nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is dat het maximale
bedrag voor de boete die in het veterinaire tuchtrecht kan worden opgelegd,
wordt verhoogd en dat de voorschriften voor de samenstelling ter zitting van
de veterinaire tuchtcolleges worden aangepast;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde 1990 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, onderdeel c, komt te luiden:
c. geldboete van de derde categorie als bedoeld in artikel 23, vierde
lid, van het Wetboek van Strafrecht;
2. Het eerste lid, onderdelen d en e, worden geletterd e en f.
3. Er wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
d. geldboete van de vierde categorie als bedoeld in artikel 23, vierde
lid, van het Wetboek van Strafrecht, indien de waarde van de goederen, met
betrekking tot welke een overtreding is begaan, of de waarde van het wederrechtelijk
genoten voordeel dat geheel of gedeeltelijk door middel van de overtreding
is verkregen, hoger is dan het vierde gedeelte van het maximumbedrag van de
geldboete dat op grond van onderdeel c, kan worden opgelegd;
4. Het tweede lid komt te luiden:
2. De in het eerste lid, onder c en d, vermelde maatregelen kunnen
gelijktijdig worden opgelegd met een van de maatregelen, genoemd onder e en
f.
5. In het derde lid wordt het zinsdeel «het eerste lid, onder
a–d» vervangen door: het eerste lid, onder a tot en met e.
6. In het vierde lid wordt het zinsdeel «het eerste lid, onder
e» vervangen door: het eerste lid, onder f.
B
In artikel 17, eerste lid, wordt het zinsdeel «eerste lid, onder
c en d» vervangen door: eerste lid, onder c, d en e.
C
Artikel 28 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Bij ontstentenis van benoemde dierverloskundigen of kastreurs,
kunnen dierenartsen zitting nemen in plaats van een dierverloskundige onderscheidenlijk
een kastreur.
D
Artikel 38 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Bij ontstentenis van benoemde dierverloskundigen of kastreurs,
kunnen dierenartsen zitting nemen in plaats van een dierverloskundige onderscheidenlijk
een kastreur.
E
Artikel 41, onderdeel a, komt te luiden:
a. de tenuitvoerlegging van de maatregelen, genoemd in artikel 16,
eerste lid, onder a, b, e en f;.
ARTIKEL II
Op tuchtvergrijpen als bedoeld in de artikelen 14 en 15 van de Wet op
de uitoefening van de diergeneeskunde 1990 die zijn begaan vóór
inwerkingtreding van deze wet blijft artikel 16, eerste lid, onderdeel c,
van de Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde 1990 zoals dat onmiddellijk
vóór inwerkingtreding van deze wet gold, van toepassing.
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,