nr. 4
NADER RAPPORT1
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het
zonder meer instemmend luidt/uitsluitend opmerkingen van redactionele aard
bevat (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State).
Hieronder is opgenomen het nader rapport d.d. 13 februari 2007, aangeboden
aan de Koningin door de minister van Verkeer en Waterstaat.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 9 juni
2006, nr. 06.002039, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies
inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen.
Dit advies, gedateerd 29 juni 2006, nr. W09.06.0186/V, bied ik U hierbij
aan.
Het voorstel geeft de Raad van State geen aanleiding tot het maken van
inhoudelijke opmerkingen. Aan de redactionele kanttekeningen van de Raad is
gevolg gegeven.
De Wet voorkoming verontreiniging door schepen in verband met onder andere
het Protocol van 1997 tot wijziging van het Verdrag ter voorkoming van verontreiniging
door schepen (Trb. 1999, 169) en richtlijn nr. 2005/33/EG van het Europees
Parlement en de Raad van de Europese Unie van 6 juli 2005 tot wijziging
van Richtlijn 1999/32/EG wat het zwavelgehalte van scheepsbrandstoffen betreft
(PbEU L 191), (Stb. 2006, 446), is inmiddels tot stand gekomen. Deze wet is
op 1 januari 2007 in werking getreden. Het wetsvoorstel is daaraan aangepast.
Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en
de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
te zenden.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
K. M. H. Peijs