30 950 Rassendiscriminatie

Nr. 58 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID EN VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 april 2013

Met deze brief informeren wij uw Kamer over de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen (Wga) en de verantwoordelijkheid voor de coördinatie van het rijksbrede antidiscriminatiebeleid.

De uitvoering van de Wga en de coördinatie van het rijksbrede antidiscriminatiebeleid vielen tot aan de kabinetswisseling onder de verantwoordelijkheid van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, en na het vertrek van minister Donner, onder de verantwoordelijkheid van de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel. Zoals u weet werd op grond van het regeerakkoord het integratie- en inburgeringsbeleid ondergebracht bij het ministerie van SZW.

Inmiddels is vastgesteld dat de Wga geen deel uitmaakt van het Koninklijk Besluit waarin de overdracht van werkzaamheden formeel is geregeld (KB 12.002595 over de departementale herindeling met betrekking tot inburgering en integratie). De Algemene wet gelijke behandeling valt reeds onder de verantwoordelijkheid van de minister van Binnenlandse Zaken. Wij zijn tot dat de conclusie gekomen dat, nu de Wga eveneens onder de verantwoordelijkheid valt van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, ook de uitvoering van de Wga en de rijksbrede coördinatie onder zijn verantwoordelijkheid horen te vallen.

Toezeggingen voortkomend uit de Voortgangsbrief Actieprogramma Discriminatie 2012 (Kamerstuk 30 950, nr. 47), het AO Discriminatie van 14 maart jl. en het VAO van 4 april jl. zullen door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties worden overgenomen.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Naar boven