30 950 Rassendiscriminatie

Nr. 277 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 november 2021

Tijdens de voortzetting van de behandeling van de begroting van Binnenlandse Zaken op 28 oktober 2021 heb ik aan het lid Simons (BIJ1) toegezegd de Kamer schriftelijk te informeren over de planning van diverse trajecten rond het onderwerp etnisch profileren door de overheid (Handelingen II 2021/22, nr. 15, Debat over de begroting Binnenlandse Zaken 2022). Hierbij stuur ik u, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid, de toegezegde informatie.

De discussie over etnisch profileren door de overheid wordt momenteel met urgentie gevoerd binnen en buiten de politiek. Het College voor de rechten van de Mens is momenteel bezig met het opstellen van een juridisch toetsingskader voor het gebruik van etniciteit in risicoprofielen. Dit kader wordt begin december verwacht. Ik zal uw Kamer informeren over dit kader en dit vergezellen van een standpunt van het kabinet met betrekking tot etnisch profileren. Hierin zal ik ook de gedane toezegging van de Minister van JenV uit het 30-ledendebat over etnisch profileren van 9 september 20211, de brief van de rapporteur van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa inzake de bestrijding van racisme en intolerantie en nog openstaande moties2 op dit onderwerp meenemen. Ik zal dit standpunt zo snel mogelijk na het verschijnen van het juridisch toetsingskader van het College voor de rechten van de Mens doen toekomen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren


X Noot
1

Handelingen II 2020/21, nr. 104, item 9.

X Noot
2

Onder meer de motie van het lid Belhaj (Kamerstuk 30 950, nr. 237).

Naar boven