Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 november 2021
Mede namens de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap, Justitie en Veiligheid, Volksgezondheid, Welzijn en Sport en
Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris van het Ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport zend ik u een rapport1 van het VN-Comité inzake uitbanning van rassendiscriminatie (Committee on the Elimination of Racial Discrimination, hierna: «CERD») van 26 augustus 2021.
Dit rapport bevat concluderende observaties en aanbevelingen van het CERD op het gebied
van de aanpak van racisme en discriminatie voor het gehele Koninkrijk der Nederlanden,
als partij bij het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie.
De in het rapport opgenomen observaties en aanbevelingen volgen na een hoorzitting,
die via videovergaderingen heeft plaatsgevonden op 16 en 17 augustus jl., tussen het
Koninkrijk der Nederlanden (Nederland incl. de BES-eilanden, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten)
en de CERD, alsook de periodieke rapportage die Nederland in 2019 bij de CERD heeft
ingediend. Over deze periodieke rapportage heb ik uw Kamer eerder geïnformeerd.2 In verband met de Coronacrisis was de eerder geplande hoorzitting (27 en 28 april
2020) uitgesteld.
De observaties en aanbevelingen van de CERD komen op een moment dat het kabinet werkt
aan de versterking van de aanpak van racisme en discriminatie3 en vormen een mooie aanvulling op de reeds ingeslagen weg, waar de aanstelling van
een Nationaal Coördinator Discriminatie en Racisme (NCDR) en een Staatscommissie onderdeel
van zijn. Deze aanbevelingen zullen worden meegegeven aan de NCDR. Daarnaast zullen
de aanbevelingen ook door het kabinet goed worden bestudeerd en waar een nieuwe impuls
nodig is, voor zover de aanbevelingen door het kabinet worden onderschreven, in acties
worden omgezet die worden meegenomen in de voorgenomen versterkte inzet op het gebied
van de aanpak van racisme en discriminatie.
De aanbevelingen zien op onderwerpen als gelijke kansen en behandeling in het onderwijs,
op de arbeidsmarkt en in de gezondheidszorg, hate speech, omgang met het slavernijverleden
en de wijze van informatieverzameling ten aanzien van personen met een migratieachtergrond.
De eerstvolgende periodieke rapportage zal per 9 januari 2027 ingediend moeten worden
bij het CERD. Ten aanzien van de wijze van implementatie van de aanbevelingen rondom
hate speech en het meldpunt internet discriminatie (MiND), onderzoek en registratie
van racistische en discriminatoire motieven bij misdrijven, alsook gelijke kansen
in het onderwijs, heeft het CERD verzocht om binnen één jaar na publicatie van het
onderhavige rapport informatie toegestuurd te krijgen. Hierover zal ik uw Kamer informeren.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
A.D. Wiersma