30 977 AIVD

Nr. 42 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 juni 2011

De vaste kamercommissie voor Binnenlandse Zaken heeft mij verzocht de Tweede Kamer te informeren over de wijze waarop de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) in algemene zin omgaat met het openbaar maken van gegevens. Met deze brief ga ik in op dit verzoek door te beschrijven hoe de AIVD verzoeken om kennisneming behandelt en welke controlemogelijkheden er zijn.

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002

Op grond van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 (Wiv 2002) is het mogelijk inzage te vragen in gegevens die door of ten behoeve van de AIVD zijn verwerkt. De aard van de werkzaamheden van de AIVD heeft echter tot gevolg dat zowel de activiteiten als de verwerkte gegevens in dat verband aan geheimhouding onderhevig zijn voorzover dat noodzakelijk is om een effectieve taakuitvoering te garanderen. Zou hiermee geen rekening worden gehouden, dan zou dat ten koste gaan van het goed functioneren van de AIVD en de nationale veiligheid, ter bescherming waarvan de AIVD in het leven is geroepen. Voor de AIVD is de Wet openbaarheid van bestuur om de bovenstaande redenen op deze gegevens niet van toepassing.

Het kennisnemen van door of ten behoeve van de AIVD1 verwerkte gegevens is beschreven in hoofdstuk 4 van de Wiv 2002. Uit de bepalingen volgt dat de AIVD om twee soorten gegevens verzocht kan worden. Daarbij gaat het om:

  • Persoonsgegevens. Een ieder kan informatie over zichzelf opvragen. Gegevens met betrekking tot een derde kunnen alleen worden opgevraagd indien deze persoon is overleden en de aanvrager de echtgenoot, geregistreerd partner, kind of ouder van de overledene is. Buiten deze kring van personen kunnen geen persoonsgegevens van derden worden opgevraagd.2

  • Andere gegevens dan persoonsgegevens (bestuurlijke aangelegenheid). Bij dit soort verzoeken geldt geen beperking ten aanzien van de kring van personen die een dergelijke aanvraag kunnen indienen.

Toetsingskader

Ieder verzoek om kennisneming wordt door de AIVD in behandeling genomen. Ten aanzien van persoonsgegevens geldt daarbij dat voldaan moet kunnen worden aan de vereiste dat de identiteit van de aanvrager van een verzoek om kennisneming van persoonsgegevens deugdelijk kan worden vastgesteld en, indien het gaat om persoonsgegevens van een derde, een overlijdensakte is overgelegd. Na ontvangst van het verzoek wordt eerst nagegaan of de AIVD ten aanzien van de persoon, organisatie of gebeurtenis waarnaar wordt gevraagd over gegevens beschikt. Daarbij gaat het om een brede zoekslag waarbij alle gegevens uit het archief naar voren komen die in verband gebracht kunnen worden met het verzoek om kennisneming. Wanneer de AIVD gegevens tot zijn beschikking heeft, beoordeelt de AIVD van alle gevonden gegevens of deze verstrekt kunnen worden.

Allereerst wordt gekeken of het gevonden document past binnen het verzoek om kennisneming. De omschrijving in het verzoek is aldus bepalend. Gegevens die buiten de context van het verzoek vallen, worden buiten beschouwing gelaten.

De gegevens die binnen het verzoek om kennisneming vallen, worden vervolgens aan de hand van de weigeringsgronden en beperkingen zoals in paragraaf 4.5 van de Wiv 2002 beschreven, getoetst. Wanneer een van de weigeringsgronden van toepassing is, zal het document niet, gedeeltelijk of in de vorm van een parafrase worden vrijgegeven. In documenten die gedeeltelijk worden geopenbaard, worden de gegevens die moeten worden beschermd onleesbaar gemaakt.

Doorgaans geldt dat de verstrekking van gegevens in de praktijk vaak niet kan plaatsvinden op grond van de onderstaande weigeringsgronden.

  • I. Het actuele kennisniveau van de AIVD

    Bij het actuele kennisniveau gaat het om bij de AIVD aanwezige kennis over actuele bedreigingen van de veiligheid van de staat. Indien bekend wordt dat de AIVD bepaalde organisaties en/of personen in onderzoek heeft, maar ook als bekend wordt dat bepaalde organisaties en/of personen juist niet de aandacht van de AIVD hebben, wordt daarmee het kennisniveau van de AIVD prijs gegeven. Dit kan ertoe leiden dat deze organisaties en personen hun gedrag hierop afstemmen, met als gevolg dat lopende en toekomstige onderzoeken van de AIVD kunnen worden gefrustreerd, met alle risico’s van dien voor de nationale veiligheid. Dit leidt ertoe dat bij een verzoek om kennisneming aan de aanvrager geen mededelingen (kunnen) worden gedaan over de vraag of er wel of niet actuele gegevens bij de AIVD aanwezig zijn. In de Wiv 2002 is bepaald dat persoonsgegevens jonger dan 5 jaar altijd actueel zijn. Maar ook documenten ouder dan 5 jaar kunnen nog actueel zijn als deze nog relevant zijn voor een lopend onderzoek. Gegevens betrekking hebbende op een bestuurlijke aangelegenheid kennen deze grens overigens niet en dan is enkel relevant of zij betrekking hebben op een onderwerp dat de aandacht van de AIVD heeft.

  • II. Bronnen van de AIVD en/of zijn rechtsvoorgangers

    Bronnen zijn voor een goede taakuitvoering van een inlichtingen- en veiligheidsdienst zoals de AIVD, cruciaal. De AIVD is voor een belangrijk deel van zijn informatiepositie afhankelijk van (menselijke) bronnen. De Wiv 2002 bepaalt dat de AIVD zorg dient te dragen voor de geheimhouding van bronnen. Bij toetsing op dit aspect geldt dat gegevens die terug te leiden zijn naar bronnen te allen tijde worden beschermd en dus nooit openbaar gemaakt worden. Het schaden van de bronbescherming kan leiden tot het in gevaar brengen van een (ex-)bron en indirect gevolg hebben voor toekomstige samenwerking met bronnen.

  • III. Een nog actuele werkwijze van de AIVD en/of zijn rechtsvoorgangers

    De actuele werkwijze, dus een werkwijze die de AIVD in zijn onderzoeken gebruikt, dient geheim te blijven. De reden hiervoor is dat voorkomen moet worden dat personen en organisaties die juist de aandacht van de dienst behoeven, door kennis van die werkwijze zich aan die aandacht weten te onttrekken.

  • IV. Persoonsgegevens van derden

    In beginsel mogen persoonsgegevens van derden niet worden vrijgegeven. Dit komt voort uit het hiervoor beschreven gesloten verstrekkingsysteem. Hierop kan een uitzondering worden gemaakt. Wanneer een persoon zodanig wordt vereenzelvigd met de betreffende organisatie of gebeurtenis waarop het verzoek ziet en dit als zodanig in openbare bronnen is terug te vinden, zal zijn naam niet uit het betreffende document worden verwijderd.

Beschikking en rechtsmiddelen

Uiteindelijk leidt de beoordeling van de relevante gegevens tot een beschikking waarin de AIVD aan de aanvrager meedeelt of de dienst (niet-actuele) gegevens heeft en of deze vrijgegeven kunnen worden. De documenten die kunnen worden verstrekt, worden samengevoegd in een zogenaamd inzagedossier dat de betrokkene die het verzoek om kennisname heeft gedaan, ontvangt.

De AIVD stelt bij ieder verzoek om kennisneming een eigen (intern) werkdossier samen waarin alle gevonden documenten zijn opgenomen. In het werkdossier is op de documenten die slechts deels of helemaal niet zijn verstrekt, aangegeven welke weigeringsgrond daaraan ten grondslag ligt. Het doel hiervan is dat – indien rechtsmiddelen worden aangewend – de rechter kan toetsen of de beoordeling van de AIVD juist is geweest.

Wanneer de aanvrager zich niet kan vinden in de beschikking van de AIVD staan de in de Algemene wet bestuursrecht genoemde rechtsmiddelen open. Hij kan allereerst in bezwaar gaan tegen de beschikking. Dit bezwaarschrift wordt ingediend bij en, namens mij, behandeld door de AIVD, die daarmee de mogelijkheid heeft aan de hand van hetgeen de betrokkene heeft aangevoerd zijn eerdere besluit te heroverwegen.

Indien het bezwaar niet tot een voor betrokkene bevredigend resultaat leidt, kan hij zijn zaak voorleggen aan de bestuursrechter in Den Haag. Deze rechter heeft, naast het openbare dossier, onder geheimhouding ook inzage in het werkdossier. Hiervoor dient de betrokkene de rechter wel toestemming te geven (artikel 87 Wiv 2002). De rechter kan toetsen of de AIVD de weigeringsgronden juist heeft toegepast en beoordelen of de AIVD alle stukken die daarvoor in aanmerking komen heeft vrijgegeven.

Wanneer de aanvrager zich niet kan vinden in de uitspraak van de rechter, dan staat de weg van hoger beroep bij de Raad van State open. Ook de staatsraden krijgen, na toestemming van de betrokkene, onder geheimhouding inzage in het volledige werkdossier van de AIVD.

Commissie van toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten

De Commissie van Toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (CTIVD) monitort de wijze waarop de AIVD de verzoeken om kennisneming afhandelt. De taak van de CTIVD is te toetsen of een weigering rechtmatig is geweest, bijvoorbeeld door na te gaan of weigeringsgronden terecht en op de juiste wijze zijn toegepast. In het geval waarin onregelmatigheden worden geconstateerd, meldt de CTIVD haar bevindingen aan het hoofd van de AIVD of aan mij persoonlijk.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner


X Noot
1

De Wiv 2002 is van toepassing op de AIVD en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. In deze brief ga ik alleen in op de AIVD.

X Noot
2

Dit wordt een «gesloten verstrekkingsregime» genoemd.

Naar boven