30 950 Rassendiscriminatie

Nr. 137 GEWIJZIGDE MOTIE VAN HET LID VAN BRENK TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 114

Voorgesteld 6 juli 2017

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat discriminatie een breed vertakt probleem is in onze maatschappij,

overwegende dat artikel 1 van de Grondwet nu godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras en geslacht expliciet benoemt als discriminatiegrond en overige gronden benoemt als «op welke grond dan ook»,

overwegende dat artikel 1 van de Grondwet de maatschappelijke consensus over discriminatie weergeeft ten tijde van de totstandkoming van het artikel (1983), en mogelijk niet meer optimaal recht doet aan de tegenwoordige maatschappelijke werkelijkheid ervaren vormen van discriminatie,

overwegende dat elke discriminatiegrond met gelijke kracht moet worden bestreden,

overwegende dat boven elke twijfel verheven moet zijn dat elke grond van discriminatie even ernstig is,

overwegende dat leeftijdsdiscriminatie vaak voorkomt,

verzoekt de regering, door een speciale commissie te laten onderzoeken of en op welke wijze het verbod op discriminatie op elke denkbare grond het beste in de Grondwet kan worden opgenomen,

en gaat over tot de orde van de dag,

Van Brenk

Naar boven