30 943
Wijziging van belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale onderhoudswet 2007)

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in een aantal wetten technische en redactionele verbeteringen aan te brengen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt als volgt gewijzigd:

A. In artikel 22a wordt «Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij» telkens vervangen door: Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

B. In artikel 22c wordt «Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij» telkens vervangen door: Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

C. In artikel 47a, derde lid, vervalt de laatste volzin.

D. Het opschrift van Hoofdstuk VIII, afdeling 4, komt te luiden:

AFDELING 4. OVERSCHRIJDING VAN TERMIJNEN.

E. Artikel 59 vervalt.

ARTIKEL II

Aan onderdeel I van de bijlage bij de Algemene wet bestuursrecht wordt toegevoegd:

3. Artikel 30, tweede lid, van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen.

ARTIKEL III

De Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen wordt als volgt gewijzigd:

A. Artikel 39, eerste lid, komt te luiden:

1. De Belastingdienst/Toeslagen en de inspecteur en de ontvanger wisselen de gegevens en inlichtingen uit die nodig zijn voor de uitvoering van deze wet en voor de heffing en invordering van rijksbelastingen, onder vermelding van het sociaal-fiscaalnummer van degene op wie de gegevens of inlichtingen betrekking hebben.

B. In artikel 40, vijfde lid, wordt «als gevolg van een herziening van de beschikking verzamelinkomen als bedoeld in artikel 9.5 van de Wet inkomstenbelasting 2001 of van een herziening» vervangen door: als gevolg van een vaststelling of herziening van de beschikking verzamelinkomen als bedoeld in artikel 9.5 van de Wet inkomstenbelasting 2001 of van een vaststelling of herziening.

ARTIKEL IV

In artikel 231, vierde lid, van de Gemeentewet wordt na «de Algemene wet» ingevoegd: en in artikel 24 van de Invorderingswet 1990.

ARTIKEL V

Hoofdstuk 2 van de Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001 wordt als volgt gewijzigd:

A. In artikel I, onderdeel U, wordt «artikel 81, tweede lid, onderdeel b, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering» vervangen door: artikel 81, tweede lid, onderdeel c, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.

B. Artikel I, onderdeel AM, wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid, onderdeel a, wordt «31 december 2000» vervangen door: de datum waarop de levensverzekering op grond van artikel 3.91 of 3.92 Wet inkomstenbelasting 2001 als een ter beschikking gesteld vermogensbestanddeel wordt aangemerkt.

2. Het vierde lid wordt vervangen door:

4. Voor de toepassing van het eerste lid worden premies die na 31 december 2000 zijn voldaan niet in aanmerking genomen, met dien verstande dat:

a. indien het derde lid, onderdeel a, toepassing vindt, de premies die zijn voldaan vanaf het moment dat de levensverzekering als een ter beschikking gesteld vermogensbestanddeel wordt aangemerkt, niet in aanmerking worden genomen;

b. indien op grond van het derde lid, onderdeel b, de kapitaalsuitkering wordt gesteld op maximaal € 123 428, de premies die zijn voldaan vanaf het moment dat de waarde in het economische verkeer van de levensverzekering ten minste € 123 428 bedraagt, niet in aanmerking worden genomen;

c. indien op grond van het zesde lid de kapitaalsuitkering wordt gesteld op de waarde in het economische verkeer van de levensverzekering op de datum waarop de vrijstelling, bedoeld in onderdeel AN, niet of niet meer van toepassing is, de premies die vanaf deze datum zijn voldaan, niet in aanmerking worden genomen.

3. Het zesde lid wordt vervangen door:

6. In afwijking in zoverre van het derde lid, onderdeel b, wordt de kapitaalsuitkering uit een levensverzekering die niet of niet meer in aanmerking komt voor de vrijstelling, bedoeld in onderdeel AN, en waarvan de waarde in het economische verkeer op 31 december 2000 niet hoger is dan € 123 428, gesteld op de waarde in het economische verkeer van de levensverzekering op 1 januari 2001 onderscheidenlijk de datum waarop de vrijstelling, bedoeld in onderdeel AN, niet meer van toepassing is.

ARTIKEL VI

De Invorderingswet 1990 wordt als volgt gewijzigd:

A. In artikel 3, vierde lid, wordt «Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij» vervangen door: Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

B. In artikel 15, eerste lid, aanhef en onderdeel c, wordt «in afwijking van de daarbij gestelde betalingstermijn» vervangen door: voor zover nodig in afwijking van de daarbij gestelde betalingstermijn.

C. Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt de eerste volzin vervangen door: De ontvanger is ten aanzien van de belastingschuldige bevoegd:

a. aan de belastingschuldige uit te betalen en van de belastingschuldige te innen bedragen ter zake van de in het eerste lid bedoelde rijksbelastingen en andere belastingen en heffingen met elkaar te verrekenen;

b. aan de belastingschuldige uit te betalen bedragen ter zake van met de in het eerste lid bedoelde rijksbelastingen en andere belastingen en heffingen verband houdende vorderingen op de Staat of de ontvanger te verrekenen met van de belastingschuldige te innen bedragen ter zake van de in het eerste lid bedoelde rijksbelastingen en andere belastingen en heffingen.

2. In het tweede lid, tweede volzin, wordt «bedragen aan belastingen» vervangen door: bedragen.

3. In het vijfde lid, eerste volzin, wordt «De verrekening is niet mogelijk met betrekking tot een belastingaanslag die een uit te betalen bedrag behelst indien deze vordering door de belastingschuldige» vervangen door «Verrekening is niet mogelijk met betrekking tot een door de ontvanger uit te betalen bedrag indien deze vordering door de gerechtigde». Voorts wordt in de tweede volzin «met betrekking tot een belastingaanslag die een uit te betalen bedrag behelst indien op deze vordering» vervangen door: met betrekking tot een door de ontvanger uit te betalen bedrag indien op deze vordering.

D. Artikel 25, negende lid, tweede volzin, onderdeel c, komt te luiden:

c. een naamloze of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid of een andere vennootschap waarvan het kapitaal geheel of ten dele in aandelen is verdeeld, welke is gevestigd in een lidstaat van de Europese Unie, en waarvan alle aandelen worden gehouden door een natuurlijk persoon als bedoeld in onderdeel a of b.

E. Artikel 28 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vijfde lid, vierde volzin, wordt «eerste volzin» vervangen door: tweede volzin.

2. Het zesde lid komt te luiden:

6. De vorige leden vinden geen toepassing bij een vermindering van de belastingaanslag voor zover die het gevolg is van de verrekening van een verlies van een volgend jaar.

ARTIKEL VII

In artikel 227a, vierde lid, van de Provinciewet, wordt na «de Algemene wet» ingevoegd: en in artikel 24 van de Invorderingswet 1990.

ARTIKEL VIII

In artikel 123, vijfde lid, van de Waterschapswet wordt na «de Algemene wet» ingevoegd: en in artikel 24 van de Invorderingswet 1990.

ARTIKEL IX

De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt als volgt gewijzigd:

A. Artikel 2.14, vierde lid, eerste volzin, vervalt.

B. In artikel 3.13, eerste lid, onderdeel g, wordt «Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij» vervangen door: Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

C. Artikel 3.41, tweede lid, komt te luiden:

2. Bij een investeringsbedrag in een kalenderjaar van:

meer danmaar niet meer danbedraagt het percentage
€   2 100 0
€   2 100€  35 00025
€  35 000€  68 00021
€  68 000€ 100 00012
€ 100 000€ 133 000 8
€ 133 000€ 166 000 5
€ 166 000€ 198 000 2
€ 198 000€ 232 000 1
€ 232 000 0

D. Artikel 5.3, vijfde lid, komt te luiden:

5. Indien de belastingplichtige na het begin van het kalenderjaar binnenlands belastingplichtige wordt, wordt de rendementsgrondslag op de begindatum gesteld op nihil. Indien de belastingplichtige voor het einde van het kalenderjaar ophoudt binnenlands belastingplichtig te zijn, wordt de rendementsgrondslag op de einddatum gesteld op nihil, vermeerderd met hetgeen ingevolge een op de voet van artikel 2.17, tweede lid, uitgebrachte keuze op die datum geacht wordt tot zijn bezit te behoren.

E. In artikel 5.14 wordt «Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij» telkens vervangen door: Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

F. Artikel 5.21, derde volzin, vervalt.

G. Artikel 6.31 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt «kosten» vervangen door «drukkende onderhoudskosten». Voorts vervalt in het eerste lid «- andere dan renten van schulden, kosten van geldleningen en periodieke betalingen ingevolge de rechten van erfpacht, opstal of beklemming-».

2. Het eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:

b. indien het een bezitting betreft die volgens artikel 5.1 in de belastingheffing wordt betrokken en waarbij de daarmee overeenkomende waardeveranderingen van het monumentenpand de belastingplichtige direct of indirect grotendeels aangaan: het bedrag van de drukkende onderhoudskosten, verminderd met 4% van de waarde in het economische verkeer van de bezitting op de begindatum als bedoeld in artikel 5.2, waarbij de waarde in het economische verkeer van de bezitting wordt bepaald met toepassing van artikel 5.19.

3. Het derde lid komt te luiden:

3. Onderhoudskosten van een monumentenpand zijn de kosten van werkzaamheden daaraan voor zover die ertoe hebben gestrekt het pand, zoals dat bij de aanvang van de werkzaamheden bestond, in bruikbare staat te herstellen of te houden en in redelijkheid zijn gemaakt.

4. In het vierde lid wordt «kosten» vervangen door: onderhoudskosten.

5. Het vijfde lid vervalt.

H. Artikel 7.7, vierde lid, vervalt.

I. Artikel 9.4, vijfde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de eerste volzin vervalt de zinsnede «en wordt gelijktijdig het verzamelinkomen vastgesteld bij voor bezwaar vatbare beschikking».

2. Na de tweede volzin wordt een volzin toegevoegd, luidende: In het geval, bedoeld in de eerste volzin, alsmede in het geval dat geen belasting verschuldigd is terwijl het voorheffingssaldo ten minste € 14 bedraagt, wordt gelijktijdig met het vaststellen van de aanslag het verzamelinkomen vastgesteld bij voor bezwaar vatbare beschikking (beschikking verzamelinkomen).

J. In artikel 10.10, tweede lid, wordt «Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij» vervangen door: Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

ARTIKEL X

Aan artikel 15, eerste lid, onderdeel q, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer, wordt onder vervanging van de puntkomma aan het slot door een punt, toegevoegd: De vorige volzin is niet van toepassing indien binnen de aldaar bedoelde termijn de cultuurgrond door overheidsbeleid aan de landbouw wordt onttrokken ten behoeve van de ontwikkeling en instandhouding van natuur en landschap;.

ARTIKEL XI

In artikel 4o, eerste lid, van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen wordt «deze niet tijdig» vervangen door: deze niet, niet tijdig.

ARTIKEL XII

De Wet op de loonbelasting 1964 wordt als volgt gewijzigd:

A. Artikel 27da komt te luiden:

Artikel 27da

Voorzover de belasting en de premie voor de volksverzekeringen, de premies voor de werknemersverzekeringen of de ingevolge de Zorgverzekeringswet verschuldigde inkomensafhankelijke bijdrage gelijktijdig worden geheven en artikel 28b van deze wet of artikel 67b, 67c of 67f van de Algemene wet inzake rijksbelastingen toepassing vindt, wordt dat artikel slechts eenmaal toegepast, met dien verstande dat alsdan voor de toepassing van artikel 67f, tweede lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt uitgegaan van het gezamenlijk gelijktijdig geheven bedrag.

B. In artikel 28a, achtste lid, wordt «20 en 67f» vervangen door: 20, 67c en 67f.

ARTIKEL XIII

De Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen wordt als volgt gewijzigd:

A. Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel f, komt te luiden:

f. assistent in opleiding: degene die tijdelijk is aangesteld bij een universiteit teneinde zich door het verrichten van wetenschappelijk onderzoek alsmede door het volgen van onderwijs verder te bekwamen tot wetenschappelijk onderzoeker of technologisch ontwerper;.

2. Het eerste lid, onderdeel g, komt te luiden:

g. onderzoeker in opleiding: degene die na een met goed gevolg afgelegd doctoraal examen bij een universiteit dan wel een afsluitend examen bij een instelling voor hoger beroepsonderwijs, in tijdelijke dienst is aangesteld teneinde zich door het verrichten van wetenschappelijk onderzoek alsmede door het volgen van onderwijs verder te bekwamen tot wetenschappelijk onderzoeker of technologisch ontwerper;.

3. In het eerste lid wordt na onderdeel g een onderdeel ingevoegd, luidende: ga. promovendus: degene die tijdelijk is aangesteld bij een universiteit teneinde zich door het verrichten van wetenschappelijk onderzoek alsmede door het volgen van onderwijs verder te bekwamen tot wetenschappelijk onderzoeker of technologisch ontwerper;.

B. Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdelen b en c, vervalt: als bedoeld in artikel 9.60, vierde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek,.

2. In het eerste lid, onderdeel b, wordt na «assistent in opleiding» ingevoegd: of als promovendus.

3. In het eerste lid, onderdeel b, vervalt: als bedoeld in de artikelen 15.5 en 16.17 van het Rechtspositiereglement Wetenschappelijk Onderwijs en Onderzoek,.

4. In het eerste lid, onderdeel c, wordt na «assistent in opleiding» ingevoegd: of promovendus.

C. Artikel 30 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «handelingen die worden verricht door» vervangen door: de uitvoering van deze wet door.

2. Het tweede lid wordt vervangen door:

2. Voor de toepassing van de artikelen 63 en 67 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen betreffende de uitvoering van deze wet door Onze Minister van Economische Zaken of de door hem aangewezen ambtenaren, treedt Onze Minister van Economische Zaken in de plaats van Onze Minister.

D. In artikel 33, vierde lid, vervalt de laatste volzin.

E. Artikel 51 vervalt.

ARTIKEL XIV

In artikel 3.6.8, onderdeel A, van de Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet wordt «artikel 31, tweede, derde en vierde lid» vervangen door: artikel 31, tweede lid.

ARTIKEL XV

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, met dien verstande dat:

a. artikel V, onderdeel A, terugwerkt tot en met 29 december 2005;

b. artikel XII, onderdeel A, en artikel XIV terugwerken tot en met 1 januari 2006;

c. artikel IX, onderdeel C, terugwerkt tot en met 1 januari 2007;

d. artikel X terugwerkt tot en met 1 januari 2007;

e. artikel IX, onderdelen A, D, F en H, op 1 januari 2008 in werking treedt.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Financiën,

Naar boven