30 977 AIVD

Nr. 41 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 april 2011

Door de Tweede Kamer is op 24 november 2009 tijdens de behandeling van de begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de toenmalige minister verzocht de mogelijkheden te verkennen om referenten en informanten inzage te geven in de eigen gespreksverslagen in het kader van de veiligheidsonderzoeken naar kandidaat-vertrouwensfunctionarissen1. Middels deze brief informeer ik u over de uitkomsten van deze verkenning.

Veiligheidsonderzoeken

Binnen de Nederlandse samenleving zijn er diverse functies geïdentificeerd die de mogelijkheid bieden de nationale veiligheid in meer of mindere mate te schaden. Deze functies worden aangeduid met de term vertrouwensfuncties. Een persoon kan pas een vertrouwensfunctie bekleden, wanneer de AIVD een Verklaring van geen bezwaar (Vgb) ten behoeve van die persoon af heeft gegeven. Een dergelijke verklaring houdt in dat er uit het oogpunt van de nationale veiligheid geen bezwaar bestaat tegen de vervulling van die vertrouwensfunctie door de betreffende persoon. Om dit vast te stellen, wordt de kandidaat-vertrouwensfunctionaris onderworpen aan een veiligheidsonderzoek.

Afhankelijk van de kwetsbaarheid van de vertrouwensfunctie, wordt de zwaarte van het veiligheidsonderzoek vastgesteld op A-, B- of C-niveau. Een A-onderzoek is het meest diepgaand en wordt slechts ingesteld voor de meest kwetsbare vertrouwensfuncties. De gegevens worden verzameld door middel van naslagen in diverse bestanden binnen en buiten de AIVD (administratief onderzoek).

Afhankelijk van het type onderzoek kunnen na afronding van het administratieve onderzoek gesprekken gevoerd worden met betrokkene, referenten en/of informanten (veldonderzoek). Betrokkene is het onderwerp van het veiligheidsonderzoek. De betrokkene geeft zelf op de Opgave Persoonlijke Gegevens2 personen op die in het kader van zijn veiligheidsonderzoek bevraagd kunnen worden. Dit zijn referenten. Informanten tot slot, zijn personen die eigenstandig door de AIVD in het onderzoek kunnen worden betrokken, bijvoorbeeld op basis van de resultaten van de zoekslagen of op basis van de informatie van de betrokkene of referent. Afhankelijk van het niveau van het veiligheidsonderzoek en geconstateerde bevindingen bepaalt de AIVD eigenstandig hoeveel en welke personen in een veiligheidsonderzoek worden gesproken om zo weloverwogen te kunnen beoordelen of een Vgb kan worden afgegeven.

Inzage bij weigering Verklaring van geen Bezwaar

Het besluit tot afgifte of weigering van een Vgb is gebaseerd op de gegevens die uit het veiligheidsonderzoek voortkomen. Er wordt tot een weigering besloten indien er onvoldoende waarborgen aanwezig zijn dat de betrokkene onder alle omstandigheden de plichten die uit de vertrouwensfunctie voortvloeien getrouwelijk zal volbrengen of indien het veiligheidsonderzoek onvoldoende gegevens heeft opgeleverd om daarover een verantwoord oordeel te geven.

Tegen de weigering kan de betrokkene bezwaar en beroep aantekenen. Als de betrokkene in bezwaar gaat, dan krijgt hij voor het procesdossier het (bewerkte deel van het) gespreksverslag toegestuurd. Daarnaast voorziet de wet erin dat de wijze waarop de AIVD veiligheidsonderzoeken uitvoert kan worden getoetst door de CTIVD.

Referenten/informanten kunnen geen rechtsmiddelen aanwenden tegen de weigering van de Vgb aan de persoon voor wiens veiligheidsonderzoek zij referent/informant zijn geweest. Zij zijn immers zelf geen direct belanghebbende in de zin van artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht.

Omwille van de rechtsbescherming van betrokkene (appellant) is in het bestuursprocesrecht opgenomen dat de rechtbank en de Raad van State wel inzage in het volledige dossier van het veiligheidsonderzoek kunnen krijgen, dus ook in de geheime stukken, waaronder de verslagen van de gesprekken die gevoerd worden met referenten en informanten. Betrokkene moet de rechtbank of de Raad van State hiervoor wel specifiek toestemming geven. In het kader van de rechtsbescherming kan de rechter ten eerste de verhouding beoordelen tussen de onderliggende stukken en de aan de betrokkene kenbaar gemaakte weigering van de Vgb. Ten tweede kan de werkwijze ter discussie worden gesteld. In de toelichting bij een weigering van de Vgb wordt beargumenteerd waarom het verzoek wordt geweigerd. De rechter beoordeelt, aan de hand van dit materiaal, of het veiligheidsonderzoek goed is uitgevoerd, casu quo of de weigering van de Vgb voldoende gemotiveerd en gegrond was.

Omvang

Elk jaar worden er duizenden veiligheidsonderzoeken uitgevoerd (in totaal 44 364 in 2009). Het komt zeer zelden voor dat een referent/informant na de bezwaar- en beroepfase inzage wil in het dossier. Tot op heden is er slechts één zaak door de rechtbank beoordeeld, waarbij inzage op grond van artikel 15 van de Wet op de Inlichtingen en Veiligheidsdiensten (Wiv 2002) is afgewezen.

Verzoek om inzage en artikel 15 WIV bronbescherming

Op grond van artikel 15 van de Wiv 2002 draagt het hoofd van de AIVD zorg voor de geheimhouding van daarvoor in aanmerking komende gegevens, de geheimhouding van daarvoor in aanmerking komende bronnen waaruit gegevens afkomstig zijn en de veiligheid van personen met wier medewerking gegevens worden verzameld. Het hoofd van de AIVD is daarmee verantwoordelijk voor de bronbescherming en moet te allen tijde er voor zorg dragen dat de bronnen van de AIVD geheim worden gehouden. Dat houdt in dat de AIVD nimmer zal bevestigen of ontkennen of een persoon bron is geweest van de AIVD. Dit geldt zowel voor een bron bij een operationeel onderzoek als voor een bron in een veiligheidsonderzoek: de betrokkenen, informanten en referenten.

Indien een persoon een inzageverzoek bij de AIVD indient naar onder meer gegevens die hij als betrokkene/informant/referent aan de AIVD heeft verstrekt, wordt dit afgewezen op grond van artikel 15 van de Wiv 2002, te weten dat bronbescherming in de weg staat aan het kennis nemen van gegevens3. Dit in verband met eventuele compromittering van de informatie die deze betrokkene/informant/referent als bron heeft gedeeld met de AIVD, dan wel het risico dat de betreffende betrokkene, informant of referent bekend wordt als bron van de AIVD.

Artikel 15 staat – buiten de bezwaar- en beroepfase – zelfs in de weg aan de verstrekking van gegevens aan de betrokkene zelf, die door de AIVD ook als bron wordt gerekend, vanwege het zeer grote belang van dit artikel voor het werk van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Een inlichtingen- en veiligheidsdienst moet zijn bronnen geheim kunnen houden. Dit is essentieel voor het opbouwen van een vertrouwensrelatie met menselijke bronnen. Daarnaast is bronbescherming van het grootste belang voor de samenwerking met partners, zoals buitenlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Zonder het principe van bronbescherming kan een inlichtingen- en veiligheidsdienst niet functioneren, want zonder de garantie dat de bron en zijn informatie beschermd en dus geheim gehouden worden, ontvangt een inlichtingen- en veiligheidsdienst geen inlichtingen.

Conclusie

De Tweede Kamer heeft haar zorgen geuit omtrent de bescherming van de rechten van personen die betrokken zijn bij veiligheidsonderzoeken4. In dat kader is onderzocht of de mogelijkheden voor de inzage in gespreksverslagen door referenten/informanten verruimd kunnen worden. Gebaseerd op het bovenstaande kom ik tot de conclusie dat er sprake is van gewaarborgde rechtsbescherming voor betrokkenen, informanten en referenten in het huidige rechtsysteem. Bovendien komt het slechts zeer zelden voor dat een referent/informant na de bezwaar- en beroepfase van het veiligheidsonderzoek inzage wil in de informatie. Gezien het cruciale belang van bronbescherming voor inlichtingen- en veiligheidsdiensten is het niet wenselijk een verruiming van de mogelijkheden in te voeren.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner


X Noot
1

Handelingen II, vergaderjaar 2009–2010, nr. 28, blz. 2588–2617.

X Noot
2

Opgave Persoonlijke Gegevens (OPG) is de nieuwe naam voor de Staat van Inlichtingen (SVI).

X Noot
3

In de bezwaar- en beroepprocedure krijgt de betrokkene , zoals eerder genoemd, wél voor het procesdossier het (bewerkte deel van het) gespreksverslag toegestuurd.

X Noot
4

Handelingen II, vergaderjaar 2009–2010, nr. 28, blz. 2588–2617, 30 977, nr. 33

Naar boven