30 950 Rassendiscriminatie

Nr. 46 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 november 2012

In het dertigledendebat van 26 april 2012 (Handelingen II, vergaderjaar 2011/2012 nr. 82, item 7, blz. 15–26) hebben we gesproken over de beveiliging van joodse instellingen, mede naar aanleiding van mijn brief van 5 maart 2012 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2011–2012, 30 950, nr. 40) waarin ik heb aangegeven op welke wijze tegemoet wordt gekomen aan de veiligheidssituatie van joodse instellingen in onze samenleving. In het debat heb ik toegezegd nogmaals heel goed te kijken naar wat er gebeurt rondom de beveiliging van joodse instellingen. U heeft mij gevraagd opnieuw in gesprek te gaan met de joodse gemeenschap, breder dan alleen met de Stichting Bij Leven en Welzijn. Ook heeft u gevraagd in gesprek te gaan met gemeentebesturen.

Met deze brief informeer ik u, conform mijn toezeggingen, over de acties die ik heb ondernomen en mijn bevindingen met betrekking tot de beveiliging van joodse instellingen. Mijn algehele conclusie is dat er veel aandacht is voor de beveiligingsmaatregelen en dat bij concrete dreigingen of risico’s adequaat wordt opgetreden.

Werkbezoeken

Allereerst heb ik een bezoek gebracht aan een synagoge in Rotterdam. Daar ben ik ontvangen door het bestuur en rondgeleid. De locoburgemeester van de gemeente Rotterdam, medewerkers van de gemeente en van de politie Rotterdam-Rijnmond waren bij het bezoek aanwezig. Ik heb de veiligheidsmaatregelen kunnen bekijken die door het bestuur van de synagoge worden genomen. Door het bestuur is aangegeven dat de financiële belasting groot is voor de kleiner wordende joodse gemeenschap. Het beschikbaar stellen van camerabewaking door de gemeente Rotterdam wordt gewaardeerd.

Zowel het bestuur van de synagoge, de locoburgemeester als de politie benadrukten dat de contacten tussen alle partijen zeer open en goed zijn. De bestuurlijke aandacht na een incident is een goed voorbeeld hiervan. De maatregelen die door de politie zijn genomen rondom de betreffende synagoge zijn niet genomen op basis van dreiging maar rekening houdend met de veiligheidsbeleving van de joodse gemeenschap. Door de aanwezige ambtenaren van de gemeente Rotterdam wordt door preventieve maatregelen getracht eenheid, rust en orde te handhaven in de Rotterdamse samenleving. Door een uitgebreid netwerk en een platform waarin levenbeschouwelijke instellingen betrokken zijn kunnen eventuele inspanningen zo vroeg mogelijk worden gesignaleerd en benodigde maatregelen getroffen.

In Amstelveen heb ik een bezoek gebracht aan de synagoge die daar in aanbouw is. Ik heb gesproken met het bestuur, de burgemeester van Amstelveen en de korpschef van Amsterdam-Amstelland. Het bestuur van de synagoge heeft aangegeven dat het financieel niet mogelijk is om alle gewenste beveiligingsmaatregelen te realiseren. Het veiligheidsgevoel van de gemeenschap vormt mede een leidraad om bepaalde veiligheidsmaatregelen te treffen. Het bestuur geeft aan hier gehoor aan te willen geven. De contacten worden door alle partijen zeer goed genoemd. Door de gemeente is een regionale crisis oefening geinitieerd, rondom de synagoge, die voor alle partijen inzicht heeft gegeven in het belang van goede afstemming en samenwerking. Ook draagt de gemeente financieel bij aan de realisatie van bepaalde beveiligingsmaatregelen rondom de synagoge in aanbouw.

In Amsterdam is sprake van een bijzondere situatie vanwege de rijke historische band met de joodse gemeenschap. Hierdoor is traditioneel extra betrokkenheid vanuit de gemeente voor het grote aantal joodse instellingen in Amsterdam. Ik heb hier gesproken met de burgemeester, de voorzitter van Stadsdeel Zuid en de korpschef van Amsterdam-Amstelland. Ik heb twee scholen bezocht en een synagoge waar ik ben rondgeleid en heb gesproken met de betreffende besturen. Tot slot van het bezoek heb ik een afrondend gesprek gevoerd met een brede vertegenwoordiging van de joodse gemeenschap, te weten het Centraal Joods Overleg (CJO), de Stichting Joodse Scholengemeenschap (JBO), het Centrum Informatie en Documentatie (CIDI), de Liberaal Joodse Gemeente en de Stichting Bij Leven en Welzijn. Er is uitgebreid gesproken over de gevoelens van dreiging en onveiligheid. De beveiligingsmaatregelen zijn aanzienlijk en dit veroorzaakt grote financiële druk op de gemeenschap. De gemeente Amsterdam en stadsdeel Zuid dragen (structureel) financieel en door middel van maatregelen in de openbare ruimte bij. Belangrijk is dat ook tijdens het bezoek in Amsterdam door alle partijen -gemeente en stadsdeel, korpschef en besturen van de scholen en de synagoge- is benadrukt dat de contacten goed zijn en dat incidenten en zorgen ten aanzien van de veiligheid open en direct kunnen worden gemeld en opgepakt bij politie en gemeentebestuur.

Na afloop van het bezoek in Amsterdam en het stadsdeel Zuid is er lokaal nog eens goed nagelopen wat er gedaan wordt rondom de beveiliging van joodse instellingen. De stand van zaken is aan mij kenbaar gemaakt en ook daaruit blijkt dat op basis van dreiging en risico de benodigde maatregelen worden genomen.

Tot slot heb ik een bezoek gebracht aan Amersfoort. Ik heb hier gesproken met de burgemeester, de wijkchef van politie Eemland en het bestuur van de synagoge en heb een korte rondleiding door de synagoge gehad. Door alle aanwezige partijen wordt bevestigd dat contacten goed te noemen zijn, zowel lokaal als op rijksniveau, en dat eventuele incidenten direct gemeld kunnen worden. Op basis van dreiging en risico wordt gedaan wat nodig is.

Inventarisatie

De veiligheidsituatie rondom joodse instellingen blijf ik actief monitoren. Zo wordt de veiligheid van joodse instellingen periodiek besproken door de coördinator bewaken en beveiligen met de politie en de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Ik heb de politieregio’s waar joodse instellingen gevestigd zijn benaderd om informatie. Ik heb hen gevraagd aan te geven welke (beveiligings)maatregelen er worden genomen rondom de joodse instellingen. De inventarisatie van de maatregelen kan ik om veiligheidsredenen niet openbaar maken. Het zou immers eventuele kwaadwillenden inzicht kunnen geven in de aard van de maatregelen, hetgeen onwenselijk is. Uit de inventarisatie blijkt dat vrijwel alle regio’s extra aandacht hebben voor de joodse gemeenschap danwel instellingen. Indien actualiteiten hiertoe aanleiding geven wordt er snel en adequaat gereageerd. Om dit nog beter te kunnen doen heb ik in overleg met de inlichtingen- en veiligheidsdiensten en de regiokorpsen de lijst met beeldbepalende en/of extra gevoelige instellingen geactualiseerd. Deze is voorgelegd aan de joodse gemeenschap voor inspraak.

Conclusies

Het is zinvol gebleken om zelf te bezien hoe de verschillende verantwoordelijkheden lokaal worden ingevuld. Ik heb hierdoor beter zicht gekregen op de beveiliging van de joodse instellingen en veiligheidsgevoelens in de joodse gemeenschap.

Ik heb tijdens al mijn bezoeken ervaren dat er grote betrokkenheid is bij en aandacht voor de veiligheid en de veiligheidsbeleving van de joodse gemeenschap. Ik concludeer dat er lokaal zeer goede contacten zijn en dat men zich bewust is van het belang van tijdige melding van zorgen of incidenten en van de zijde van de overheid voor een tijdige en passende reactie hierop. Gemeenten en politie hebben aangegeven dat, ook zonder concrete dreiging, er extra aandacht is voor de veiligheid rondom joodse instellingen. Ook het vroegtijdig signaleren en voorkomen van spanningen die kunnen leiden tot incidenten is voldoende onder de aandacht van de gemeenten. Bij alle betrokken partijen en mijzelf bestaat het vertrouwen dat er lokaal voldoende aandacht is voor de veiligheid van deze gemeenschap. Gelet op dit breed gedeelde beeld zie ik op dit moment op basis van dreiging en risico geen noodzaak voor aanvullende (financiële) bijdragen en maatregelen vanuit de rijksoverheid voor de beveiliging van de joodse gemeenschap (zoals ook beschreven in mijn brief van 5 maart 2012 (TK 2011–2012, 30 950, nr. 40). Om blijvend gevoel te houden bij de veiligheidsmaatregelen en -beleving zal ik, naast alle contacten die er al zijn vanuit mijn ministerie, zelf ook jaarlijks in gesprek gaan met de joodse gemeenschap.

De minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten

Naar boven