Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2007-2008 | 30977 nr. 11 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2007-2008 | 30977 nr. 11 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 juli 2008
Tijdens het Algemeen Overleg van 23 april jl. over het rapport van de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) naar aanleiding van de moord op de heer Van Gogh heb ik gesproken van ernstige tekortkomingen in het toenmalig functioneren van de AIVD en heb ik aangegeven welke verbeteringen inmiddels tot stand zijn gebracht. Ik heb toegezegd u nader te informeren over de verbeteringen ten opzichte van de tekortkomingen die de CTIVD heeft gesignaleerd, in het bijzonder op het gebied van personeel, informatiehuishouding, samenwerking met de Regionale Inlichtingendiensten (RID-en), int ernetonderzoek, netwerkanalyse en interne samenwerking.1
Zoals ik tijdens het Algemeen Overleg heb aangegeven, zijn de bevindingen van de CTIVD niet nieuw en eind 2004 reeds door de Commissie Bestuurlijke Evaluatie AIVD beschreven. Over die bevindingen en het vervolg daarop is de afgelopen jaren door uw Kamer veelvuldig van gedachten gewisseld met de (toenmalige) minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Tweede Kamer, 2004–2005 en 2005–2006, 29 876, nrs. 1–7, 10, 14; Tweede Kamer, 2005–2006, 29 876, nrs. 10 en 14; Tweede Kamer, 2006–2007 en 2007–2008, 30 977, nrs. 1 en 8). In dat kader heeft het kabinet zich met brede steun in de Kamer ingezet voor een kwantitatieve en kwalitatieve versterking van de AIVD.
Het ontwikkelprogramma Prospect 2007
Naar aanleiding van het rapport van de Commissie Bestuurlijke Evaluatie AIVD is de AIVD begin 2005 het meerjarig ontwikkelprogramma voor kwaliteit en groei Prospect 2007 gestart. Het ontwikkelprogramma is in 2007 afgerond.2 De afgelopen drie jaar is gewerkt aan de versterking van:
– intelligent en veilig groeien;
– de onderzoekende, duidende, mobiliserende en handelende vermogens van de dienst;
– de externe oriëntatie, waaronder samenwerking en informatie-uitwisseling met samenwerkingspartners en behoeftestellers;
– de informatiehuishouding en de processen binnen de dienst;
– de interne en externe communicatie van de dienst;
– de interne en externe aansturing van de dienst.
Op deze terreinen hebben dertien grote projecten gelopen die tot enkele tientallen verbetertrajecten hebben geleid. De voortgang van het ontwikkelprogramma is begeleid door een externe review commissie, bestaande uit drie experts op het gebied van kwaliteitssystemen, informatisering/automatisering en verandermanagement. Deze externe commissie heeft eind 2007 aangegeven positief te staan ten opzichte van het doorlopen proces en de behaalde (deel)resultaten. De commissie heeft zich positief uitgelaten over de motivatie en het commitment binnen de AIVD en spreekt op basis daarvan vertrouwen uit in de verdere ontwikkeling en in adequate borging en verankering. De AIVD is immers niet uitontwikkeld, ook de komende jaren blijven inspanningen noodzakelijk. De ontwikkeling van de organisatie wordt verder doorgezet, waarbij de komende tijd de nadruk zal liggen op interne sturing, externe oriëntatie en de organisatorische opbouw van de AIVD.
Ten aanzien van de specifiek genoemde verbeterpunten (personeel, informatiehuishouding, samenwerking met de RID-en, internetonderzoek, netwerkanalyse en interne samenwerking) is het volgende bereikt.
Ten opzichte van 2004 is kwantitatief gezien sprake van een meer adequate personele bezetting in relatie tot de taken van de AIVD. Het is de verwachting dat de groei van de AIVD (van 945 fte begin 2005 tot ca. 1500 fte in 2009) in 2009 zal worden voltooid.
Ook in kwalitatief opzicht is sinds 2004 fors geïnvesteerd in (nieuwe) medewerkers.
Alle nieuwe medewerkers krijgen een dienstbrede opleiding waarin de taken van de dienst, het wettelijk kader en de restricties van het werken bij de AIVD uitvoerig aan bod komen. Eenmaal op de werkplek volgt een systeem van coaching en mentoring. Medewerkers die in het operationele inlichtingen- en veiligheidswerk aan de slag gaan krijgen een gerichte vervolgopleiding, en later verdiepingsmodules. Tevens zijn maatregelen in de sfeer van checks and balances aangescherpt om te voorkomen dat één individuele medewerker een bepalende sturing kan geven aan het onderzoek (zie verderop onder «netwerkanalyse»). De door de CTIVD geconstateerde risico’s veroorzaakt door een krappe personele bezetting en veel personele wisselingen zijn gereduceerd, en op termijn zal de nu nog onevenwichtige verhouding tussen ervaren en onervaren medewerkers in balans komen.
Informatiehuishouding (zie separate brief mbt informatiehuishouding)
Met de afronding van Prospect 2007 heeft de AIVD een nieuwe ICT-architectuur en een nieuwe technische basis gekregen. In de periode tot eind 2009 zullen de nieuwe systemen voor digitale dossiervorming en workflowmanagement, in een aantal korte implementatieprojecten, naar verschillende onderdelen van het primaire werkproces worden uitgerold. Voor een meer uitgebreide beschrijving van de informatiehuishouding van de AIVD verwijs ik naar de afzonderlijke brief over dit onderwerp.1
Samenwerking met Regionale Inlichtingendiensten (RID-en)
De relatie tussen de AIVD en de RID-en is de afgelopen vier jaar geïntensiveerd en geprofessionaliseerd. Er zijn met alle RID-en duidelijke afspraken gemaakt over verwachtingen over en weer, werkwijzen en informatie-uitwisseling. Deze afspraken hebben in de praktijk geleid tot bijvoorbeeld gezamenlijke opleidingen, het instellen van liaisons, en de invoering van het Inlichtingen Behoefteplan. Wel zijn er nog verbeterpunten in de samenwerkingsrelatie aan te wijzen. De AIVD en de RID-en pakken die punten gezamenlijk op o.a. in het project Bruggenhoofd.1
Het project Bruggenhoofd is een logisch vervolg op de stappen die de afgelopen jaren zijn gezet in de samenwerking tussen de AIVD en de RID/BD-KMAR. In het rapport van de CTIVD over de samenwerking met de RID-en is met name kritiek geleverd op de sturing van de AIVD op de RID-werkzaamheden. De AIVD wil, in nauwe afstemming met de Raad van Hoofdcommissarissen, hier dan ook vooral op gaan inzetten. De inzet van de AIVD is erop gericht om de RID-en een spreekwoordelijk «Bruggenhoofd» in de regio te laten zijn, met als belangrijkste taken: de AIVD optimaal te positioneren voor het gekend maken van de ongekende dreiging, en relatiebeheer richting het lokale/regionale bestuur. Het project kent een doorlooptijd van twee jaar en zal naar verwachting medio 2010 worden afgerond. Vooralsnog meent de AIVD dat met voldoende draagvlak bij de politiekorpsen het gewenste resultaat zal worden bereikt.
De CTIVD constateerde in haar rapport dat het internetonderzoek binnen de AIVD eind 2004 nog geen duidelijke plaats had in het operationele proces en dat de technische mogelijkheden om het internetonderzoek vorm te geven nog niet optimaal waren. Sinds die tijd heeft het internetonderzoek binnen de AIVD een hoge vlucht genomen. Het gebruik van internet als inlichtingenmiddel is op vrijwel alle onderzoeksterreinen van de AIVD sterk toegenomen (contra-terrorisme, radicalisering, contra-inmenging) en niet meer weg te denken.
Tevens is er een apart internetteam opgericht dat naast het faciliteren van andere teams bij het gebruik van Internet als inlichtingenmiddel, hoogwaardige operaties heeft opgezet waardoor de informatiepositie van de AIVD op het internet sterk is verbeterd. Binnen het internetonderzoek wordt vergaand samengewerkt met buitenlandse diensten. Dankzij deze inspanningen zijn inmiddels een aantal grote (internationale) successen bereikt.
Netwerkanalyse en interne samenwerking
De over Mohammed B. beschikbaar gekomen informatie had volgens de CTIVD periodiek geanalyseerd moeten worden, zodat zijn activiteiten en ontwikkeling in de groep konden worden gevolgd. Door zijn activiteiten en ontwikkeling periodiek te analyseren kon worden bijgehouden of meer aandacht voor hem noodzakelijk was en er dientengevolge mogelijk een herprioritering in het onderzoek naar de Hofstadgroep diende plaats te vinden.
Anders dan in 2004 worden er nu van alle contra-terrorisme-onderzoeken periodiek (elk half jaar) analyses gemaakt. Hierbij wordt een systematiek van onderzoeksvragen gehanteerd die ervoor zorgt dat alle onderzoeken op identieke wijze worden gestructureerd en geanalyseerd. Dat komt het maken van transparante, gezamenlijke afwegingen en beoordelingen van de dreiging die uitgaat van netwerken en personen ten goede. De periodieke analyses dienen als sturingsinstrument bij beslissingen over prioritering, continuering dan wel afbouwen van onderzoeken. De systematiek wordt inmiddels in aangepaste vorm ook toegepast in onderzoeken naar radicalisering.
De CTIVD heeft aangegeven dat het door de AIVD gehanteerde onderscheid tussen radicalisering en terrorisme er mede toe heeft geleid dat het onderzoek naar een persoon als Mohammed B. tussen wal en schip viel. De hierboven omschreven werkwijze van periodieke analyses dwingt als het ware tot het maken van een integrale afweging omtrent (bij)sturing en prioritering van zowel terrorisme- als radicaliseringsonderzoeken. Daarmee blijkt deze werkwijze in de praktijk een instrument te zijn dat de interne samenwerking stimuleert.
Zie met betrekking tot de verbeteringen op het terrein van de informatiehuishouding ook mijn separate brief (30 977, nr. 10).
Zie ook het Jaarverslag AIVD 2007, waar in paragraaf 12.2 de resultaten van Prospect 2007 worden beschreven.
Zie mijn brief over het toezichtsrapport van de CTIVD inzake samenwerking tussen de AIVD en de RID-en d.d. 30 januari 2008 (Tweede Kamer, 2007–2008, 29 924, nr. 22).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-30977-11.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.