nr. 11
AMENDEMENT VAN HET LID LEIJTEN
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
I
In onderdeel A, onder 2, wordt de omschrijving van «collegegeldkrediet»
vervangen door: collegegeldkrediet: lening voor betaling van het collegegeld
in het hoger onderwijs ten behoeve van het volgen van een opleiding buiten
Nederland,.
II
In onderdeel G wordt na «collegegeldkrediet» telkens ingevoegd:
ten behoeve van het volgen van een opleiding buiten Nederland.
III
In onderdeel K wordt artikel 3.16a vervangen door:
Artikel 3.16a
1. Het collegegeldkrediet is een lening die aan de student op aanvraag
wordt toegekend ten behoeve van het volgen van een opleiding buiten Nederland.
2. Het bedrag dat per maand kan worden geleend bedraagt ten hoogste
eentwaalfde deel van het door de student voor een periode van twaalf maanden
te betalen bedrag voor het volgen van hoger onderwijs.
3. Het collegegeldkrediet bedraagt per maand maximaal vijftwaalfde
deel van het in artikel 7.43, eerste lid, van de WHW genoemde bedrag.
IV
In onderdeel O wordt na «collegegeldkrediet» telkens ingevoegd:
ten behoeve van het volgen van een opleiding buiten Nederland.
V
In onderdeel T, onder 3, wordt na «collegegeldkrediet» ingevoegd:
ten behoeve van het volgen van een opleiding buiten Nederland.
Toelichting
Dit amendement strekt ertoe de mogelijkheid van collegegeldkrediet te
beperken tot opleidingen in het buitenland.
Studenten die in het buitenland studeren kunnen geconfronteerd worden
met hogere collegegeldbedragen. De meeneembaarheid van de studiefinanciering
voorziet niet in het opvangen van eventuele hogere kosten. Door in deze gevallen
collegegeldkrediet mogelijk te maken, kan het hogere collegegeld worden betaald.
Voor de Nederlandse situatie geldt dat een vastgesteld collegegeld wordt
geheven. Studenten dienen via de studiefinanciering tegemoet gekomen te worden
in de kosten van het collegegeld.
Leijten