Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 april 2015
Hierbij ontvangt u de op 31 maart 2015 door het lid Voortman (GroenLinks) gevraagde
brief (Handelingen II 2014/15, nr. 69, Regeling van werkzaamheden).
Net als bij veel andere overheidsorganisaties gaf een cumulatie van taakstellingen
en werkdruk bij de AIVD onrust. De reorganisatie die voor het grootste deel betrekking
had op overhead en niet op de onderzoekstaak, heeft niettemin geleid tot het vertrek
van medewerkers, soms omdat zij boventallig werden, maar ook omdat zij de bezuinigingen
niet wilden afwachten en een andere functie zochten. Daarnaast vertrekken er uit een
grote organisatie als deze zo af en toe medewerkers om diverse andere redenen. Op
dit moment is de AIVD nieuwe, gekwalificeerde medewerkers aan het werven. Van een
braindrain is geen sprake. Overigens krijgen de nieuwe medewerkers een volwaardige
opleiding tot inlichtingen officier.
Terwijl de Tweede Kamer in 2012 had besloten tot een begroting met ingrijpende bezuiniging,
is feitelijk door herhaalde intensiveringen het budget van de AIVD gestegen en nu
hoger dan ooit voorheen. Ook zal het budget de komende jaren gestaag verder stijgen.
Dat biedt de AIVD ruimte om onder de nieuwe internationale en nationale omstandigheden
zijn taak adequaat te doen.
Omdat AIVD-medewerkers naar buiten toe niet over hun werk kunnen praten, is het van
essentieel belang dat zij onder elkaar vrijuit kunnen spreken, discussiëren en hun
hart kunnen luchten. Naast de mogelijkheid om rechtsmiddelen aan te wenden tegen een
personeelsbesluit bestaat voor elke medewerker de mogelijkheid om hun eventuele ongenoegen
te uiten. Dit kan bij de leidinggevende of -indien zij dit wensen- bij een vertrouwenspersoon.
Voor de Verklaring van Geen Bezwaar (VGB) geldt dat zowel binnen de AIVD als bij vertrouwensfuncties
buiten de dienst, een aantal jaren na het afgeven van een VGB, doorgaans een herhaalonderzoek
wordt uitgevoerd. De laatste tijd zijn relatief veel herhaalonderzoeken uitgevoerd
en dit heeft de afgelopen tijd geleid tot een viertal intrekkingen van VGB’s. De betrokken
medewerkers kunnen daarom geen functie meer uitoefenen bij de AIVD. Zij kunnen doorgaans
nog wel een niet-vertrouwensfunctie uitoefenen bij de rijksoverheid. De AIVD zorgt
voor begeleiding naar een nieuwe functie. De grond voor deze intrekkingen is van persoonlijke
en vertrouwelijke aard, en kan dus niet worden bekend gemaakt, niet in uw Kamer, niet
in de media en niet binnen de AIVD zelf. In alle gevallen is sprake van een veiligheidsrisico
of een kwetsbaarheid. Dit neemt niet weg dat een intrekking hard aankomt bij zowel
betrokkene als zijn of haar collega’s.
De criteria waarop een veiligheidsonderzoek is gebaseerd, zijn voor iedereen terug
te vinden in de zogenaamde «Leidraad persoonlijke gedragingen en omstandigheden.»
De AIVD past deze criteria op gelijke wijze toe op alle veiligheidsonderzoeken, dus
zowel voor het eigen personeel als voor medewerkers van andere organisaties. Besluiten
rondom het intrekken van een VGB staat open voor bezwaar en beroep. Dit geldt zowel
voor medewerkers van de AIVD als van andere organisaties.
Tot slot wil ik mijn grote waardering uitspreken voor de dienstleiding en de medewerkers
van de AIVD.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.H.A. Plasterk