buitenland naar een eventuele partner, de informatievoorziening daarover aan het personeel en de beleidsregel veiligheidsonderzoeken Defensie. Met deze brief doe ik die toezegging gestand.

Navraag over partner

De MIVD voert veiligheidsonderzoeken uit naar personen die een vertrouwensfunctie (gaan) vervullen. Dit is vastgelegd in de Wet Veiligheidsonderzoeken (WVO). Alle militairen (inclusief actieve reservisten) en het grootste deel van het burgerpersoneel bij Defensie bekleden een vertrouwensfunctie en hebben daarvoor een Verklaring van Geen Bezwaar (VGB) nodig. Tijdens het veiligheidsonderzoek wordt bekeken of de vertrouwensfunctie onder alle omstandigheden getrouwelijk kan (en zal) worden uitgeoefend. Eén van de onderwerpen van onderzoek, voorafgaand aan de afgifte of verlenging van een VGB, is de eventuele partner van een (aspirant) vertrouwensfunctionaris.

Het gedrag en de herkomst van een partner kunnen consequenties hebben voor de afgifte of het behoud van een VGB. Iemand met wie de vertrouwensfunctionaris een relatie onderhoudt, wordt immers verondersteld een aanmerkelijke invloed op betrokkene te kunnen uitoefenen. Voor de beoordeling, die leidt tot het al dan niet verstrekken van een VGB, is het beleid dat inzicht moet bestaan in het handelen van een partner van een (aspirant) vertrouwensfunctionaris over een periode van minimaal vijf jaar.

Als een (aspirant) vertrouwensfunctionaris dan wel zijn of haar partner langdurig in het buitenland heeft gewoond, wordt navraag gedaan in het desbetreffende land. Langdurig betekent in dit geval langer dan drie maanden. In sommige gevallen kan worden afgeweken van de noodzaak gegevens te verkrijgen over de gehele buitenlandse periode, bijvoorbeeld wanneer sprake is van een uitzending als Nederlandse militair. Een dergelijke navraag loopt via de AIVD, die civiele buitenlandse diensten benadert over de justitiële en politieke antecedenten van betrokkene. Als met het land waar betrokkene of de partner heeft verbleven geen samenwerking bestaat inzake het uitwisselen van persoonsgegevens, is het voor de AIVD en MIVD niet mogelijk voldoende gegevens te verkrijgen. Volgens het staande beleid wordt de VGB van betrokkene dan geweigerd of ingetrokken. Dit beleid, dat ook door de AIVD wordt gevoerd, wordt in ruime mate ondersteund door jurisprudentie.

Duidelijkheid voor het personeel

Ik besef dat het voor het personeel van belang is te weten met welke landen geen samenwerking bestaat inzake het uitwisselen van persoonsgegevens. Ik kan echter in het openbaar geen mededeling doen over de gerubriceerde lijst met landen waarmee al dan niet wordt samengewerkt. Om medewerkers toch de mogelijkheid te geven om op voorhand het risico, van een eigen verblijf in het buitenland dan wel een verblijf in het buitenland van een partner, te kunnen inschatten, kunnen concrete vragen daarover worden voorgelegd aan de beveiligingsfunctionaris. Ook sollicitanten worden gewezen op de beleidsregel en kunnen zich met concrete vragen wenden tot het Dienstencentrum Werving & Selectie.

Beleidsregel veiligheidsonderzoeken

Defensie heeft onlangs de twee geldende beleidsregels voor veiligheidsonderzoeken bij Defensie en de Koninklijke Marechaussee herzien. Per 1 oktober 2013 wordt één allesomvattende beleidsregel van kracht. Het beleid voor het weigeren of intrekken van een VGB is daarin vastgelegd. Rond de datum van de inwerkingtreding van de nieuwe beleidsregel zal het personeel actief en via verschillende media worden geïnformeerd over de consequenties daarvan. Ook wordt opnieuw toegelicht wat Defensie verwacht van medewerkers op een vertrouwensfunctie. Voor het personeel komt een overzicht beschikbaar, inclusief de belangrijkste vragen en antwoorden.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

Naar boven