30 977 AIVD

Nr. 34 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 mei 2010

Tijdens het Algemeen Overleg over AIVD-onderwerpen d.d. 30 maart jl. (Kamerstuk 30 977, nr. 33) heeft uw Kamer verzocht:

  • 1. aan te geven in welke mate er wordt afgeweken van adviezen die de bezwarencommissie geeft ten aanzien van een ingediend bezwaar tegen weigeringen van Verklaringen van Geen Bezwaar en aan te geven in hoeverre dat ten gunste of ten nadele van de bezwaarmaker was;

  • 2. aan te geven wanneer de resultaten van het onderzoek door de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) naar de wijze van rubricering door de AIVD tegemoet kunnen worden gezien.

Ten aanzien van de eerste toezegging kan het volgende worden gemeld. Indien een persoon die een vertrouwensfunctie wil gaan bekleden of bekleedt, een Verklaring van Geen Bezwaar wordt geweigerd, staat het betrokkene vrij om bezwaar te maken tegen dit besluit. Een dergelijk bezwaar wordt in behandeling genomen door de bezwarencommissie. De bezwarencommissie doet vervolgens een advies toekomen aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties of de Minister van Defensie. Hierop wordt het besluit door of namens de Minister gehandhaafd of herzien. Over de 66 bezwaren die in 2009 zijn ingediend, heeft de bezwarencommissie tot nu toe 53 keer een advies uitgebracht. Vier bezwaren werden door betrokkenen weer ingetrokken, zes bezwaren werden niet ontvankelijk verklaard en 28 bezwaren werden ongegrond verklaard. In 15 gevallen heeft de bezwarencommissie de bezwaren van betrokkenen gegrond verklaard. In één geval is in afwijking van het advies van de bezwarencommissie het bezwaar gegrond verklaard. Dit was in het nadeel van betrokkene omdat daarmee het besluit in primo is gehandhaafd.

Ten aanzien van de tweede toezegging kan worden gemeld dat het onderzoek van de CTIVD zich nog in de startfase bevindt en dat de Commissie verwacht het onderzoek aan het einde van dit jaar te kunnen afronden.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven